Decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, de 19 décembre 2014

Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2. Artikel 1.1.0.0.2 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 wordt vervangen door wat volgt :

"Art. 1.1.0.0.2. In deze codex wordt verstaan onder :

  1. belastingen en toebehoren : de belastingen in hoofdsom waarop deze codex van toepassing is, in voorkomend geval met inbegrip van de opcentiemen of de opdeciem, nalatigheidsinteresten, administratieve geldboetes, belastingverhogingen en kosten van vervolging of tenuitvoerlegging, rechtsplegingsvergoedingen, gerechtskosten en betekeningskosten;

  2. belasting op de inverkeerstelling : de belasting die geheven wordt overeenkomstig de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten en conform de bepalingen van titel 2, hoofdstuk 3, van deze codex;

  3. belastingplichtige : iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon in wiens hoofde een belasting wordt geheven;

  4. belastingschuldige : iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die met toepassing van deze codex of het gemeen recht gehouden is tot de betaling van een belasting;

  5. bevoegd personeelslid : het personeelslid van de Vlaamse administratie dat wordt aangewezen conform de besluiten van de Vlaamse Regering, en dat belast is met de uitvoering van de bepalingen van deze codex;

  6. decreet van 19 april 1995 : het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;

  7. decreet van 22 december 1995 : het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996;

  8. entiteit van de Vlaamse administratie : een intern of extern verzelfstandigd agentschap of een departement als vermeld in het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003 en in de ter uitvoering van dat decreet goedgekeurde oprichtingsbesluiten;

  9. erfbelasting : verzamelterm voor het successierecht en het recht van overgang;

  10. eurovignet : de belasting die geheven wordt overeenkomstig de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten en conform de bepalingen van titel 2, hoofdstuk 4, van deze codex;

  11. kadastraal inkomen : het inkomen, vastgesteld overeenkomstig titel IX van het federale WIB 92 en geïndexeerd overeenkomstig artikel 518 van het federale WIB 92;

  12. kinderen : de afstammelingen van de belastingplichtige en die van zijn echtgenoot of van de wettelijk samenwonende, alsook de kinderen die hij volledig of hoofdzakelijk ten laste heeft;

  13. leegstandsheffing bedrijfsruimten : de belasting die geheven wordt conform de bepalingen van titel 2, hoofdstuk 6, van deze codex;

  14. onroerende voorheffing : de belasting die geheven wordt overeenkomstig de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten en conform de bepalingen van titel 2, hoofdstuk 1, van deze codex;

  15. recht op hypotheekvestiging : de belasting die onder de benaming `registratierecht op de vestiging van een hypotheek op een in België gelegen onroerend goed' geheven wordt overeenkomstig de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten en conform de bepalingen van titel 2, hoofdstuk 11, van deze codex;

  16. recht van overgang : de belasting die onder de benaming `het recht van overgang bij overlijden van niet-rijksinwoners' wordt geheven overeenkomstig de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten en conform de bepalingen van titel 2, hoofdstuk 7, van deze codex;

  17. registratiebelasting : verzamelterm voor de schenkbelasting, het verkooprecht, het verdeelrecht en het recht op hypotheekvestiging;

  18. rijksinwoner : de natuurlijke persoon die naargelang het geval op het ogenblik van zijn overlijden of op het ogenblik van de schenking binnen het Rijk zijn domicilie of de zetel van zijn vermogen heeft gevestigd of de rechtspersoon die op het ogenblik van de schenking binnen het Rijk zijn zetel van werkelijke leiding heeft gevestigd;

  19. schenkbelasting : de belasting die onder de benaming `registratierecht op de schenkingen onder de levenden van roerende of onroerende goederen' geheven wordt overeenkomstig de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten en conform de bepalingen van titel 2, hoofdstuk 8, van deze codex;

  20. successierecht : de belasting die onder de benaming `het successierecht van rijksinwoners' wordt geheven overeenkomstig de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten en conform de bepalingen van titel 2, hoofdstuk 7, van deze codex;

  21. vennootschappen : een vennootschap, vereniging, inrichting of instelling die regelmatig is opgericht, rechtspersoonlijkheid bezit en een onderneming exploiteert of zich bezighoudt met verrichtingen van winstgevende aard. Lichamen met rechtspersoonlijkheid die naar Belgisch recht zijn opgericht en die voor de toepassing van de inkomstenbelastingen worden geacht geen rechtspersoonlijkheid te bezitten, worden niet als vennootschappen aangemerkt;

  22. verdeelrecht : de belasting die onder de benaming `registratierecht op de gedeeltelijke of gehele verdelingen van in België gelegen onroerende goederen, de afstanden onder bezwarende titel, onder mede-eigenaars, van onver|Updeelde delen in soortgelijke goederen, en de omzettingen overeenkomstig artikel 745quater en artikel 745quinquies van het Burgerlijk Wetboek, zelfs indien er geen onverdeeldheid is' geheven wordt overeenkomstig de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten en conform de bepalingen van titel 2, hoofdstuk 10, van deze codex;

  23. verkeersbelasting : de belastingen die geheven worden overeenkomstig de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten en conform de bepalingen van titel 2, hoofdstuk 2, van deze codex;

  24. verkooprecht : de belasting die onder de benaming `registratierecht op de overdrachten onder bezwarende titel van in België gelegen onroerende goederen met uitsluiting van de overdrachten die het gevolg zijn van een inbreng in een vennootschap behalve voor zover het een inbreng betreft door een natuurlijke persoon van een woning in een Belgische vennootschap' geheven wordt overeenkomstig de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten en conform de bepalingen van titel 2, hoofdstuk 9, van deze codex;

  25. verkrottingsheffing woningen en gebouwen : de belasting die geheven wordt conform de bepalingen van titel 2, hoofdstuk 5, van deze codex;

  26. WIB 92 : het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992;

  27. Wetboek van Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten : het wetboek van 30 november 1939 der registratie-, hypotheek- en griffierechten;

  28. Wetboek van Successierechten : het wetboek van 31 maart 1936 der Succes|Upsierechten.

    In titel 2, hoofdstuk 1, wordt verstaan onder :

  29. gehandicapte persoon : de als gehandicapt aangemerkte personen, vermeld in artikel 135, eerste lid, 1°, van het federale WIB 92;

  30. gehandicapt kind : het kind dat voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 47, artikel 56septies of artikel 63 van de Algemene Kinderbijslagwet, en de koninklijke besluiten, genomen ter uitvoering van die bepalingen;

  31. grensarbeider : de persoon die in de grensstreek van een buurland werkt en die volgens het bevolkingsregister op 1 januari van het aanslagjaar zijn woonplaats heeft in de grensstreek van België, waarnaar hij gewoonlijk dagelijks of ten minste eenmaal per week terugkeert.

    In titel 2, hoofdstuk 2, wordt verstaan onder :

  32. stoom- of motorvoertuigen : de motorvoertuigen, omschreven in de reglementering voor de inschrijving van motorvoertuigen en de aanhangwagens, de stoom- of motorvaartuigen en -boten en, in het algemeen, alle stoom- of motorvervoermiddelen tot voortbeweging, alsook de aanhangwagens en opleggers ervan;

  33. lichte vrachtauto : in afwijking van punt 1°, elke auto, opgevat en gebouwd voor het vervoer van zaken waarvan de maximaal toegelaten massa niet meer bedraagt dan 3500 kg en die :

    1. bestaat uit een volledig van de laadruimte afgesloten enkele cabine die ten hoogste twee plaatsen bevat, die van de bestuurder niet inbegrepen, en een open laadbak;

    2. bestaat uit een volledig van de laadruimte afgesloten dubbele cabine die ten hoogste zes plaatsen bevat, die van de bestuurder niet inbegrepen, en een open laadbak;

    3. gelijktijdig bestaat uit een passagiersruimte die ten hoogste twee plaatsen bevat, die van de bestuurder niet inbegrepen, en een daarvan afgesloten laadruimte waarvan de afstand tussen elk punt van de scheidingswand achter de zitplaatsen en de binnenkant van de achterzijde van de laadruimte, gemeten in de langsrichting van het voertuig, op een hoogte van 20 cm boven de vloer, altijd minstens 50 % bedraagt van de lengte van de wielbasis. De laadruimte moet bovendien over haar hele oppervlakte bestaan uit een vaste of duurzaam bevestigde, horizontale laadvloer zonder verankeringsplaatsen voor extra banken, zetels of veiligheidsgordels, die deel uitmaakt van het koetswerk;

    4. gelijktijdig bestaat uit een passagiersruimte die ten hoogste zes plaatsen bevat, die van de bestuurder niet inbegrepen, en een daarvan volledig afgesloten laadruimte waarvan de afstand tussen elk punt van de scheidingswand achter de laatste rij zitplaatsen en de binnenkant van de achterzijde van de laadruimte, gemeten in de langsrichting van het voertuig, op een hoogte van 20 cm boven de vloer, altijd minstens 50 % bedraagt van de lengte van de wielbasis. De laadruimte moet bovendien over haar hele oppervlakte bestaan uit een vaste of duurzaam bevestigde, horizontale laadvloer zonder verankeringsplaatsen voor extra banken, zetels of veiligheidsgordels, die deel uitmaakt van het koetswerk.

    Als het voertuig, aangewezen als lichte vrachtauto in de reglementering, vermeld in punt 1°...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT