Decreet tot uitvoering van het protocol van sectoraal akkoord 2017-2018 tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de vakverenigingen en de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten, de 25 avril 2019

TITEL I. - Wijzigingen van sommige bepalingen inzake onderwijs

HOOFDSTUK I. - Bepalingen tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs

Artikel 1. In artikel 16, § 4, eerste lid, aangevuld met het decreet van 10 februari 2011, van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, worden de woorden " , van de ambtenaren in het kader van het ACTIVA-plan, van de ambtenaren in het kader van de terbeschikkingstelling van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn met toepassing van artikel 60, § 7, van de organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 8 juli 1976, van de ambtenaren in het kader van het Win-Win-plan, van de ambtenaren in het kader van de IMPULSIONS-maatregelen " ingevoegd tussen de woorden " (ROSETTA) " en " en de ambtenaren in het kader van een arbeidsovereenkomst ".

HOOFDSTUK II. - Bepalingen tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 december 1967 genomen ter uitvoering van artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 februari 1967 houdende vaststelling van de administratieve stand van de leden van het administratief personeel en van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs

Art. 2. In artikel 16 van het koninklijk besluit van 8 december 1967 genomen ter uitvoering van artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 februari 1967 houdende vaststelling van de administratieve stand van de leden van het administratief personeel en van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, worden de woorden " negentig dagen " vervangen door de woorden " honderdtwintig dagen ".

HOOFDSTUK III. - Bepalingen tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch onderwijs, onderwijs voor sociale promotie en kunstonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen

Art. 3. Er wordt een paragraaf 8, 9 en 10 ingevoegd in artikel 48 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch onderwijs, onderwijs voor sociale promotie en kunstonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, luidend als volgt :

" § 8. Het personeelslid dat een ambt uitoefent in een inrichting voor gespecialiseerd onderwijs en dat in dit onderwijs een dienstanciënniteit van minstens tien al dan niet opeenvolgende schooljaren verworven heeft, krijgt de voorrang voor de toepassing van de bepalingen bedoeld in dit artikel.

§ 9. Het personeelslid dat een ambt in een vast opvangtehuis uitoefent en dat in deze categorie van instelling een dienstanciënniteit van ten minste tien al dan niet opeenvolgende schooljaren verworven heeft, krijgt de voorrang voor de toepassing van de bepalingen bedoeld in dit artikel.

§ 10. De prioriteiten bedoeld in de paragrafen 8 en 9 worden op dezelfde voet geplaatst als de prioriteit bedoeld in artikel 14 van het decreet van 30 april 2009 houdende organisatie van een gedifferentieerde omkadering binnen de schoolinrichtingen van de Franse Gemeenschap om alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te bieden in een kwaliteitsvolle pedagogische omgeving. ".

HOOFDSTUK IV. - Bepalingen tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1970 houdende bezoldigingsregeling van het administratief personeel, het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs

Art. 4. In artikel 14, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 1 december 1970 houdende bezoldigingsregeling van het administratief personeel, het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, worden de woorden " , van de ambtenaren in het kader van het ACTIVA-plan, van de ambtenaren in het kader van de terbeschikkingstelling van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn met toepassing van artikel 60, § 7, van de organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 8 juli 1976, van de ambtenaren in het kader van het Win-Win-plan, van de ambtenaren in het kader van de IMPULSIONS-maatregelen " ingevoegd tussen de woorden " (ROSETTA) " en " en de ambtenaren in het kader van een arbeidsovereenkomst. ".

HOOFDSTUK V. - Bepalingen tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 januari 1974 genomen ter toepassing van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen van kleuter-, lager, [gespecialiseerd], middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen

Art. 5. In artikel 21 van het koninklijk besluit van 15 januari 1974 genomen ter toepassing van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen van kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, worden de woorden " negentig dagen " vervangen door de woorden " honderdtwintig dagen ".

Art. 6. In artikel 24 van hetzelfde koninklijk besluit wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, luidend als volgt :

" De aanvraag om verlof moet ten minste één maand voor de aanvang...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT