10 JULI 2012. - Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene deelnemingsvoorschriften aan de openbare instantloterijen georganiseerd door de Nationale Loterij met behulp van de instrumenten van de informatiemaatschappij

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij, artikel 3, § 1, eerste lid en artikel 6, § 1, 1°, gewijzigd bij de Programmawet I van 24 december 2002;

Gelet op het voorafgaand onderzoek met betrekking tot de noodzaak om een effectbeoordeling uit te voeren, waarin besloten wordt dat een effectbeoordeling niet vereist is;

Gelet op het advies 51.234/4 van de Raad van State, gegeven op 26 april 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Voor de toepassing van huidig besluit wordt verstaan onder :

  1. instantspellen op afstand : de openbare loterijen georganiseerd door de Nationale Loterij waaraan wordt deelgenomen met behulp van de instrumenten van de informatiemaatschappij en waarvan de loten zonder enige trekking worden toegewezen door de vermelding op het virtuele biljet zelf, volgens een door het toeval bepaalde verdeling, dat een lot al of niet wordt gewonnen. De vermelding in kwestie dient door de speler onthuld te worden;

  2. virtuele biljetten : de biljetten met behulp waarvan wordt deelgenomen aan de instantspellen op afstand;

  3. spelsymbool : de vermelding, op een biljet, van een letter, een woord, een cijfer, een aantal, een nummer, een lotenbedrag, een afbeelding, een tekening, een foto, een figuur, een eenkleurig of veelkleurig grafisch beeld of elk ander teken van om het even welke aard dat werd vastgelegd door de Nationale Loterij;

  4. spelzone : een al dan niet verhulde zone op een virtueel biljet, waarin één of meerdere spelsymbolen of spelruimtes vermeld staan.

    Art. 2. De deelneming aan de instantspellen op afstand is voorbehouden aan personen die titularis zijn van een « spelersrekening » bij de Nationale Loterij en dit onder voorbehoud van de bepalingen die door Ons werden vastgelegd in toepassing van artikel 3, § 1, eerste lid en artikel 6, § 1, 1°, van de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij, en die de algemene deelnemingsvoorschriften aan de openbare loterijen en wedstrijden georganiseerd door de Nationale Loterij met behulp van de instrumenten van de informatiemaatschappij vastleggen.

    Art. 3. Elk instantspel op afstand wordt aan het publiek voorgesteld onder een door de Nationale Loterij vastgelegde commerciële benaming.

    Art. 4. Elk instantspel op afstand berust op de uitgave van een of meerdere pakketten van virtuele biljetten. Elk pakket bevat een door de Nationale Loterij vastgelegd aantal virtuele biljetten. Dit aantal mag niet lager dan 10 000 zijn, noch hoger dan 2 500 000.

    Art. 5. De verkoopprijs van een virtueel biljet kan variëren per instantspel op afstand. Hij wordt vastgelegd door de Nationale Loterij en mag niet lager zijn dan 10 eurocent, noch hoger dan 20 euro.

    Art. 6. Voor elk uitgegeven pakket van virtuele biljetten wordt het totale bedrag der loten vastgelegd door de Nationale Loterij. Het mag niet lager zijn dan 45 procent, noch hoger zijn dan 80 procent van het bedrag van de uitgave, hetwelk het resultaat is van de vermenigvuldiging van twee parameters : het aantal virtuele biljetten in een volledig pakket en de verkoopprijs van één enkel virtueel biljet.

    Art. 7. Voor elk uitgegeven pakket van virtuele biljetten worden de lotenbedragen vastgelegd door de Nationale Loterij. Het laagste lot mag niet lager zijn dan 10 eurocent en het hoogste lot niet hoger dan 2.500.000 euro.

    Art. 8. Voor elk uitgegeven pakket van virtuele biljetten wordt het percentage van het aantal winnende virtuele biljetten in verhouding tot het totale aantal virtuele biljetten dat het pakket bevat, vastgelegd door de Nationale Loterij. Dit percentage mag niet lager zijn dan 10 procent.

    Art. 9. Voor elk uitgegeven pakket van virtuele biljetten worden de loten verdeeld over meerdere categorieën op basis van elk lotenbedrag. Het aantal van deze categorieën wordt vastgelegd door de Nationale Loterij en mag niet lager zijn dan 2, noch hoger dan 100. Deze categorieën worden geordend in dalende volgorde op basis van elk van hun lotenbedragen.

    Art. 10. Voor elk instantspel op afstand wordt een nieuw pakket van virtuele biljetten, « bijkomend pakket » genaamd, uitgegeven, wanneer bij het eerste pakket van virtuele biljetten dat uitgegeven werd voor de verkoop ervan :

  5. hetzij een categorie van winnende virtuele biljetten volledig verkocht werd;

  6. hetzij de resterende niet-verkochte virtuele biljetten allen winnend zijn;

  7. hetzij het aantal niet-verkochte virtuele biljetten overeenstemt met het door de Nationale Loterij vastgelegde percentage, dat niet lager mag zijn dan 10 % noch hoger dan...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT