Decreet houdende wijziging van het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam Wonen, de 1 juin 2017

Artikel 1. In artikel 1 van het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam Wonen van 29 oktober 1998, zoals gewijzigd bij het decreet van 17 december 2015 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. punt 6° wordt vervangen als volgt:

    "6° gemeenschappelijke woning: de woning waarvan ten minste één woonvertrek of één sanitaire ruimte gebruikt wordt door verscheidene meerderjarige personen die niet eenzelfde gezin vormen.",

  2. punt 7° wordt vervangen als volgt:

    "7° integratiewoning: de woning van openbaar nut die de integratie van gezinnen van categorie 1 beoogt en die uitsluitend bestemd is voor de huisvesting van bedoelde gezinnen. De terbeschikkingstelling van een integratiewoning wordt aangevuld met een sociale begeleiding.";

  3. punt 8° wordt vervangen als volgt:

    "8° transitwoning : de woning van openbaar nut die uitsluitend bestemd is om een tijdelijk onderkomen te bezorgen aan gezinnen van categorie 1 of gezinnen die door overmacht hun woning verliezen. De terbeschikkingstelling van een transitwoning wordt aangevuld met een sociale begeleiding.";

  4. punt 9° wordt vervangen als volgt:

    "9° woning van openbaar nut: de woning waarop een vastgoedbeheerder houder is van zakelijke rechten, die door hem wordt beheerd of gehuurd en die bestemd is om bewoond te worden in het kader van het door het Gewest uitgestippelde sociaal beleid";

  5. 10° wordt opgeheven;

  6. in 11°bis worden de woorden "begeleide sociale woning" vervangen door de woorden "begeleide woning van openbaar nut" en worden de woorden "sociale woning" vervangen door de woorden "woning van openbaar nut";

  7. 11°ter wordt vervangen als volgt:

    " 11°ter sociale begeleiding: geheel van middelen die door de sociale actoren ingezet worden om de bewoners van een door een vastgoedbeheerder beheerde of verhuurde woning te helpen, en die de bevordering van de toegang tot een woning, toegang tot de eigendom en het behoud van een woning beogen. Die begeleiding wordt op individuele en/of collectieve wijze uitgevoerd, waarbij de intimiteit met het oog op autonomie wordt beschermd";

  8. in 18°bis worden de woorden "aan een gezin met een gemiddeld of bescheiden inkomen of aan een gezin dat in een precaire toestand verkeert" vervangen door de woorden "aan een gezin van categorie 1, 2 of 3";

  9. in 29° worden volgende wijzigingen aangebracht:

  10. de woorden "gezin in een precaire toestand " worden vervangen door de woorden "gezin van categorie 1";

    2) het tweede lid wordt vervangen als volgt:

    "De sub a., b. en c. bedoelde personen mogen geen woning in volle eigendom of in vruchtgebruik hebben, behalve:

    1° als het gaat om een onverbeterbare of onbewoonbare woning;

    2° als ze het beheer daarvan hebben toevertrouwd aan een vastgoedbeheerder;

    3° in specifieke gevallen bepaald door de Regering";

  11. in 30° worden volgende wijzigingen aangebracht:

    1 ) de woorden "gezin met een bescheiden inkomen " worden vervangen door de woorden "gezin van categorie 2";

    2) het tweede lid wordt vervangen als volgt:

    "De sub a. en b. bedoelde personen mogen geen woning in volle eigendom of in vruchtgebruik hebben, behalve:

    1° als het gaat om een onverbeterbare of onbewoonbare woning;

    2° als ze het beheer daarvan hebben toevertrouwd aan een vastgoedbeheerder;

    3° in specifieke gevallen bepaald door de Regering";

  12. in 31° worden volgende wijzigingen aangebracht:

  13. de woorden "gezin met een gemiddeld inkomen" worden vervangen door de woorden "gezin van categorie 3";

  14. in a) worden de woorden "een bescheiden inkomen " vervangen door de woorden "een inkomen van de gezinnen van categorie 2" en wordt het getal "31 000" vervangen door het getal "41 000";

    c ) in b) worden de woorden "hoger is dan een bescheiden inkomen" vervangen door de woorden "hoger is dan het inkomen van de gezinnen van categorie 2" en wordt het getal "37 500" vervangen door het getal "50 000";

  15. het tweede lid wordt vervangen door wat volgt:

    "De sub a. en b. bedoelde personen mogen geen woning in volle eigendom of in vruchtgebruik hebben, behalve:

    1° als het gaat om een onverbeterbare of onbewoonbare woning;

    2° als ze het beheer daarvan hebben toevertrouwd aan een vastgoedbeheerder;

    3° in specifieke gevallen bepaald door de Regering";

  16. in 36° worden de woorden "aan gezinnen die in een precaire toestand verkeren, aan gezinnen met een bescheiden of een gemiddeld inkomen" vervangen door de woorden "aan gezinnen van categorie 1, 2 of 3";

  17. de opsomming wordt aangevuld met de punten 38° en 39°, luidend als volgt:

    "38° glijdende huurovereenkomst: huurovereenkomst in de zin van het Burgerlijk Wetboek, gesloten tussen een verhuurder en één van de door de Regering bepaalde vastgoedbeheerders met het oog op een onderverhuring aan een persoon in precaire toestand aan wie aan het einde van zijn begeleiding en voor zover de doelstellingen ervan worden bereikt, de hoofdhuurovereenkomst automatisch kan worden afgestaan, waarvan ze op die manier de rechtstreekse huurder wordt;

    39° solidair wonen: woning met minimum één gemeenschappelijke ruimte en bewoond door verschillende gezinnen waaronder minstens één in een precaire toestand; ze beschikken elk over minimum één privatieve ruimte en ze hebben er zich schriftelijk toe verbonden een solidair levensproject aan te gaan, met uitzondering van elke andere gemeenschappelijke woning geregeld door een bijzondere wetgeving.".

    Art. 2. In artikel 2 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij het decreet van 9 februari 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    1° in § 1 moeten na de woorden "een gezonde woning" de woorden "die aan minimale veiligheidscriteria voldoet" toegevoegd worden;

    2° in § 2 worden volgende wijzigingen aangebracht:

  18. de woorden "gezinnen met een bescheiden inkomen en van gezinnen in een precaire toestand " worden vervangen door de woorden "gezinnen van categorie 1 en 2";

  19. er wordt een tweede lid toegevoegd, luidend als volgt:

    "Dit Wetboek en de uitvoeringsbesluiten ervan beogen de uitvoering van het sociaal huisvestingsbeleid";

    3° paragraaf 3 wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt:

    "Het Gewest en de vastgoedbeheerders bevorderen de informatie m.b.t. de preventiemaatregelen inzake veiligheid van de woningen.".

    Art. 3. Artikel 7 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt:

    "Art. 7.De burgemeester beslist over het onderzoekverslag binnen drie maanden na ontvangst ervan, indien het onderzoek door een ambtenaar of een personeelslid van het bestuur is uitgevoerd, of na uitvoering ervan, indien het onderzoek door een gemeentebeambte is uitgevoerd.

    Behalve bij dringende spoed is de burgemeester ertoe verplicht, elke houder van zakelijke rechten op de woning die bij het onderzoeksverslag betrokken is en, indien de woning in huur gegeven is, de verhuurder van de woning evenals diens eventuele bewoner te horen wanneer zij zijn geïdentificeerd en indien zij dat wensen. De verhoorprocedure wordt door de Regering vastgesteld.

    Onverminderd artikel 201 treft de burgemeester bewarende maatregelen, geeft hij bevel tot uitvoering van renovatie-, herstructurerings-, slopingswerken of legt hij het bewoningsverbod op. Indien hij het bewoningsverbod krachtens dit Wetboek of artikel 135, § 2, van de nieuwe gemeentewet oplegt en de gebruiker uit de woning zet, dient laatstgenoemde een voorstel tot herhuisvesting te worden aangeboden, wanneer de termijn tussen het voorstel van bewoningsverbod en de voorziene uitzettingsdatum het de bewoners niet mogelijk maakt om een woning terug te vinden, uiterlijk op het moment van uitzetting, volgens de procedure en binnen de perken bepaald in artikel 7bis.

    In afwijking van het vorige lid kan de burgemeester, in geval van noodtoestand rechtstreeks gebonden aan de gezondheid of de veiligheid van de bewoners, afwijken van de in artikel 7bis bedoelde procedure.

    Indien de houder van zakelijke rechten op de woning de werken niet uitvoert, neemt de burgemeester de uitvoering ervan op zich. De gemaakte kosten moeten door elke houder van zakelijke rechten en, indien de woning verhuurd wordt, door de verhuurder, worden terugbetaald.

    De burgemeester deelt de door hem getroffen maatregelen aan de Regering mee.

    Indien de burgemeester verzuimt een beslissing te nemen binnen de termijn bedoeld in het eerste lid of indien de Regering de door hem opgelegde maatregelen onvoldoende acht, kan ze de plaats van de burgemeester innemen om de toegang tot of het betrekken van de woning waarvoor een onderzoek loopt, te ontzeggen.

    Indien de Regering het bewoningsverbod oplegt en de burgemeester de gebruiker uit de woning zet, dient laatstgenoemde een voorstel tot herhuisvesting te worden aangeboden, wanneer de termijn tussen het voorstel van bewoningsverbod en de voorziene uitzettingsdatum het de bewoners niet mogelijk maakt om een woning terug te vinden, uiterlijk op het moment van uitzetting, volgens de procedure en binnen de perken bepaald in artikel 7bis.

    De voor de uitvoering van deze maatregel in acht te nemen termijnen worden door de Regering bepaald.

    Art. 4. In hetzelfde Wetboek wordt, tussen artikel 7 en artikel 7bis, dat artikel 7ter is geworden, een artikel 7bis, ingevoegd luidend als volgt:

    "Art. 7bis. De burgemeester maakt een voorstel tot herhuisvesting aan de gebruiker die krachtens artikel 7, derde lid, of zevende lid, wordt ontzet, als één van de volgende woningen beschikbaar is:

    1. transitwoningen;

    2. woningen die, overeenkomstig artikel 132, aan het OCMW of aan een instelling met sociale doeleinden worden verhuurd;

    3. woningen die, overeenkomstig artikel 193, door een sociaal vastgoedagentschap worden beheerd;

    4. woonstructuren die door erkende instellingen worden vervuld krachtens het decreet van 12 februari 2004 betreffende de opvang van, het verschaffen van een onderkomen aan en de begeleiding van in sociale moeilijkheden verkerende personen, of krachtens het decreet van 9 mei 1994 houdende de erkenning van inrichting die personen in een noodtoestand voorlopig...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT