8 DECEMBER 2006. - Ministerieel besluit houdende de definiëring van de objectieve parameters en de programmatie voor de subsidiëring van de centra voor algemeen welzijnswerk in het kader van de ziekenfondsen

De Vlaamse minister Van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,

Gelet op het decreet van 19 december 1997 betreffende het algemeen welzijnswerk, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2001 ter uitvoering van het decreet van 19 december 1997 betreffende het algemeen welzijnswerk, inzonderheid op artikel 15, artikel 17, en artikel 35, § 10, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004, 23 december 2005, 19 mei 2006 en 30 juni 2006;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 oktober 2006;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat, om de historisch gegroeide ongelijkheid op het vlak van de subsidiëring tussen de verschillende centra voor algemeen welzijnswerk in het kader van de ziekenfondsen zo spoedig mogelijk weg te werken, onverwijld de objectieve parameters, bedoeld in artikel 15 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2001, en de subsidieregels betreffende die centra moeten worden aangepast,

Besluit :

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :

  1. centrum : een centrum voor algemeen welzijnswerk in het kader van de ziekenfondsen;

  2. landsbond : een landsbond van ziekenfondsen.

    Art. 2. § 1. De objectieve parameters waarmee conform artikel 15, derde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2001 ter uitvoering van het decreet van 19 december 1997 betreffende het algemeen welzijnswerk, rekening moet worden gehouden voor de centra, worden als volgt bepaald :

  3. de aangesloten leden die potentieel in aanmerking komen voor een terugbetaling van geneeskundige verstrekkingen in het kader van de sociale maximumfactuur, hierna sociale MAF te noemen;

  4. de aangesloten leden die in het kader van de sociale MAF effectief een terugbetaling van geneeskundige verstrekkingen genieten;

  5. de aangesloten leden met minstens een score van 15 op de medisch-sociale schaal die wordt gebruikt voor de evaluatie van de graad van zelfredzaamheid met het oog op het onderzoek naar het recht op de integratietegemoetkoming, hulp aan bejaarden en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT