Decreet houdende wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, van de decreten van 4 mei 2018 over het samenvoegen van welbepaalde gemeenten, van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011 en van het Provinciedecreet van 9 december 2005, de 25 mai 2018

HOOFDSTUK I. - Inleidende bepaling

Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

HOOFDSTUK II. - Wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur

Art. 2. In artikel 156, derde lid, van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur wordt telkens na het woord "schepen" de zinsnede ", voorzitter van de gemeenteraad" ingevoegd.

Art. 3. Aan artikel 238 van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

"De gemeenteraad bepaalt het bedrag van het presentiegeld en de andere vergoedingen die in het kader van de bestuurlijke werking van het autonoom gemeentebedrijf worden toegekend, binnen de limieten en overeenkomstig de toekenningsvoorwaarden, bepaald door de Vlaamse Regering.".

Art. 4. In deel 2, titel 8, hoofdstuk 2, van hetzelfde decreet wordt een afdeling 5/1 ingevoegd, die luidt als volgt:

"Afdeling 5/1. Regeling in geval van bezwaar tegen de verkiezing van de gemeenteraad van de nieuwe gemeente".

Art. 5. In hetzelfde decreet wordt in afdeling 5/1, ingevoegd bij artikel 4, een artikel 355/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:

"Art. 355/1. § 1. In afwijking van artikel 343, 8°, worden de samenvoeging van gemeenten en alle rechtsgevolgen die daar overeenkomstig dit decreet of overeenkomstig andere decreet- of regelgeving aan verbonden zijn, uitgesteld als er een bezwaar wordt ingediend tegen de eerste verkiezing van de nieuwe gemeenteraad en er op 31 december van het jaar waarin de verkiezing wordt georganiseerd, nog geen definitieve uitspraak is.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder definitieve uitspraak verstaan: een in kracht van gewijsde gegaan arrest van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen of, in geval van beroep, van de Raad van State.

§ 2. Als het bezwaar ertoe leidt dat de verkiezing geldig wordt verklaard, wordt de samenvoegingsdatum vastgesteld op de dag waarop de uitslag van de verkiezing definitief is.

Als het bezwaar ertoe leidt dat de verkiezing ongeldig wordt verklaard, wordt de samenvoegingsdatum vastgesteld op de dag waarop de uitslag van de nieuwe verkiezing definitief is.

Voor de toepassing van het eerste en tweede lid wordt de uitslag van een verkiezing definitief geacht zodra er geen beroepsmogelijkheden meer tegen openstaan.".

Art. 6. Aan artikel 382 van hetzelfde decreet wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

"Artikel 41, tweede lid, 6°, 163 tot en met 165, 169, 179, 194 en 208, § 2, tweede lid, zijn van overeenkomstige toepassing op de adjunct-financieeldirecteur, met dien verstande dat het woord "adjunct-algemeen directeur" wordt gelezen als het woord "adjunct-financieeldirecteur".".

Art. 7. In artikel 435, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt tussen het woord "dat" en het woord "op" het woord "louter" ingevoegd.

Art. 8. Aan artikel 474 van hetzelfde decreet wordt een paragraaf 5 toegevoegd, die luidt als volgt:

" § 5. Voor de beslissingen die overeenkomstig deze titel aan de goedkeuring van de toezichthoudende overheid onderworpen zijn, geldt dat de toezichthoudende overheid geacht wordt een goedkeuring te hebben verleend als er uiterlijk op de laatste dag van de termijn, bepaald bij dit decreet, geen beslissing is verstuurd.".

Art. 9. Aan artikel 589 van hetzelfde decreet wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt:

" § 4. Artikel 41, tweede lid, 6°, 163 tot en met 165, 169, 179, 194 en 208, § 2, tweede lid, zijn van overeenkomstige toepassing op de adjunct-financieeldirecteur, met dien verstande dat het woord "adjunct-algemeen directeur" wordt gelezen als het woord "adjunct-financieeldirecteur".".

Art. 10. Aan artikel 603, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt:

"3° een opdrachthoudende vereniging die een opdracht heeft verkregen die een onderdeel vormt van het beheer van de waterketen, vermeld in het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending.".

Art. 11. Aan artikel 604 van hetzelfde decreet wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt:

"3° opdrachthoudende verenigingen die een opdracht hebben verkregen die een onderdeel vormt van het beheer van de waterketen, vermeld in het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending.".

Art. 12. Aan artikel 605 van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

"Artikel 434, § 1, en artikel 443, eerste lid, zijn van toepassing vanaf de eerste algehele vervanging van de raad van bestuur, vermeld in artikel 445, tweede lid.".

Art. 13. In hetzelfde decreet wordt een artikel 607/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:

"Art. 607/1. Uiterlijk vanaf de vernieuwing van de raad van bestuur naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen van 2018, voldoet de samenstelling van de raad van bestuur van de welzijnsvereniging en de autonome verzorgingsinstelling waarvan alle leden openbare rechtspersonen zijn, aan de vereisten van artikel 474, § 3.".

Art. 14. Aan deel 6, titel 2, hoofdstuk 8, van hetzelfde decreet wordt een artikel 608/1 toegevoegd, dat luidt als volgt:

"Art. 608/1. § 1. Verenigingen als vermeld in titel VIII, hoofdstuk I en II, van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn die een ziekenhuis uitbaten, zijn, om in het kader van of ter ondersteuning van hun wettelijke opdrachten en met instemming van hun leden, gerechtigd lid te worden van een vereniging of vennootschap als vermeld in titel VIII van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, of om lid te worden van andere rechtspersonen dan die met een winstoogmerk. Met behoud van andersluidende decretale of wettelijke bepalingen kan dat gepaard gaan met de overdracht of terbeschikkingstelling van infrastructuur en personeel.

§ 2. Personeelsleden van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en personeelsleden van een vereniging als vermeld in titel VIII...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT