Decreet tot wijziging van artikel 52 van het decreet van 2 mei 2019 tot wijziging van verscheidene wetgevingen inzake pacht wat de overgangsbepalingen betreft, de 12 octobre 2023

Artikel 1. In artikel 52 van het decreet van 2 mei 2019 tot wijziging van verschillende wetgevingen inzake pacht worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. de leden 5 en 6 worden vervangen door wat volgt:

    "De pachtovereenkomsten afgesloten op grond van artikel 4 van afdeling 3 van boek III, titel VIII, hoofdstuk II van het voormalige Burgerlijk Wetboek, of de wijzigingen die leiden tot een hernieuwing zoals bedoeld in de artikelen 35, 43 en 48bis van dezelfde afdeling, die van kracht zijn op de datum van inwerkingtreding van dit decreet, worden beschouwd als pachtovereenkomsten of hernieuwingen die een derde gebruiksperiode ingaan op de datum van inwerkingtreding van dit decreet.

    In afwijking van lid 5 en indien het bewijs wordt geleverd dat de pachtovereenkomst of de hernieuwing de derde gebruiksperiode niet heeft bereikt op de datum van inwerkingtreding van dit decreet, zijn de termijnen bepaald in artikel 4 van afdeling 3 van boek III, titel VIII, hoofdstuk II van het voormalige Burgerlijk Wetboek, zoals gewijzigd door artikel 5 van dit decreet, onmiddellijk van toepassing.";

  2. het artikel wordt aangevuld met drie leden, die als volgt luiden:

    "Onverminderd lid 2 worden de pachtovereenkomsten afgesloten op grond van artikel 8, § 2, van afdeling 3 van boek III, titel VIII, hoofdstuk II van het voormalige Burgerlijk Wetboek, die van kracht zijn op de datum van inwerkingtreding van dit decreet, beschouwd als pachtovereenkomsten die de negenjarige periode voorzien in lid 6 van voornoemde paragraaf, zoals gewijzigd door artikel 8 van dit decreet, ingaan op de datum van inwerkingtreding van dit decreet.

    In afwijking van lid 7 en indien het bewijs wordt geleverd dat de pachtovereenkomst het einde van de vaste periode bedoel in artikel 8, § 2, van afdeling 3 van boek III, titel VIII, hoofdstuk II van het voormalige Burgerlijk Wetboek niet heeft bereikt, zijn de termijnen bepaald in voornoemde paragraaf, zoals gewijzigd door artikel 8 van dit decreet, onmiddellijk van toepassing.

    Onverminderd lid 2 zijn de termijnen met betrekking tot de pachtovereenkomsten afgesloten op grond van artikel 8, § 3, van afdeling 3 van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, van het voormalige Burgerlijk Wetboek, zoals gewijzigd door artikel 8 van dit decreet, onmiddellijk van toepassing op pachtovereenkomsten...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT