Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2015, de 3 juillet 2015

HOOFDSTUK 1. - Algemeen

Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

HOOFDSTUK 2. - Onderwijs

Afdeling 1. - Expertisenetwerken

Art. 2. In artikel II.116 van de Codex Hoger Onderwijs, gecodificeerd op 11 oktober 2013, wordt de zinsnede "begrotingsjaar 2015 2.589.000 euro" vervangen door de zinsnede "begrotingsjaar 2015 1.589.000 euro".

Art. 3. In artikel 72 van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs wordt de zinsnede "begrotingsjaar 2010 2.877.000 euro" vervangen door de zinsnede "begrotingsjaar 2015 1.589.000 euro".

Afdeling 2. - Centra voor leerlingenbegeleiding

Art. 4. Artikel 71/1 van het decreet van 1 december 1998 betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding, ingevoegd bij het decreet van 19 december 2014, wordt opgeheven.

Afdeling 3. - Schoolinfrastructuur

Art. 5. In artikel 41 van het decreet van 7 juli 2006 betreffende de inhaalbeweging voor schoolinfrastructuur worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. in paragraaf 1 worden de woorden "binnen de vier jaar na het afsluiten van de overeenkomst" opgeheven;

  2. in paragraaf 3 worden de woorden "derde, vierde jaar en vijfde" opgeheven.

    Afdeling 4. - Investeringskredieten voor universiteiten

    Art. 6. In artikel III.54 van de Codex Hoger Onderwijs, zoals gecodificeerd op 11 oktober 2013, wordt paragraaf 3 vervangen door wat volgt :

    " § 3. Vanaf het begrotingsjaar 2015 wordt het basisbedrag van de investeringskredieten voor de universiteiten vastgesteld op 28.640.000 euro. Dit bedrag wordt als volgt verdeeld over de universiteiten :

  3. elke universiteit ontvangt, in euro, een forfaitair bedrag van :

    1. Katholieke Universiteit Leuven 4.239.550

    2. Vrije Universiteit Brussel 1.372.700

    3. Universiteit Gent 2.909.900

    4. Universiteit Antwerpen 1.233.050

    5. Universiteit Hasselt 268.800

    ;

  4. het resterende bedrag, zijnde het verschil tussen het basisbedrag en de som van de forfaitaire bedragen wordt verdeeld op basis van het aantal unieke studenten per universiteit.

    Voor de berekening van het aantal unieke studenten worden de unieke studenten in aanmerking genomen die in het academiejaar t-3/t-2 onder diplomacontract ingeschreven zijn in de desbetreffende universiteit in een initiële bachelor- of masteropleiding. De studenten ingeschreven in een initiële bachelor- of masteropleiding die met ingang van het academiejaar 2013-2014 geïntegreerd is in een universiteit worden daarbij niet in aanmerking genomen.

    Onder unieke studenten wordt begrepen de studenten die zich in een bepaald academiejaar inschrijven aan een universiteit, ongeacht het aantal inschrijvingen van de student aan die universiteit.

    De bedragen vermeld in deze paragraaf worden geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen vermeld in paragraaf 2.".

    Afdeling 5. - Dienstverlening AKOV

    Art. 7. In artikel 26 van het decreet van 21 december 2012 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2013 worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  5. aan paragraaf 3 wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt :

    "4° de inschrijvingsgelden van de Centrale Examencommissie zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 13 februari 2007 betreffende de examens over de ondernemersvaardigheden en het koninklijk besluit van 21 oktober 1998 tot uitvoering van hoofdstuk I van titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap.";

  6. aan paragraaf 4 wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt :

    "4° de Centrale Examencommissie, zoals vermeld in paragraaf 3.".

    Afdeling 6. - Kinderbijslagen Hoger Onderwijs

    Art. 8. In artikel III.34, § 1, van de Codex Hoger Onderwijs, zoals gecodificeerd op 11 oktober 2013, wordt punt 3° opgeheven.

    Afdeling 7. - Bijkomende financiering beursstudenten

    Art. 9. In deel 3, titel 1, afdeling 2, van de Codex Hoger Onderwijs wordt een artikel III.41bis ingevoegd, dat luidt als volgt :

    "Art. III.41bis. Vanaf het begrotingsjaar 2015 wordt in een bijkomende financiering voorzien voor de ingeschreven beursstudenten aan de hogescholen. Die bijkomende financiering bedraagt 1.161.000 euro. Dit bedrag is op indexniveau 2015 en wordt vanaf het begrotingsjaar 2016 geïndexeerd aan de hand van de indexformule, vermeld in artikel III.5, § 9.

    Het bedrag, vermeld in deze paragraaf, wordt verdeeld over de hogescholen naar rato van het aantal financieringspunten gegeneerd door beursstudenten, berekend overeenkomstig artikel III.11.".

    Afdeling 8. - Aanpassing Mozaïekdecreet

    Art. 10. Aan artikel XI.1 van het decreet van 13 juli 2001 betreffende het onderwijs XIII-Mozaïek, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  7. in paragraaf 1 wordt punt 3° opgeheven;

  8. er wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt :

    " § 3. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap, met uitzondering van artikel XI.3 voor wat betreft de vervoerskosten en fietsvergoedingen gemaakt vanaf het kalenderjaar 2015.".

    Afdeling 9. - Benoemingen

    Art. 11. In artikel 36, § 1, van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, het laatst gewijzigd bij het decreet van 25 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  9. in punt 1° wordt de laatste zin opgeheven;

  10. in punt 3° wordt de zinsnede "op 31 december voorafgaand aan de vaste benoeming voor doorlopende duur is aangesteld in het ambt waarvoor hij zich kandidaat heeft gesteld." vervangen door de zinsnede "met het oog op een vaste benoeming op 1 juli op 30 juni voorafgaand aan de vaste benoeming voor doorlopende duur is aangesteld in het ambt waarvoor hij zich kandidaat heeft gesteld of met het oog op een vaste benoeming op 1 oktober op 30 september voorafgaand aan de vaste benoeming voor doorlopende duur is aangesteld in het ambt waarvoor hij zich kandidaat heeft gesteld.";

  11. in punt 3° wordt de zinsnede "Is het personeelslid op 31 december voor doorlopende duur aangesteld in het ambt van leraar" vervangen door de zinsnede "Is het personeelslid op 30 juni of op 30 september voor doorlopende duur aangesteld in het ambt van leraar".

    Art. 12. In artikel 37, § 3, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 1 juli 2011 en 25 april 2014, wordt de zinsnede "op 1 januari" vervangen door de zinsnede "op 1 juli of op 1 oktober".

    Art. 13. In artikel 40ter van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 14 juli 1997 en gewijzigd bij de decreten van 2 maart 1999 en 8 juni 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  12. in paragraaf 2 wordt de zinsnede "vanaf 1 februari" vervangen door de zinsnede "vanaf 1 oktober" en wordt de zinsnede "1 januari" vervangen door de zinsnede "1 juli of 1 oktober";

  13. in paragraaf 3 wordt de zinsnede "1 januari" vervangen door de zinsnede "1 juli of 1 oktober".

    Art. 14. In hetzelfde decreet wordt een artikel 100duodecies ingevoegd, dat luidt als volgt :

    "Art. 100duodecies. Met ingang van 1 juli 2015 heeft een nieuwe vaste benoeming voor een personeelslid dat is aangesteld in een ambt van een opvangcentrum, geen uitwerking ten aanzien van de overheid.".

    Art. 15. In artikel 31, § 1, van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991, het laatst gewijzigd bij het decreet van 4 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  14. in punt 1° wordt de zin "Voor het administratief personeel, de administratief medewerker in het basisonderwijs en het secundair onderwijs en de personeelsleden van de CLB's moeten de bedoelde 720 dagen dienstanciënniteit bereikt zijn op 31 augustus voorafgaand aan de datum waarop de benoeming ingaat." opgeheven;

  15. in punt 3° wordt de zinsnede "op 31 december voorafgaand aan de vaste benoeming voor doorlopende duur is aangesteld in het ambt waarvoor hij zich kandidaat heeft gesteld." vervangen door de zinsnede "met het oog op een vaste benoeming op 1 juli op 30 juni voorafgaand aan de vaste benoeming voor doorlopende duur is aangesteld in het ambt waarvoor hij zich kandidaat heeft gesteld of met het oog op een vaste benoeming op 1 oktober op 30 september voorafgaand aan de vaste benoeming voor doorlopende duur is aangesteld in het ambt waarvoor hij zich kandidaat heeft gesteld.";

  16. in punt 3° wordt de zinsnede "Is het personeelslid op 31 december voor doorlopende duur aangesteld in het ambt van leraar" vervangen door de zinsnede "Is het personeelslid op 30 juni of op 30 september voor doorlopende duur aangesteld in het ambt van leraar".

    Art. 16. In artikel 33, § 1, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 25 april 2014, wordt de zin "De vaste benoeming gaat in op 1 januari van het volgend schooljaar en kan enkel geschieden voor zover de betrekkingen bedoeld in het eerste lid op die datum nog vacant zijn." vervangen door de zin "De vaste benoeming gaat in op 1 juli van hetzelfde schooljaar of op 1 oktober van het daaropvolgende schooljaar, voor zover de betrekkingen bedoeld in deze paragraaf op die datum nog vacant zijn.".

    Art. 17. In artikel 35bis van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 14 juli 1998 en gewijzigd bij de decreten van 1 december 1998, 2 maart 1999 en 8 juni 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  17. in paragraaf 2 wordt de zinsnede "vanaf 1 februari" vervangen door de zinsnede "vanaf 1 oktober" en wordt de zinsnede "1 januari" vervangen door de zinsnede "1 juli of 1 oktober";

  18. in paragraaf 3 wordt de zinsnede "1 januari" vervangen door de zinsnede "1 juli of 1 oktober".

    Afdeling 10. - Benoeming overgedragen uren

    Art. 18. In het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, het laatst gewijzigd bij het decreet van 19 december 2014, wordt een artikel 100terdecies ingevoegd, dat luidt als volgt :

    "Art. 100terdecies. Met het oog op een vaste benoeming op 1 juli 2015 moet de raad van bestuur de volgende betrekkingen in afwijking van de geldende regelgeving in aanmerking nemen voor een vaste benoeming :

  19. betrekkingen in het gewoon secundair onderwijs die de school...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT