Decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap., de 10 juillet 2008

HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen.

Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2. Dit decreet is van toepassing op de door de Vlaamse Gemeenschap erkende, gefinancierde of gesubsidieerde centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs, centra voor deeltijdse vorming en centra voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen en op het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen.

Art. 3. Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder :

  1. anderstalige nieuwkomer : een jongere die aan alle volgende voorwaarden voldoet :

    1. een nieuwkomer zijn, dat wil zeggen maximaal één jaar ononderbroken in België verblijven;

    2. het Nederlands niet als moedertaal of thuistaal hebben;

    3. maximaal negen maanden ingeschreven zijn, de maanden juli en augustus niet inbegrepen, in een onderwijsinstelling met het Nederlands als onderwijstaal;

    4. het Nederlands onvoldoende beheersen om deeltijds beroepssecundair onderwijs met goed gevolg te doorlopen;

    5. op 31 december volgend op de aanvang van het schooljaar de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt;

  2. arbeidsdeelname : de volwaardige arbeidsparticipatie van jongeren in het reguliere economische circuit of de daaraan gelijkwaardige activiteiten als vermeld in dit decreet;

  3. betrokken personen : de ouders of de personen die de minderjarige jongere in rechte of in feite onder hun bewaring hebben, dan wel de meerderjarige jongere zelf;

  4. brugproject : een vorm van arbeidsparticipatie, gericht op jongeren die arbeidsbereid zijn, maar hun arbeidsgerichte attitudes en vaardigheden nog verder moeten ontwikkelen;

  5. centrumbestuur : het orgaan dat voor het centrum de bestuurshandelingen verricht, overeenkomstig de door de wet, het decreet, het bijzonder decreet of de statuten toegewezen bevoegdheden;

  6. eindtermen : minimumdoelen die de overheid noodzakelijk en bereikbaar acht voor een bepaalde jongerenpopulatie in het gewoon secundair onderwijs. Met minimumdoelen wordt bedoeld : een minimum aan kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes, bestemd voor die jongerenpopulatie;

  7. inschrijving : de opname in het leerlingenbestand van een door de Vlaamse Gemeenschap erkend, gefinancierd of gesubsidieerd centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs of van een centrum voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen, dan wel de heropname na uitschrijving;

  8. leertijd : de opleiding als vermeld in artikel 26, 1°, van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen;

  9. lokaal comité : het voor arbeidsvoorwaarden en personeelsaangelegenheden bevoegde lokale overlegorgaan of onderhandelingsorgaan;

  10. module : het kleinste te certificeren deel van een opleiding in het deeltijds beroepssecundair onderwijs, dat overeenstemt met een bepaalde inhoud;

  11. onthaalonderwijs : een specifiek en tijdelijk onderwijsaanbod dat anderstalige nieuwkomers voorbereidt op betere doorstroming naar arbeidsdeelname. Dit onderwijsaanbod is gericht op taalvaardigheid, inburgering en zelfredzaamheid;

  12. persoonlijk ontwikkelingstraject : een traject voor kwetsbare jongeren in problematische situaties waarbij, door middel van intensieve individuele begeleiding en aangepaste activiteiten, de zelfredzaamheid en het maatschappelijk functioneren van jongeren wordt verhoogd en waarbij ze op die wijze worden voorbereid op een arbeidsgericht traject;

  13. praktijkcommissie : de commissie als vermeld in artikelen 13 tot en met 18, van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen;

  14. scholengemeenschap : één instelling of een groep van instellingen die binnen een geografische omschrijving gezamenlijk instaat voor de onderwijsvoorziening;

  15. Syntra Vlaanderen : het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen als vermeld in het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen;

  16. trajectbegeleider : een leraar die in het deeltijds beroepssecundair onderwijs met trajectbegeleiding is belast;

  17. trajectbegeleider Syntra Vlaanderen : de leersecretaris als vermeld in artikelen 39 en 40, van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen;

  18. trajectbegeleiding : een continu proces van begeleiding en opvolging van de persoonlijke ontwikkeling en de vorming van jongeren tijdens de component leren en de component werkplekleren en dit in overleg met de betrokken actoren met als ultiem doel de toeleiding naar de arbeidsmarkt;

  19. uur : hetzij een periode van 50 minuten hetzij, maar uitsluitend in het geval van een voortraject, brugproject of arbeidsdeelname, een periode van 60 minuten; om te komen tot het minimaal aantal uren voltijds engagement wordt een uur omgerekend naar een periode van 50 minuten;

  20. VDAB : de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding als vermeld in het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding : de dienst die voor het Vlaamse Gewest bevoegd is voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding en die voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest bevoegd is voor beroepsopleiding;

  21. voortraject : een specifieke opleidings- en begeleidingsmodule, gericht op jongeren met ontoereikende attitudes en vaardigheden die nog geen duidelijk loopbaanperspectief hebben, en dat als traject altijd past in een arbeidsgerichte context.

    HOOFDSTUK II. - Voltijds engagement.

    Art. 4. Het stelsel van leren en werken combineert, voor elke individuele jongere, een component leren en een component werkplekleren. Die combinatie omvat minimaal 28 uren per week, wat een voltijds engagement van de jongere inhoudt, en voldoet voor de vervulling van de deeltijdse leerplicht waaraan de jongere eventueel is onderworpen.

    Art. 5. De component leren kan als volgt worden ingevuld :

  22. via het deeltijds beroepssecundair onderwijs, georganiseerd overeenkomstig de bepalingen van dit decreet;

  23. via de theoretische vorming binnen de leertijd.

    Art. 6. § 1. De invulling van de component werkplekleren is afhankelijk van de invulling van de component leren, zoals hierna bepaald.

    In het deeltijds beroepssecundair onderwijs kan de component werkplekleren als volgt worden ingevuld :

  24. via arbeidsdeelname;

  25. via een brugproject;

  26. via een voortraject.

    In de leertijd kan de component werkplekleren als volgt worden ingevuld :

  27. via de praktijkopleiding binnen de leertijd, die gelijkstaat met arbeidsdeelname;

  28. via een voortraject, doch uitsluitend in geval van ontstentenis van de praktijkopleiding ingevolge verbreking of opschorting van de leerovereenkomst.

    § 2. Voor arbeidsdeelname als vermeld in § 1, tweede lid, 1°, komen in aanmerking :

  29. elke vorm van reguliere al dan niet bezoldigde tewerkstelling op basis van een overeenkomst die zich ontleent aan een wet, decreet of besluit;

  30. het volgen van een sportgerelateerde opleiding binnen het deeltijds beroepssecundair onderwijs, waarbij de opleiding enerzijds een duidelijke beroepskwalificatie moet hebben die op zijn minst minimale aansluiting vindt bij de beoefende sport en anderzijds georganiseerd wordt in overleg met en na formele instemming van een erkende sportfederatie;

  31. het vrijwilligerswerk, zoals bij wet bepaald;

  32. het tijdelijk volgen van een bijkomende opleiding of cursus die specifiek gericht is op het verhogen van de tewerkstellingsperspectieven of inzetbaarheid op de arbeidsmarkt;

  33. het verrichten van culturele, sociale of sportactiviteiten georganiseerd door een instantie van de overheid of erkend door of namens een overheid.

    De invulling van de component werkplekleren door middel van een van voormelde alternatieven kan geenszins afbreuk doen aan artikel 4 dat bepaalt dat de combinatie van de component leren en de component werkplekleren minimaal 28 uren per week omvat.

    § 3. In afwijking van artikel 4 en onverminderd het in § 4 gestelde, is het toegelaten in volgende gevallen de component werkplekleren tijdelijk niet in te vullen :

  34. tijdens de periode tussen het sluiten van een overeenkomst en de inwerkingtreding van die overeenkomst;

  35. tijdens een periode waarin de jongere actief solliciteert met het oog op invulling van de component werkplekleren;

  36. tijdens de periode tussen de inschrijving en de screening als vermeld in artikel 62.

    Het niet invullen van de component werkplekleren kan, afzonderlijk voor het deeltijds beroepssecundair onderwijs en voor de leertijd, maximum 30 dagen per jongere per schooljaar bedragen. Voor de toepassing van deze bepaling worden uitsluitend de gevallen onder 1° en 2° in aanmerking genomen en wordt onder dagen verstaan : alle weekdagen van het schooljaar, met uitzondering van de niet-facultatieve vakantieperiodes zoals bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 2001 houdende de organisatie van het schooljaar in het secundair onderwijs.

    § 4. In overeenstemming met artikel 51, 3°, is het centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs bevoegd om een bepaalde concrete invulling van arbeidsdeelname aan de jongere op te leggen of te ontzeggen. Het centrum zal bij die beslissing alleszins het profiel van de jongere, de meerwaarde voor de component leren en de tijdsduur van de arbeidsdeelname in overweging nemen.

    Indien zich meerdere concrete alternatieven voordoen, dan beslist het centrum na overleg met de betrokken personen. In elk geval moet steeds maximaal worden gestreefd naar een invulling van de component werkplekleren door middel van het in § 2, 1°, gestelde, waarbij er een inhoudelijke aansluiting is op de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT