Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam Wonen en van het decreet van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst, de 2 mai 2019

HOOFDSTUK I. - Bepalingen tot wijziging van het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam Wonen

Artikel 1. Artikel 30 van het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam Wonen, opgeheven bij het decreet van 1 juni 2017 houdende wijziging van het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam Wonen wordt hersteld in de volgende lezing:

"Art. 30. De woning van openbaar nut die aan een gemeente of een OCMW toebehoort, die niet in aanmerking gekomen is voor een tegemoetkoming voor haar oprichting of renovatie als transitwoning en de andere woning van openbaar nut die aan een gemeente of een OCMW toebehoort, dan de transitwoning die in aanmerking gekomen is voor een tegemoetkoming voor haar oprichting of renovatie en waarvan de opgelegde duur van bestemming is verstreken, kan volgens de door de Regering vastgestelde modaliteiten als transitwoning erkend worden.".

Art. 2. Artikel 31 van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij het decreet van 1 juni 2017 houdende wijziging van het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam Wonen wordt hersteld in de volgende lezing:

"Art. 31. Wanneer een tegemoetkoming op basis van het in artikel 188 bedoelde programma aan een rechtspersoon wordt toegekend, wordt de toekenning van de tegemoetkoming voor de in artikel 29, § 1, 1°, bedoelde verrichtingen ondergeschikt gemaakt aan de naleving van de volgende voorwaarden:

  1. De rechtspersoon legt het stedenbouwkundig en architectonisch voorontwerp betreffende de opzet van de op te richten, te renoveren, te herstructureren, te verbeteren of vrij te waren woningen, gebouwen en voorzieningen onder de door de Regering vastgestelde voorwaarden en modaliteiten ter goedkeuring voor;

  2. De beslissingen tot vaststelling van de voorwaarden van de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten waarvan het bedrag hoger is dan het bedrag vastgesteld overeenkomstig artikel 42, § 1, 1°, a) van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, worden onder de door de Regering vastgestelde voorwaarden en modaliteiten ter goedkeuring voorgelegd.

    Iedere beslissing m.b.t. de gunning van bovenvermelde opdrachten kan volgens de door de Regering vastgestelde voorwaarden en modaliteiten geschorst of nietig verklaard worden;

  3. Iedere beslissing m.b.t. de gunning van de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten waarvan het bedrag hoger is dan of gelijk is aan het bedrag vastgesteld overeenkomstig artikel 42, § 1, 1°, a) van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, kan volgens de door de Regering vastgestelde voorwaarden en modaliteiten geschorst of nietig verklaard worden;

    § 4. Bij gemotiveerde beslissing en in functie van de omvang van de opdracht en het resultaat van de audit uitgevoerd bij de rechtspersoon kunnen de beslissingen m.b.t. de keuze van de gunningwijze, de vastlegging van de voorwaarden en de gunning van de opdrachten aan bijkomende adviezen voorgelegd worden volgens de door de Regering vastgestelde voorwaarden en modaliteiten.".

    Art. 3. In hetzelfde Wetboek wordt het opschrift van onderafdeling 1 van afdeling 8 van Hoofdstuk I van Titel III vervangen als volgt: "Onderafdeling 1 - Intern auditcomité.".

    Art. 4. Artikel 112 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt:

    "Art. 112. § 1. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 15quater van het decreet van 12 februari 2004 betreffende de overheidsbestuurder, ingevoegd bij het decreet van 29 maart 2008 betreffende de Regeringscommissarissen en de controleopdrachten van de revisoren binnen de instellingen van openbaar nut om belangenconflicten te voorkomen en om de transparantie van de activiteiten en particuliere inkomsten te verzekeren richt de raad van bestuur van de "Société" in zijn midden een auditcomité genoemd "Intern Auditcomité" op.

    Het intern Auditcomité bestaat uit drie leden uit de Raad van bestuur.

    De voorzitter van het intern Auditcomité wordt door de leden van het Comité aangewezen.

    Minstens één lid van het intern Auditcomité beschikt over een praktische ervaring of technische kennis inzake boekhouding en audit.

    De Directeur-generaal van de "Société" en de adjunct-directeur-generaal worden met raadgevende stem op de vergaderingen uitgenodigd.

    § 2. Het intern Auditcomité wordt bijgestaan door:

    1. een vertegenwoordiger van het Rekenhof;

    2. de overeenkomstig artikel 116 aangewezen revisoren;

    3. de Regeringscommissarissen onder de in artikel 115, § 4, gestelde voorwaarden;

  4. een lid van de financiële Informatiecel;

  5. twee vertegenwoordigers van het Gewest, die de Regering aanwijst binnen het Departement Thesaurie van de Waalse Overheidsdienst Begroting, Logistiek en Informatie- en Communicatietechnologieën en van de Inspectie van financiën.

    § 3. De Raad van bestuur bepaalt de opdrachten van het intern Auditcomité, die minimum de volgende opdrachten omvatten:

  6. de mededeling aan de Raad van bestuur van inlichtingen over de resultaten van de wettelijke controle op de jaarrekeningen en van uitleg...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT