4 MAART 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering tot coördinatie van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie. - Erratum

De tekst van het genoemde besluit van de Vlaamse Regering van 4 maart 2005, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 8 april 2005, bl. 14652-14756, vertoont een aantal materiële fouten.

Voor alle duidelijkheid wordt hierna de volledige tekst van het besluit hernomen.

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

4 MAART 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering tot coördinatie van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie

De Vlaamse Regering,

Gelet op het decreet van 17 maart 1998 houdende regeling van het recht op vrije nieuwsgaring en de uitzending van korte berichtgeving door de omroepen, inzonderheid op artikel 12, dat bepaalt :

De Vlaamse Regering kan de bepalingen van dit decreet coördineren met de bepalingen van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995, en met de bepalingen die deze op het tijdstip van de coördinatie uitdrukkelijk of impliciet zouden gewijzigd hebben.

Daartoe kan zij :

1° de volgorde, de nummering van de te coördineren bepalingen en in het algemeen de teksten naar de vorm wijzigingen;

2° de verwijzingen die voorkomen in de te coördineren bepalingen, met de nieuwe nummering overeenbrengen;

3° zonder afbreuk te doen aan de beginselen die in de te coördineren bepalingen vervat zijn, de redactie ervan wijzigen teneinde ze onderling te doen overeenstemmen en een eenheid in de terminologie te brengen.

;

Gelet op het advies (38.075/3) van de Raad van State, gegeven op 15 februari 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. De hierna genoemde decreten, met inachtneming van de wijzigingen die ze hebben ondergaan, worden gecoördineerd volgens de bij dit besluit gevoegde tekst :

  1. de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995, gewijzigd bij de decreten van 22 december 1995, 2 april 1996, 20 december 1996, 29 april 1997, decreet van 29 april 1997, 17 december 1997, 17 maart 1998, 28 april 1998, 7 juli 1998,15 december 1998, 30 maart 1999, 13 april 1999, 18 mei 1999, 3 maart 2000, 8 juni 2000, 1 december 2000, 2 februari 2001, 6 juli 2001, 7 december 2001, 21 december 2001, 24 mei 2002, 25 oktober 2002, 28 februari 2003, 4 juni 2003, 18 juli 2003, 5 december 2003 en 7 mei 2004;

  2. het decreet van 17 maart 1998 houdende regeling van het recht op vrije nieuwsgaring en de uitzending van korte berichtgeving door de omroepen, gewijzigd bij het decreet van 8 juni 2000.

    Art. 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor het mediabeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

    Brussel, 4 maart 2005.

    De minister-president van de Vlaamse Regering,

    Y. LETERME

    De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme,

    G. BOURGEOIS

    BIJLAGE

    Decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 4 maart 2005

    TITEL I. - Inleiding en definities

    Artikel 1. Deze gecoördineerde decreten regelen een gemeenschapsaangelegenheid.

    Art. 2. Voor de toepassing van deze gecoördineerde decreten wordt verstaan onder :

  3. omroepen : het oorspronkelijk uitzenden via elektronische communicatienetwerken, al dan niet in gecodeerde vorm, van radio- of televisieprogramma's, of van andere soorten programma's, bestemd voor het publiek in het algemeen of voor een deel ervan. Hieronder zijn ook de programma's begrepen die op individueel verzoek worden uitgezonden, ongeacht de techniek die voor de uitzending wordt gebruikt, met inbegrip van de punt-tot-punttechniek, en het overdragen van programma's tussen ondernemingen met het oog op het doorgeven daarvan aan het publiek. Hieronder zijn diensten die geïndividualiseerde en door een vorm van vertrouwelijkheid gekenmerkte informatie leveren niet begrepen;

  4. omroep : de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de redactionele verantwoordelijkheid draagt voor het verzorgen van programma's in de zin van 1°.

    Onder verzorgen van programma's wordt verstaan het produceren, laten produceren of verwerven van programma's, het samenstellen van het programma-aanbod en het omroepen of laten omroepen ervan;

  5. radio-omroep : een omroep die radioprogramma's en andere soorten van programma's, hoofdzakelijk in de vorm van klanken, verzorgt;

  6. televisieomroep : een omroep die televisieprogramma's en andere soorten van programma's in de vorm van beelden of teksten, al dan niet van klanken vergezeld, verzorgt;

  7. betaalomroep : een omroep die aan elke ontvanger de gelegenheid biedt tegen extra betaling, bovenop de prijs van het kabelabonnement en/of kijk- en luistergeld, een selectie van programma's te ontvangen;

  8. programma-aanbod : het geheel van de programma's dat door een radio- en/of televisieomroep wordt aangeboden;

  9. omroepprogramma : het geheel van de programma's dat door een radio- en/of televisieomroep via één kanaal wordt aangeboden;

  10. radio-omroepprogramma : het omroepprogramma dat door een radio-omroep wordt aangeboden;

  11. televisieomroepprogramma : het omroepprogramma dat door een televisieomroep wordt aangeboden;

  12. programma : het geheel van klank- en/of beeldinhouden of andere signalen, in welke vorm ook, dat onder een afzonderlijke titel door een omroep wordt aangeboden;

  13. programmaonderdeel : het deel van een programma dat inhoudelijk één geheel vormt;

  14. kinderprogramma's : programma's die zich richten tot kinderen die jonger zijn dan twaalf jaar, hetgeen onder meer moet blijken uit de inhoud, het tijdstip van uitzenden, de vormgeving, de presentatie, de wijze van aankondiging en de kijkcijfers;

  15. Europese producties :

    1. a) producties die afkomstig zijn uit lid-Staten van de Europese Gemeenschap;

      1. producties die afkomstig zijn uit derde Europese staten die partij zijn bij het Europees Verdrag inzake grensoverschrijdende televisie van de Raad van Europa en die voldoen aan de voorwaarden onder 2;

      2. producties die afkomstig zijn uit andere derde Europese staten en die voldoen aan de voorwaarden onder 3;

      De voorwaarde voor de toepassing van b) en c) is dat de producties die afkomstig zijn uit lid-Staten, in de betrokken derde landen niet worden getroffen door discriminerende maatregelen;

    2. de in 1, a) en b) bedoelde producties zijn producties die voornamelijk tot stand zijn gekomen met de hulp van auteurs en medewerkers die wonen in één of meer staten als bedoeld in 1, a) en b) en die aan één van de volgende drie voorwaarden voldoen :

      1. deze producties zijn tot stand gebracht door een of meer producenten die in een of meer van die staten zijn gevestigd;

      2. de vervaardiging ervan wordt door één of meer producenten die in een of meer van die staten zijn gevestigd, gesuperviseerd en daadwerkelijk gecontroleerd;

      3. de bijdrage van de coproducenten uit die staten in de totale kosten van de coproductie bedraagt meer dan de helft en de coproductie wordt niet door een of meer buiten die staten gevestigde producenten gecontroleerd;

    3. de in 1, c) bedoelde producties zijn producties die uitsluitend of in coproductie met producenten, gevestigd in een of meer lid-Staten, zijn vervaardigd door producenten die gevestigd zijn in één of meer derde Europese staten waarmee de Gemeenschap overeenkomsten met betrekking tot de audiovisuele sector heeft gesloten, indien die producties voornamelijk zijn vervaardigd met de hulp van auteurs en medewerkers die in een of meer Europese staten wonen;

    4. producties die geen Europese producties zijn in de zin van 1, maar die vervaardigd worden in het kader van tussen de lidstaten en derde landen gesloten bilaterale coproductieverdragen, worden als Europese producties beschouwd als de coproducenten uit de Gemeenschap een meerderheidsaandeel hebben in de totale productiekosten en over de productie niet door één of meer buiten de lid-Staten gevestigde producenten zeggenschap wordt uitgeoefend;

    5. producties die geen Europese producties zijn in de zin van 1 en 4, maar die voornamelijk met de hulp van auteurs en medewerkers zijn vervaardigd, die gevestigd zijn in één of meer lid-Staten, worden als een Europese productie beschouwd naar rata van het aandeel van coproducenten uit de Europese Gemeenschap in de totale productiekosten;

  16. Nederlandstalige Europese producties : producties zoals omschreven onder 13, maar in de Nederlandse taal;

  17. reclame : de door een overheidsbedrijf of particuliere onderneming tegen betaling of soortgelijke vergoeding dan wel ten behoeve van zelfpromotie uitgezonden boodschap - in welke vorm ook - in verband met de uitoefening van een commerciële, industriële, ambachtelijke activiteit of van een vrij beroep, ter bevordering van de levering tegen betaling van goederen of diensten, met inbegrip van onroerende goederen, rechten en verplichtingen;

  18. sponsoring : elke bijdrage van een overheidsbedrijf of particuliere onderneming die zich niet bezig houdt met omroepactiviteiten of met de vervaardiging van audiovisuele producties, aan de financiering van programma's met het doel naam, handelsmerk, imago, activiteiten of realisaties meer bekendheid te geven;

  19. boodschappen van algemeen nut :

    1. elke boodschap in verband met haar beleid, die uitgaat van een overheid of openbare instelling, vereniging of overheidsbedrijf die een meerderheid van overheidsvertegenwoordigers in de raad van bestuur heeft en een taak van openbare dienst vervult die niet door de particuliere sector wordt waargenomen, en die bevoegd is voor en zich geheel of gedeeltelijk richt tot de Vlaamse Gemeenschap of de Nederlandstalige bevolking van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, ongeacht de vorm en ongeacht de betaling of de betalingswijze; en

    2. elke boodschap die uitgaat van sociale en humanitaire verenigingen of verenigingen die behoren tot het domein van het algemeen welzijn, ongeacht de vorm en ongeacht de betaling of de betalingswijze;

  20. sluikreclame : het vermelden of vertonen van goederen, diensten, naam, handelsmerk of activiteiten van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT