Decreet over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid in het kader van het decreet van 15 februari 2019 betreffende het jeugddelinquentierecht en tot wijziging van het decreet van 15 februari 2019 betreffende het jeugddelinquentierecht, de 19 juin 2020

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

HOOFDSTUK 2. - Maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid in het kader van het decreet van 15 februari 2019 betreffende het jeugddelinquentierecht

Art. 2. In dit hoofdstuk wordt verstaan onder periode van civiele noodsituatie: de periode van de civiele noodsituatie, vastgesteld conform artikel 2 en 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2020 houdende vaststelling van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid zoals vermeld in het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, met inbegrip van een eventuele verlenging van die periode door de Vlaamse Regering.

Art. 3. Als de termijn, vermeld in artikel 21, § 1, eerste lid, van het decreet van 15 februari 2019 betreffende het jeugddelinquentierecht, afloopt in de periode van de civiele noodsituatie, wordt die termijn voor vier maanden geschorst.

Art. 4. Als een herstelrechtelijk aanbod van bemiddeling of een herstelgericht groepsoverleg als vermeld in artikel 22 van het decreet van 15 februari 2019 betreffende het jeugddelinquentierecht ten gevolge van de civiele noodsituatie niet verder kan worden uitgevoerd, kan het bij rechterlijke beslissing worden geschorst voor maximaal vier maanden.

Art. 5. In afwijking van artikel 23, § 1, vijfde lid, 4°, van het decreet van 15 februari 2019 betreffende het jeugddelinquentierecht kan een positief project dat ten gevolge van de civiele noodsituatie niet verder kan worden uitgevoerd, bij rechterlijke beslissing worden geschorst voor maximaal vier maanden.

Art. 6. In afwijking van artikel 24, derde lid, van het decreet van 15 februari 2019 betreffende het jeugddelinquentierecht kan een ambulante maatregel die ten gevolge van de civiele noodsituatie niet verder kan worden uitgevoerd, bij rechterlijke beslissing worden geschorst voor maximaal vier maanden.

Art. 7. In afwijking van artikel 25, § 2, kan de duur van een voorwaarde die ten gevolge van de civiele noodsituatie niet verder kan worden uitgevoerd, bij rechterlijke beslissing worden geschorst voor maximaal vier maanden.

HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het decreet van 15 februari 2019 betreffende het jeugddelinquentierecht

Art. 8. Aan artikel 2, 19°, van het decreet van 15 februari 2019 betreffende het jeugddelinquentierecht worden de woorden "als vermeld in...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT