Decreet van de Franse Gemeenschap betreffende de subsidies toegekend om de internationale dimensie van de culturele operatoren van de Franse Gemeenschap te bevorderen, de 8 mars 2024

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder:

  1. levende kunsten: de artistieke gebieden bedoeld in artikel 67, 1°, van het decreet van 28 maart 2019 betreffende het nieuwe cultuurbeleid;

  2. muziek: de artistieke gebieden bedoeld in artikel 70, 1°, van het decreet van 28 maart 2019 betreffende het nieuwe cultuurbeleid;

  3. beeldende kunsten: de artistieke gebieden bedoeld in artikel 73, 1°, van het decreet van 28 maart 2019 betreffende het nieuwe cultuurbeleid;

  4. literatuur en boeken: de artistieke gebieden die vallen onder artikel 76, 1°, van het decreet van 28 maart 2019 betreffende het nieuwe cultuurbeleid;

  5. film- en audiovisuele sector: de artistieke gebieden die vallen onder het decreet van 10 november 2011 inzake steun voor film en individuele creatie en onder het decreet van 4 februari 2021 inzake audiovisuele mediadiensten en videodelende diensten;

  6. cultureel erfgoed: de artistieke gebieden die vallen onder artikel 54 van het decreet van 28 maart 2019 betreffende het nieuwe cultuurbeleid;

  7. Hoge Raad voor Cultuur: de raad die is opgericht bij het decreet van 28 maart 2019 over het nieuwe cultuurbeleid ;

  8. deskundige: een natuurlijk persoon die beroepshalve bewijst geeft van een bijzondere deskundigheid, kennis of ervaring op het gebied van cultuurbeleid in verband met de sector waarop de commissie betrekking heeft;

  9. Waarnemingsdienst voor het cultuurbeleid: de waarnemingspost die is opgericht bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 26 april 2001 tot oprichting van de Waarnemingspost voor het cultuurbeleid;

  10. culturele operator: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon wiens activiteiten binnen het kader van het cultuurbeleid vallen en die in deze context de steun van de Franse Gemeenschap aanvraagt;

  11. cultuurbeleid: het beleid van de Franse Gemeenschap op cultureel vlak bedoeld in artikel 4, 1°, 3° tot 5° en 6°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

  12. WBI: "Wallonie-Bruxelles International", d.w.z. de instelling van openbaar nut die werd opgericht bij het samenwerkingsakkoord van 20 maart 2008 tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waarbij een gemeenschappelijke entiteit voor de internationale betrekkingen van "Wallonie-Bruxelles" wordt opgericht.

  13. eenmalige bijstand: eenmalige financiële bijstand verleend aan een natuurlijke of rechtspersoon;

  14. overeenkomst: contractuele afspraak waarbij financiële steun wordt verleend aan een rechtspersoon voor een periode van twee of vijf jaar.

    HOOFDSTUK II. - Ondersteunende systemen

    Art. 2. § 1. De Regering kan subsidies toekennen voor de activiteiten bedoeld in artikel 5. Deze subsidies hebben tot doel de culturele operatoren te ondersteunen bij hun inspanningen om hun internationale dimensie te bevorderen. In dit kader kan de Regering twee soorten subsidies toekennen:

  15. eenmalige bijstand;

  16. de overeenkomst.

    § 2 De aanvrager van de steun bedoeld in het eerste lid is een culturele operator die zijn hoofdverblijfplaats of maatschappelijke zetel heeft in het Franse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en die door zijn activiteiten kan worden geacht onder de exclusieve bevoegdheid van de Franse Gemeenschap te vallen.

    § 3 In afwijking van paragraaf 2 van dit artikel kan de Regering subsidies toekennen aan rechtspersonen van wie de maatschappelijke zetel gevestigd is buiten het Franse taalgebied of het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, als de gesteunde activiteit een meerwaarde waarborgt voor de internationale dimensie van de culturele operatoren in de Franse Gemeenschap.

    Art. 3. § 1. De culturele operator die een subsidie heeft ontvangen, leeft de wettelijke bepalingen inzake de uitoefening van zijn activiteit na en komt zijn fiscale en sociale verplichtingen na, meer specifiek wat betreft de bezoldiging van kunstenaars, auteurs, technici en administratief personeel.

    § 2 De culturele operator die een subsidie heeft ontvangen, moet ook de wet- en regelgeving met betrekking tot het verblijf van buitenlanders in het gastland naleven en mag geen activiteiten ontplooien die in strijd zijn met de grondwet en de wetgeving van het gastland.

    Art. 4. § 1. De voorwaarden voor erkenning of subsidie en de uitvoering daarvan mogen geen inbreuk maken op de vrijheid van meningsuiting.

    § 2. Onverminderd de specifieke bepalingen dienaangaande, kunnen de erkenning en de subsidies niet worden toegekend enerzijds aan rechtspersonen en anderzijds aan natuurlijke personen die deel uitmaken van een instelling of vereniging waarvan bij een definitieve rechterlijke beslissing is vastgesteld dat zij de democratische beginselen, zoals vervat in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, niet eerbiedigt, de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme en vreemdelingenhaat ingegeven daden en de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van genocide gepleegd door het nationaalsocialistische regime tijdens de Tweede Wereldoorlog of enige andere vorm van genocide.

    Art. 5. § 1. De Regering kan een subsidie toekennen aan een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT