20 JUNI 2002. - Decreet betreffende de oprichting van het « Fonds Ecureuil » van de Franse Gemeenschap (1)

De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK I. - Oprichting van het « Fonds Ecureuil » van de Franse Gemeenschap

Artikel 1. Er wordt een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid opgericht onder de benaming « Fonds Ecureuil de la Communauté française » hierna het « Fonds » genoemd. De zetel van het Fonds is gevestigd in het administratief Arrondissement Brussel-Hoofdstad.

Art. 2. De bepalingen van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut zijn van toepassing op het fonds, voor zover dit decreet er niet van afwijkt.

Het Fonds wordt gerangschikt in categorie B van artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut en valt onder het toezicht van de minister belast met de Begroting.

HOOFDSTUK II. - Doel en opdrachten van het Fonds

Art. 3. Het Fonds heeft als doel de financiële reserves aan te leggen en te beheren waarmee aan de Franse Gemeenschap de mogelijkheid wordt geboden :

  1. geheel of gedeeltelijk elke eventuele conjuncturele verlaging van haar institutionele inkomsten te compenseren, die bezorgd worden door de inkomsten bedoeld bij artikel 36, 1° en 2° van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, dat vervangen werd door artikel 25 van de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de Gewesten;

  2. middelen te mobiliseren om onvoorspelbare risico's en lasten op te vangen of om nieuwe beleidsbeslissingen in toepassing te brengen.

    Art. 4. In dit vooruitzicht wordt het Fonds met de volgende opdrachten belast :

  3. zijn inkomsten innen en zijn uitgaven beheren;

  4. zijn reserves aanleggen en beheren;

  5. dotaties toekennen aan de Franse Gemeenschap.

    HOOFDSTUK III. - De Raad van bestuur van het Fonds

    Art. 5. § 1. Het Fonds wordt bestuurd door een raad van bestuur bestaande uit :

  6. leden zo gekozen door de Raad van de Franse Gemeenschap dat elk in de Raad erkende politieke groep door een lid wordt vertegenwoordigd;

  7. twee leden door de Regering gekozen op de voordracht van de Minister belast met de Begroting;

  8. twee leden gekend voor hun algemeen erkende bevoegdheden inzake financiën, gekozen door de Regering op de voordracht van de Minister belast met de Begroting;

  9. desgevallend een lid gekozen door de Regering op de facultatieve voordracht van de Controledienst voor de Verzekeringen;

    § 2. De Regeringscommissaris bedoeld bij artikel 16 woont met raadgevende stem de vergaderingen van de raad van bestuur bij.

    Een vertegenwoordiger van het Rekenhof kan de vergaderingen van de raad van bestuur met raadgevende stem bijwonen.

    § 3. De voorzitter van de raad van bestuur wordt door de Regering benoemd onder de leden van de raad van bestuur.

    § 4. De afgevaardigd bestuurder van het Fonds wordt door de raad van bestuur benoemd onder de bij § 1, 2° bedoelde leden.

    § 5. De hoedanigheid van lid van de raad van bestuur is onverenigbaar met :

  10. de hoedanigheid van lid van een Europese, federale, gewestelijke of communautaire executieve;

  11. de hoedanigheid van lid van een Europese, federale, gewestelijke of communautaire wetgevende vergadering;

  12. met de uitoefening van een mandaat of een beroepsactiviteit waarbij een eigenbelang gemoeid is dat strijdig is met dat van het Fonds of met het vrij beheer van zijn reserves.

    § 6. Iedere bestuurder is verplicht, vóór zijn ambtsbezetting en ingeval er in de loop van het mandaat iets gewijzigd wordt, aan de raad van bestuur de ambten te laten kennen die hij uitoefent en de mandaten die hij bekleedt bij instellingen of bedrijven, publiekrechtelijke of privaat rechtspersonen die een activiteit uitoefenen in de bank- of financiële sector. Er wordt notulen daarvan opgesteld. In geval van twijfel over het bestaan van een eigenbelang strijdig met dit van het Fonds of met het vrij beheer van zijn reserves, wordt er door de raad van bestuur beslecht, zonder dat betrokken bestuurder aanwezig is. Zijn beslissing wordt vermeld in het jaarverslag. Desgevallend beraadslaagt de raad van bestuur, zonder dat betrokkene aanwezig is, over de verenigbaarheid van de bezette mandaten en de uitgeoefende ambten met de hoedanigheid van bestuurder en verzoekt desnoods de bestuurder zijn mandaat of het ambt dat de raad ermee onverenigbaar acht, neer te leggen. Verklaart deze bestuurder zich niet bereid het neer te leggen, dan stelt de raad van bestuur aan de Regering voor deze bestuurder af te zetten. De betrokkene wordt door de raad van bestuur gehoord dat zijn afzetting aan de Regering wordt voorgelegd.

    § 7. Het is de bestuurders, de gemachtigden aangesteld door de raad van bestuur of de personeelsleden van het Fonds niet toegelaten voor rekening van het Fonds rechtstreeks of onrechtstreeks...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT