Decreet tot wijziging van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie voor wat betreft de pensionering van de statutaire personeelsleden van het plaatselijk openbaar ambt, de 10 janvier 2024
Artikel 1. Artikel 158 van de nieuwe gemeentewet, gewijzigd bij de wet van 7 december 1998, wordt opgeheven, behalve voor politie- en brandweerpersoneel.
Art. 2. In Titel II, hoofdstuk I, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie wordt er een artikel L1212-4 ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. L1212-4. De statutaire personeelsleden worden in ruste gesteld op de leeftijd die wordt bepaald bij de toepasselijke bepalingen inzake wettelijk pensioen.
Het in activiteit blijven na de wettelijke pensioenleeftijd kan op aanvraag van het betrokken personeelslid worden toegestaan door de raad van bestuur. De periode van het in activiteit blijven wordt vastgelegd voor een maximale duur van één jaar. Bedoelde periode kan volgens dezelfde modaliteiten verlengd worden voor een eenmalige nieuwe periode van maximum één jaar.
De toelating geven om zijn ambt langer uit te oefenen kan worden overgedragen aan het gemeentecollege. In dit geval wordt de gemeenteraad op de hoogte gebracht van elke beslissing. ".
Art. 3. In hetzelfde Wetboek wordt een artikel L1523-29 ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. L1523-29. De statutaire personeelsleden worden in ruste gesteld op de leeftijd die wordt bepaald bij de toepasselijke bepalingen inzake wettelijk pensioen.
Het in activiteit blijven na de wettelijke pensioenleeftijd kan op aanvraag van het betrokken personeelslid worden toegestaan door de raad van bestuur. De periode van het in activiteit blijven wordt vastgelegd voor een maximale duur van één jaar. Bedoelde periode kan volgens dezelfde modaliteiten verlengd worden voor een eenmalige nieuwe periode van maximum één jaar.
De toelating geven om zijn ambt langer uit te oefenen kan worden gedelegeerd door de Raad van Bestuur overeenkomstig artikel L1523-18. ".
Art. 4. In hetzelfde Wetboek wordt een artikel L2221-4 ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. L2221-4. De statutaire personeelsleden worden in ruste gesteld op de leeftijd die wordt bepaald bij de toepasselijke bepalingen inzake wettelijk pensioen.
Het in activiteit blijven na de wettelijke pensioenleeftijd kan op aanvraag van het betrokken personeelslid worden toegestaan door de provincieraad. De periode van het in activiteit blijven wordt vastgelegd voor een maximale duur van één jaar. Bedoelde periode kan volgens dezelfde modaliteiten verlengd worden voor een eenmalige nieuwe periode van maximum één jaar.
De toelating geven voor het in...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI