Decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en de Codex Secundair Onderwijs, wat de onderwijsdoelen betreft (opschrift gewijzigd door de commissie: ... tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en de Codex Secundair Onderwijs, wat onderwijsdoelen betreft, en tot wijziging van de decreten Rechtspositie onderwijspersoneel), de 26 janvier 2018
HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.
HOOFDSTUK 2. - Basisonderwijs
Art. 2. Artikel 44 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 44. § 1. 1° Ontwikkelingsdoelen voor het gewoon kleuteronderwijs zijn minimumdoelen die het Vlaams Parlement wenselijk acht voor die leerlingenpopulatie. Met minimumdoelen wordt bedoeld: een minimum aan kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes, bestemd voor die leerlingenpopulatie.
Elke school heeft de maatschappelijke opdracht om de ontwikkelingsdoelen met betrekking tot kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes op populatieniveau bij de leerlingen na te streven.
Voor de kwaliteitscontrole in functie van de erkenning en de doorlichting, zoals bedoeld in artikel 32, 1° en 2°, van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van het onderwijs, van de scholen voor het gewoon kleuteronderwijs, baseert de onderwijsinspectie zich op het nastreven van de ontwikkelingsdoelen.
-
Eindtermen voor het gewoon lager onderwijs zijn minimumdoelen die het Vlaams Parlement noodzakelijk en bereikbaar acht voor die leerlingenpopulatie. Met minimumdoelen wordt bedoeld: een minimum aan kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes, bestemd voor die leerlingenpopulatie.
Elke school heeft de maatschappelijke opdracht om de eindtermen met betrekking tot kennis, inzicht, vaardigheden en bepaalde attitudes op populatieniveau bij de leerlingen te bereiken en de eindtermen met betrekking tot bepaalde andere attitudes bij de leerlingen na te streven.
Voor de kwaliteitscontrole in functie van de erkenning en de doorlichting, zoals bedoeld in artikel 32, 1° en 2°, van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van het onderwijs, van de scholen voor het gewoon lager onderwijs, baseert de onderwijsinspectie zich op het bereiken van de eindtermen.
-
Ontwikkelingsdoelen voor het buitengewoon basisonderwijs zijn doelen op het vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die het Vlaams Parlement wenselijk acht voor zoveel mogelijk leerlingen van een bepaalde leerlingenpopulatie.
Elke school heeft de maatschappelijke opdracht om de ontwikkelingsdoelen met betrekking tot kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes bij de leerlingen na te streven indien opgenomen in het handelingsplan, zoals bepaald in artikel 46.
De school kan steeds extra doelen nastreven bij de leerlingen.
Voor de kwaliteitscontrole in functie van de erkenning en de doorlichting, zoals bedoeld in artikel 32, 1° en 2°, van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van het onderwijs, van scholen voor het buitengewoon basisonderwijs, baseert de onderwijsinspectie zich op het nastreven van de ontwikkelingsdoelen via het handelingsplan, zoals bepaald in artikel 46.
-
Voor het onderwijs in godsdienst, niet-confessionele zedenleer en cultuur-beschouwing, zijn er geen ontwikkelingsdoelen of eindtermen.
§ 2. De ontwikkelingsdoelen en eindtermen worden geformuleerd in functie van volgende sleutelcompetenties:
-
competenties op het vlak van lichamelijk, geestelijk en emotioneel bewustzijn en op vlak van lichamelijke, geestelijke en emotionele gezondheid;
-
competenties in het Nederlands;
-
competenties in andere talen;
-
digitale competentie en mediawijsheid;
-
sociaal-relationele competenties;
-
competenties inzake wiskunde, exacte wetenschappen en technologie;
-
burgerschapscompetenties met inbegrip van competenties inzake samenleven;
-
competenties met betrekking tot historisch bewustzijn;
-
competenties met betrekking tot ruimtelijk bewustzijn;
-
competenties inzake duurzaamheid;
-
economische en financiële competenties;
-
juridische competenties;
-
leercompetenties met inbegrip van onderzoekscompetenties, innovatie-denken, creativiteit, probleemoplossend en kritisch denken, systeemdenken, informatie-verwerking en samenwerken;
-
zelfbewustzijn en zelfexpressie, zelfsturing en wendbaarheid;
-
ontwikkeling van initiatief, ambitie, ondernemingszin en loopbaancompetenties;
-
cultureel bewustzijn en culturele expressie.
Het Vlaams Parlement haakt deze ontwikkelingsdoelen en eindtermen niet vast aan leergebieden. Het zijn de schoolbesturen die de verbinding maken tussen de ontwikkelingsdoelen en eindtermen en de in dit decreet opgenomen leergebieden.
§ 3. De ontwikkeling van eindtermen en ontwikkelingsdoelen wordt gecoördineerd door de regering. De regering stelt daartoe een of meerdere ontwikkelcommissies samen die ten minste bestaan uit leerkrachten uit basis- en secundair onderwijs, de vertegenwoordigers van het Gemeenschapsonderwijs en de verenigingen van schoolbesturen van het gesubsidieerd onderwijs en vak- en andere experten uit het hoger onderwijs. De ontwikkelcommissie formuleert een beperkt aantal van sober geformuleerde, duidelijke, competentiegerichte en evalueerbare eindtermen en ontwikkelingsdoelen waar de aspecten kennis, vaardigheden, inzichten en indien van toepassing attitudes aan bod komen. Ze geeft ook het belang en de uitgangspunten ervan aan.
De ontwikkelde eindtermen en ontwikkelingsdoelen worden vervolgens door de ontwikkelcommissie voorgelegd aan een valideringscommissie. De valideringscommissie bestaat uit leden van de onderwijsinspectie en andere experten. De valideringscommissie valideert of stuurt de ontwikkelde eindtermen of ontwikkelingsdoelen terug naar de ontwikkelcommissie met het oog op bijsturing, waarna ze finaal ter validering aan de valideringscommissie worden voorgelegd. De valideringscommissie bewaakt de coherentie, consistentie en evalueerbaarheid van de eindtermen en ontwikkelingsdoelen.
De ontwikkelingsdoelen en eindtermen worden door de regering als een ontwerp van decreet ingediend bij het Vlaams Parlement. Het Vlaams Parlement kan het initiatief nemen de in het eerste lid voorziene procedure op te starten.
De ontwikkelingsdoelen en eindtermen worden periodiek gescreend op hun actualiteitswaarde en worden zo nodig bijgestuurd. De regering bepaalt de procedure voor deze screening en bijsturing.
§ 4. In afwachting van ontwikkelingsdoelen en eindtermen tot stand gekomen in uitvoering van de bepalingen van dit artikel blijven de bestaande ontwikkelingsdoelen en eindtermen van toepassing.
Bij de ontwikkeling en de implementatie van de ontwikkelingsdoelen en eindtermen wordt rekening gehouden met de coherentie en continuïteit over het kleuter- en lager onderwijs heen en de aansluiting op de eindtermen en ontwikkelingsdoelen van het secundair onderwijs, zonder de eigenheid van het basisonderwijs uit het oog te verliezen.
§ 5. Het Vlaams Parlement keurt een beperkt aantal van sober geformuleerde, duidelijke, competentiegerichte en evalueerbare eindtermen en ontwikkelingsdoelen goed waar kennis telkens geëxpliciteerd wordt en vaardigheden, inzichten en indien van toepassing attitudes aan bod komen.".
Art. 3. Artikel 44bis van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 44bis. § 1. Wanneer een schoolbestuur oordeelt dat de eindtermen of de ontwikkelingsdoelen onvoldoende ruimte laten voor de eigen pedagogische en onderwijskundige opvattingen of ermee onverzoenbaar zijn, dient het bij de regering een aanvraag tot gelijkwaardigheid in door vervangende eindtermen en/of ontwikkelingsdoelen voor te stellen. De indiening gebeurt uiterlijk op 1 september van het schooljaar voorafgaand aan het schooljaar waarin de vervangende eindtermen of ontwikkelingsdoelen zullen gelden.
Wanneer de aanvraag gebeurt ingevolge een wijziging van ontwikkelingsdoelen of eindtermen door het Vlaams Parlement, geldt een gedoogperiode van één volledig schooljaar waarbinnen de aanvrager nog met de oude eindtermen of in voorkomend geval oude afwijkende eindtermen mag werken.
De aanvraag is slechts ontvankelijk indien precies wordt aangegeven waarom de eindtermen of de ontwikkelingsdoelen onvoldoende ruimte laten voor de eigen pedagogische en onderwijskundige opvattingen of waarom ze ermee onverzoenbaar zijn. Het schoolbestuur stelt in dezelfde aanvraag vervangende eindtermen of ontwikkelingsdoelen voor.
§ 2. De regering beoordeelt of de aanvraag ontvankelijk is en, zo ja, of de vervangende eindtermen of ontwikkelingsdoelen in hun geheel gelijkwaardig zijn met deze eindtermen of ontwikkelingsdoelen goedgekeurd door het Vlaams Parlement, en bijgevolg toelaten gelijkwaardige studiebewijzen af te leveren. De regering beslist uiterlijk op 31 december van het voorafgaande schooljaar over de aanvraag.
De gelijkwaardigheid wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:
-
-
het respect voor de fundamentele rechten en vrijheden;
-
de vereiste inhoud, in functie van de sleutelcompetenties, zoals bepaald in artikel 44;
-
de formulering
-
gebeurt onder de vorm van ontwikkelingsdoelen of eindtermen, naargelang van het geval;
-
laat toe om na te gaan in welke mate bij een leerlingenpopulatie ontwikkelingsdoelen worden nagestreefd of eindtermen worden bereikt.
Voor de beoordeling van de ontvankelijkheid en van de gelijkwaardigheid wordt het gemotiveerd advies ingewonnen van een commissie van deskundigen en van de onderwijsinspectie en wordt telkens de aanvrager gehoord. De regering bepaalt de verdere regels voor de samenstelling van de commissie van deskundigen en van de procedure.
§ 3. De vervangende eindtermen of ontwikkelingsdoelen die door de regering ontvankelijk en gelijkwaardig zijn beoordeeld, worden binnen zes maanden ter goedkeuring ingediend bij het Vlaams Parlement.".
Art. 4. Artikel 45 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 45. § 1. Vanuit de ontwikkelingsdoelen voor het gewoon kleuteronderwijs en de eindtermen voor het gewoon lager...
-
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI