Decreet houdende de organisatie van pleegzorg, de 29 juin 2012

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2. In dit decreet wordt verstaan onder :

  1. behandelingspleegzorg : een vorm van pleegzorg waarbij een dienst voor pleegzorg al dan niet in combinatie met een andere typemodule buiten de pleegzorg of een andere vorm van hulp- en dienstverlening of in samenwerking met een psychiatrische ziekenhuisdienst wat de psychiatrische gezinsverpleging betreft, voorziet in een behandeling voor een pleegkind of een pleeggast en een intensieve training en begeleiding van de pleegzorger;

  2. bestandspleeggezin : een pleeggezin dat een pleegkind of een pleeggast opvangt die voordien geen deel uitmaakte van het eigen familiale of sociale netwerk;

  3. module : een afgebakende eenheid van hulpverlening of zorg, gebaseerd op één typemodule;

  4. netwerkpleeggezin : een pleeggezin dat een pleegkind of een pleeggast uit het eigen familiale of sociale netwerk opvangt;

  5. ondersteunende pleegzorg : een vorm van pleegzorg ter ondersteuning van het gezin van het pleegkind of de pleeggast, hetzij voor een korte aaneengesloten periode, hetzij met afwisselend verblijf in dit gezin en in het pleeggezin voor meerdere korte periodes;

  6. perspectiefbiedende pleegzorg : pleegzorg met een continu en langdurig karakter;

  7. perspectiefzoekende pleegzorg : een vorm van pleegzorg gedurende een periode van maximaal zes maanden, eenmalig verlengbaar met maximaal zes maanden, waarbij een duidelijk perspectief voor het pleegkind of de pleeggast wordt ontwikkeld;

  8. pleeggast : elke meerderjarige voor wie pleegzorg wordt georganiseerd;

  9. pleeggezin : het gezin van de pleegzorger;

  10. pleegkind : elke minderjarige voor wie pleegzorg wordt georganiseerd;

  11. pleegzorg : zorg waarbij een pleegzorger vrijwillig, onder begeleiding van een dienst voor pleegzorg en tegen een kostenvergoeding, een of meerdere pleegkinderen en/of pleeggasten opvangt;

  12. pleegzorger : een meerderjarige natuurlijke persoon die een of meer pleegkinderen en/of pleeggasten in het eigen gezin opvangt;

  13. psychiatrische gezinsverpleging : de functie zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 10 april 1991 houdende vaststelling van de normen waaraan de functie van psychiatrische gezinsverpleging moet voldoen om te worden erkend;

  14. typemodule : een eenheid van hulpverlening of zorg, gebaseerd op een functie of op een specifiek omschreven kernproces van hulpverlening of zorg.

    HOOFDSTUK 2. - Aanbod van pleegzorg

    Art. 3. De Vlaamse Regering bepaalt de typemodules binnen de pleegzorg op basis van frequentie, duur, intensiteit en doelgroep en de procedure voor het beschrijven van de modules binnen de pleegzorg.

    De typemodules en modules binnen de pleegzorg maken deel uit van een van de volgende vormen van pleegzorg :

  15. ondersteunende pleegzorg;

  16. perspectiefzoekende pleegzorg;

  17. perspectiefbiedende pleegzorg;

  18. behandelingspleegzorg.

    Art. 4. De Vlaamse Regering bepaalt welke typemodules als bedoeld in artikel 3 rechtstreeks en niet rechtstreeks toegankelijk zijn, met dien verstande dat minstens de typemodules binnen de ondersteunende pleegzorg rechtstreeks toegankelijk zijn.

    Art. 5. De Vlaamse Regering bepaalt welke typemodules in de pleegzorg gecombineerd kunnen worden met andere typemodules buiten de pleegzorg of andere vormen van hulpen dienstverlening met dien verstande dat pleegzorg minstens kan worden gecombineerd, onder de voorwaarden die de Vlaamse Regering bepaalt, met thuisbegeleiding als bedoeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 1996 betreffende de erkenning en subsidiëring van thuisbegeleidingsdiensten voor personen met een handicap en in artikel 17 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand.

    Art. 6. De Vlaamse Regering kan de psychiatrische gezinsverpleging van een psychiatrische ziekenhuisdienst als bedoeld in artikel 2, 13°, slechts erkennen op basis van een samenwerkingsovereenkomst tussen het betrokken ziekenhuis en een vergunde dienst voor pleegzorg. Deze overeenkomst heeft minstens betrekking op de elementen als bedoeld in artikel 7, § 2, 2°, 3°, 6°, 7°, 8°, 9°, 10°, 11°, 12° en 15°.

    HOOFDSTUK 3. - Diensten voor pleegzorg

    Afdeling 1. - Opdracht en taken van de diensten voor pleegzorg

    Art. 7. § 1. Een dienst voor pleegzorg biedt ondersteunende pleegzorg, met inbegrip van crisispleegzorg, perspectiefzoekende pleegzorg, perspectiefbiedende pleegzorg en behandelingspleegzorg aan.

    § 2. Een dienst voor pleegzorg heeft de volgende taken :

  19. in samenwerking met de partnerorganisatie, als bedoeld in artikel 19, pleegzorg bekendmaken;

  20. het actief zoeken naar mogelijke netwerkpleeggezinnen en het werven van mogelijke bestandspleeggezinnen;

  21. het screenen van kandidaat-pleeggezinnen en pleeggezinnen;

  22. het oriënteren van kandidaat-pleeggezinnen naar een of meerdere vormen van pleegzorg als bedoeld in artikel 3;

  23. het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst met een ziekenhuis als bedoeld in artikel 6, voor zover de psychiatrische gezinsverpleging in het werkingsgebied van de dienst wordt aangeboden;

  24. het onthaal en de verheldering van de zorgvraag van een persoon of zijn wettelijke vertegenwoordiger en het desgevallend indiceren van rechtstreeks toegankelijke pleegzorg als bedoeld in artikel 4, waarbij het onthaal, de verheldering van de zorgvraag en de indicatiestelling maximaal gebeuren in dialoog met deze persoon en zijn wettelijke vertegenwoordiger;

  25. het zoeken naar het meest geschikte pleeggezin voor een persoon voor wie pleegzorg wordt georganiseerd;

  26. de vorming van kandidaat-pleegzorgers, pleegzorgers en pleeggezinnen;

  27. het instaan voor een correcte en passende informatieverstrekking aan het pleegkind of de pleeggast over de aard en de draagwijdte van de pleegzorg;

  28. de begeleiding van pleegkinderen of pleeggasten;

  29. de ondersteuning en begeleiding van pleegzorgers en pleeggezinnen;

  30. de pleegzorggebonden begeleiding van de gezinnen waarvan de ouders of wettelijke vertegenwoordigers van de pleegkinderen of de pleeggasten deel uitmaken;

  31. het organiseren van een participatieraad met een vertegenwoordiging van de pleegkinderen, de pleeggasten, de gezinnen waarvan de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers van de pleegkinderen of de pleeggasten deel uitmaken en de pleegzorgers, die op eigen initiatief of op verzoek van de dienst voor pleegzorg advies uitbrengt over de werking van de dienst;

  32. het instaan voor een naadloze overgang bij het beëindigen van pleegzorg voor de pleegkinderen, de pleeggasten, de gezinnen waarvan de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers van de pleegkinderen of de pleeggasten deel uitmaken, de pleegzorgers en de pleeggezinnen;

  33. het instaan voor zorgcontinuïteit, onder meer naar aanleiding van de overgang van minderjarigen- naar meerderjarigenzorg;

  34. het aanbieden van een passende nazorg voor de pleegkinderen, de pleeggasten, de gezinnen waarvan de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers van de pleegkinderen of de pleeggasten deel uitmaken, de pleegzorgers en de pleeggezinnen.

    De Vlaamse Regering kan bijkomende taken bepalen voor de diensten voor pleegzorg.

    Afdeling 2. - Programmatie en het werkingsgebied van de diensten voor pleegzorg

    Art. 8. Per provincie kan maximaal één dienst voor pleegzorg worden vergund.

    Art. 9. Het werkingsgebied van een dienst voor pleegzorg is beperkt tot de provincie waarvoor de dienst is vergund. Het werkingsgebied van de dienst voor pleegzorg die vergund is voor de provincie Vlaams-Brabant, strekt zich uit tot het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.

    Onverminderd het eerste lid kan een persoon worden opgevangen in een pleeggezin waarvan de verblijfplaats gelegen is in een andere provincie dan deze van deze persoon, met dien verstande dat de dienst voor pleegzorg gelegen in de provincie van het pleeggezin de dienstverlening verzekert. Diensten voor pleegzorg sluiten hierover samenwerkingsovereenkomsten.

    Afdeling 3. - Vergunning van de diensten voor pleegzorg

    Art. 10. Een dienst voor pleegzorg mag zijn activiteiten pas uitoefenen nadat de Vlaamse Regering de dienst heeft vergund.

    Art. 11...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT