Decreet houdende de gemeentewegen, de 3 mai 2019

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen en definities

Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2. Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder:

  1. aangelanden: de eigenaars van percelen die palen aan een gemeenteweg of die door een gemeenteweg worden doorkruist;

  2. beheer van een gemeenteweg: het onderhoud, de vrijwaring van de toegankelijkheid en de verbetering van een gemeenteweg, alsook de nodige maatregelen tot herwaardering van in onbruik geraakte gemeentewegen;

  3. beveiligde zending: een van de hierna volgende betekeningswijzen:

    1. een aangetekend schrijven;

    2. een afgifte tegen ontvangstbewijs;

    3. elke andere door de Vlaamse Regering toegelaten betekeningswijze, waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld;

  4. departement: het Departement Mobiliteit en Openbare Werken;

  5. gemeentelijk rooilijnplan: grafisch verordenend plan waarbij de huidige en toekomstige grenzen van een of meer gemeentewegen worden bepaald. Het gemeentelijk rooilijnplan geeft een openbare bestemming aan de gronden die in de gemeenteweg opgenomen zijn of opgenomen zullen worden;

  6. gemeenteweg: een openbare weg die onder het rechtstreekse en onmiddellijke beheer van de gemeente valt, ongeacht de eigenaar van de grond;

  7. overtreder: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die de overtreding heeft begaan, er opdracht toe heeft gegeven of er zijn medewerking aan heeft verleend;

  8. projectbesluit: een besluit als vermeld in artikel 2, 10°, van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten;

  9. rooilijn: de huidige of de toekomstige grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen, vastgelegd in een rooilijnplan. Als een rooilijnplan ontbreekt, is de rooilijn de huidige grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen;

  10. trage weg: een gemeenteweg die hoofdzakelijk bestemd is voor niet-gemotoriseerd verkeer;

  11. verplaatsing van een gemeenteweg: de vervanging van een af te schaffen gemeenteweg of een gedeelte daarvan door een nieuwe gemeenteweg of een nieuw wegdeel;

  12. wijziging van een gemeenteweg: de aanpassing van de breedte van de bedding van een gemeenteweg, met uitsluiting van verfraaiings-, uitrustings- of herstelwerkzaamheden.

    Art. 3. Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.

    Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:

  13. de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;

  14. de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.

    Art. 4. Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:

  15. wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;

  16. een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;

  17. de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;

  18. wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;

  19. bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.

    Art. 5. Binnen de perken van de begroting kan de Vlaamse Regering subsidies verlenen aan gemeenten voor de opmaak van een gemeentelijk beleidskader en gemeentelijke actieplannen als vermeld in hoofdstuk 2.

    HOOFDSTUK 2. - Gemeentelijk beleidskader en actieplannen

    Art. 6. § 1. De gemeenten nemen bij beslissingen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentelijke wegen de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4, in acht. Ze kunnen die doelstellingen en principes binnen het decretale kader verfijnen, concretiseren en aanvullen in een gemeentelijk beleidskader. Dat gemeentelijk beleidskader omvat een visie en operationele beleidskeuzes voor de gewenste ruimtelijke structuur van het gemeentelijk wegennet. Het omvat minstens ook een afwegingskader voor wijzigingen aan het netwerk van gemeentewegen. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen over de inhoud van een beleidskader.

    De gemeente kan in het gemeentelijk beleidskader verschillende categorieën van gemeentewegen onderscheiden.

    § 2. Het college van burgemeester en schepenen besluit tot het opmaken van een beleidskader en neemt daarvoor de nodige maatregelen. Het college van burgemeester en schepenen besluit daarnaast ook tot het opmaken van een voorstel van participatietraject, waarin ten minste één participatiemoment en een openbaar onderzoek is opgenomen.

    De gemeenteraad stelt het ontwerp van gemeentelijk beleidskader voorlopig vast en keurt het voorstel van participatietraject goed.

    Na de voorlopige vaststelling wordt het ontwerp van gemeentelijk beleidskader onmiddellijk opgestuurd naar het departement en de deputatie van de provincie waarin de gemeente ligt. Uiterlijk de laatste dag van het openbaar onderzoek bezorgen het departement en de deputatie hun advies over het ontwerp van gemeentelijk beleidskader aan de gemeente.

    Na afloop van het participatietraject stelt de gemeenteraad het gemeentelijk beleidskader definitief vast. Bij de definitieve vaststelling kunnen ten opzichte van het voorlopig vastgestelde beleidskader alleen wijzigingen worden aangebracht die zijn gebaseerd op of voortvloeien uit de adviezen, de opmerkingen en bezwaren van het openbaar onderzoek of andere vormen van participatie.

    Het vaststellingsbesluit wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en op de gemeentelijke website.

    § 3. De regels voor de opmaak en de vaststelling van een gemeentelijk beleidskader zijn van toepassing op de herziening ervan. De herziening kan gedeeltelijk zijn.

    § 4. Het beleidskader kan geïntegreerd worden in het gemeentelijk mobiliteitsplan, het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan of het gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan. In dat geval volgt de vaststelling de procedureregels voor de opmaak van het mobiliteitsplan, het ruimtelijk structuurplan of het ruimtelijk beleidsplan.

    Art. 7. § 1. Ter uitvoering van het gemeentelijk beleidskader, vermeld in artikel 6, kunnen gemeenten een of meer actieplannen opmaken en alle nodige beheersmaatregelen als vermeld in hoofdstuk 4, nemen.

    Een actieplan omvat de operationalisering van de beleidskeuzes aan de hand van concrete acties en programma's voor de volledige gemeente of voor een deel ervan. Die actieplannen kunnen generieke of gebiedspecifieke acties bevatten.

    § 2. De gemeenteraad keurt het gemeentelijk actieplan goed na advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening en maakt het actieplan bekend via de gemeentelijke website.

    HOOFDSTUK 3. - Aanleg, wijziging, verplaatsing en opheffing van gemeentewegen

    Afdeling 1. - Algemene beginselen

    Art. 8. Niemand kan een gemeenteweg aanleggen, wijzigen, verplaatsen of opheffen zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad.

    Art. 9. Bij verplaatsing van een gemeenteweg geldt dat het bestaande tracé een gemeenteweg blijft totdat het nieuwe tracé openstaat voor het publiek.

    Art. 10. Bij beslissingen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6.

    Art. 11. § 1. De gemeenten leggen de ligging en de breedte van de gemeentewegen op hun grondgebied vast in gemeentelijke rooilijnplannen, ongeacht de eigenaar van de grond.

    De gemeentelijke rooilijnplannen komen tot stand op de wijze, vermeld in afdeling 2. De procedure voor het tot stand komen van gemeentelijke rooilijnplannen is ook van toepassing op het wijzigen ervan.

    § 2. De opheffing van een gemeenteweg gebeurt door een besluit tot opheffing van de rooilijn, in voorkomend geval met inbegrip van het daartoe vastgestelde rooilijnplan, op de wijze, vermeld in afdeling 3.

    Art. 12. § 1. In afwijking van artikel 11 kan een gemeentelijk rooilijnplan, de wijziging van een gemeentelijk rooilijnplan of de opheffing van een gemeenteweg ook opgenomen worden in een ruimtelijk uitvoeringsplan of in het herkenbare onderdeel van een projectbesluit dat geldt als ruimtelijk uitvoeringsplan als vermeld in artikel 2.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Het rooilijnplan, de wijziging ervan of de opheffing van de gemeenteweg wordt dan tegelijk met dat ruimtelijk uitvoeringsplan of projectbesluit onderworpen aan de procedureregels voor het opstellen van dat ruimtelijk uitvoeringsplan of het vaststellen van het projectbesluit.

    § 2. In afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.

    Als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeentelijk rooilijnplan dat niet in een ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen, neemt de gemeenteraad eerst een beslissing over...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT