10 DECEMBER 2009. - Ministerieel besluit houdende delegatie van bevoegdheid binnen de Programmatorische Federale Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie,

De Minister van Pensioenen en Grote Steden,

De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding,

Gelet op het artikel 37 van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 december 2002 houdende oprichting van de Programmatorische Federale Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie;

Gelet op het ministerieel besluit van 23 maart 2007 houdende delegatie van bevoegdheid binnen de Programmatorische Federale Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie,

Besluiten :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. § 1. Met uitzondering van de in dit besluit bepaalde gevallen, worden de delegaties van bevoegdheden toegekend aan de titularissen van een managementfunctie, die zijn aangeduid overeenkomstig de reglementaire bepalingen betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten.

De delegatie van bevoegdheid die wordt verleend aan de titularis van een ambt, wordt ook verleend aan de ambtenaar belast met dat ambt.

§ 2. Binnen de perken van zijn bevoegdheden en onder zijn verantwoordelijkheid, kan elke titularis van een management- of staffunctie een subdelegatie van bevoegdheden verlenen op grond van een ondertekend en gedateerd document dat de gedelegeerde bevoegdheid bepaalt.

Het origineel exemplaar van dit document wordt bezorgd aan de dienst Budget en Logistiek, die instaat voor de bewaring van alle documenten waarbij een delegatie of subdelegatie van bevoegdheden wordt verleend. Een kopie van dit document wordt ook door de betrokken dienst bewaard.

§ 3. De hiërarchische chef van een personeelslid kan, om welke reden ook, de bevoegdheden uitoefenen die aan dit personeelslid werden gedelegeerd overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.

Hij kan evenwel zijn beslissing niet in de plaats stellen van de beslissing die door de gedelegeerd ambtenaar is getroffen en ter kennis gegeven.

Art. 2. De titularis van een management- of staffunctie duidt het personeelslid aan dat bij afwezigheid of verhindering van de betrokken titularis de bevoegdheden uitoefent die aan deze laatste werden gedelegeerd.

De titularis van een management- of staffunctie kan één of meerdere personeelsleden als vervanger aanduiden. In het laatste geval dient hij wel een rangorde voor zijn vervanging te bepalen.

HOOFDSTUK 2. - Personeel

Art. 3. Aan de voorzitter van het Directiecomité wordt delegatie van bevoegdheid verleend om :

  1. de eed af te nemen van de personeelsleden van de niveaus A, B, C en D;

  2. de bevoegdheden uit te oefenen inzake de stage van de ambtenaren;

  3. te beslissen over de benoeming tot rijksambtenaar in de niveaus B, C en D;

  4. de veranderingen van graad of de bevorderingen te verrichten voor de personeelsleden van de niveaus B, C en D;

  5. de toestemming tot de uitoefening van een hoger ambt te verlenen in een ambt van klasse A1 of van niveaus B, C en D;

  6. te beslissen over het ontslag voor lichamelijke of...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT