Decreet betreffende de voorziening voor persoonlijke begeleiding en houdende diverse maatregelen ter begeleiding van de uitvoering van de gemeenschappelijke kern, en voor de toekenning van middelen aan basisscholen om een gerichte en versterkte pedagogische en opvoedkundige ondersteuning te geven aan de leerlingen, de 20 juillet 2022

TITEL I. - VOORZIENINGEN VOOR DE ORGANISATIE VAN LESTIJDEN VOOR PERSOONLIJKE BEGELEIDING

HOOFDSTUK I. - Bepalingen tot wijziging van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs

Artikel 1. In artikel 1.5.3-1, § 2, van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in 12. wordt "." vervangen door ";";

  2. paragraaf 2 wordt aangevuld met een 13., luidend als volgt:

    "13. om elk jaar, voor de scholen die betrokken zijn bij de uitvoering van de gemeenschappelijke Basisi, een globaal onderzoek te voeren over de praktische modaliteiten van de differentiatie van de leerprocessen en van de persoonlijke begeleiding, in samenhang metde elementen in de doelstellingenovereenkomst van de school conform artikel 1.5.2-3, § 1, 6."

    Art. 2. In artikel 2.1.1-1 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    1. 1. wordt vervangen door wat volgt:

      "1. persoonlijke begeleiding: de lestijden in het lesrooster van alle leerlingen van een klas of meerdere klassen tegelijkertijd, tijdens dewelke een totale omkadering wordt bevorderd om een begeleiding van de leerlingen mogelijk te maken, in groepjes van verschillende grootte of individueel, om heterogene klassen te verkrijgen en de motivatie en het succes van de leerlingen te ondersteunen;";

    2. in 10. wordt de zin "Deze praktijken omvatten gedifferentieerde pedagogie, remediëring overschrijdingsactiviteiten en persoonlijke begeleiding" opgeheven.

      Art. 3. Artikel 2.2.1-4, § 3, van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een lid dat luidt als volgt:

      "In het eerste en tweede jaar van het basisonderwijs, aanvullend op de lestijden van persoonlijke begeleiding waarvan sprake in het eerste lid, 4., worden twee lestijden van persoonlijke begeleiding georganiseerd en verdeeld over de verschillende domeinen en vakken of over alle domeinen en vakken waarvan sprake in artikel 2.2.1-5, § 3.".

      Art. 4. Artikel 2.2.3-1 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een lid dat luidt als volgt:

      "De modaliteiten van de differentiatie van de leerprocessen en van de persoonlijke begeleiding zijn beschreven in de doelstellingenovereenkomst conform artikel 1.5.2-3, § 1, 6."

      Art. 5. Artikel 2.2.3-2 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt:

      "Artikel 2.2.3-2. § 1. Het aantal wekelijkse lestijden voor gepersonaliseerde begeleiding in het lesrooster van leerlingen wordt bepaald conform artikelen 2.2.1-4, § 3, en 2.2.2-1, § 3.

      Als in het basisonderwijs de omkadering berekend volgens artikel 31bis van het decreet van 13 juli 1998 betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving onvoldoende lestijden oplevert om het verplichte wekelijkse uurrooster van de leerlingen na te leven, kan de inrichtende macht voor de organisatie van de persoonlijke begeleiding gebruikmaken van resterende lestijden waarvan sprake in artikel 34 van hetzelfde decreet, van aanpassingslestijden waarvan sprake in artikel 33, § 3 en 4 van hetzelfde decreet, en van lestijden van gedifferentieerde begeleiding.

      De inrichtende macht implementeert in elk geval een persoonlijke begeleiding inclusief minstens het equivalent van de omkadering van twee klassen door drie leerkrachten, of door twee leerkrachten en een logopedist, en dit gedurende vier wekelijkse lestijden in het eerste en tweede jaar van het basisonderwijs, en gedurende twee wekelijkse lestijden in het derde tot en met het zesde jaar van het basisonderwijs.

      § 2. De inrichtende macht kan de lestijden voor persoonlijke begeleiding niet aanwenden voor een permanente vermindering van de grootte van de klassengroepen. Een klassengroep kan tijdens het schooljaar af en toe worden onderverdeeld om te voldoen aan de behoeften van de leerlingen, maar zonder permanente en homogene groepen leerlingen in moeilijkheden te vormen.

      De inrichtende macht organiseert lestijden voor persoonlijke begeleiding om te garanderen dat, als leerlingen worden begeleid buiten de klassengroep, nieuwe of verschillende lesinhouden niet worden verstrekt aan de rest van de klassengroep.

      Aan het begin van elk schooljaar deelt de inrichtende macht aan de ouders of aan de meerderjarige leerling de praktische modaliteiten mee voor de organisatie van differentiëringsvoorzieningen en voorzieningen van persoonlijke begeleiding tijdens het nieuwe schooljaar en voor de betrokken klassengroep.

      § 3. Naast de persoonlijke begeleiding bedoeld in het eerste lid, valt de toekenning van de middelen bedoeld voor differentiatie onder de autonomie van de inrichtende macht De toekenning van de middelen toegewezen voor de omkadering van leerlingen toegelaten in het secundair onderwijs hoewel ze niet (volledig) geslaagd waren voor de gemeenschappelijke externe proef die wordt bekrachtigd met een getuigschrift op het einde van het zesde jaar van de lagere school, volgens de nadere regels bedoeld in artikel 2.3.2-12, mag niet leiden tot de oprichting van permanente groepen-klassen van leerlingen."

      Art. 6. In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 2.2.3-3 ingelast dat als volgt is opgesteld:

      "Artikel 2.2.3-3. Bij een inbreuk op de voorwaarden voor de organisatie van de lestijden voor persoonlijke begeleiding vastgesteld in artikel 2.2.3-2, kan de regering, met inachtneming van de procedure in dit artikel, een van de volgende sancties opleggen

  3. de waarschuwing;

  4. een boete waarvan het bedrag gelijk is aan 5% van de jaarlijkse dotaties of werkingssubsidies van de betrokken school.

  5. in geval van herhaling binnen vijf jaar, de intrekking van alle dotaties of werkingssubsidies voor het lopende schooljaar voor de bedoelde school.

    Indien de boete bedoeld in lid 1, 2, niet binnen drie maanden na kennisgeving van de straf wordt terugbetaald, zal de Regering het bedrag van de boete verhoogd met 2,5% in mindering laten brengen van de dotaties of werkingssubsidies van de betrokken school.

    Zodra zij kennis krijgen van een klacht die of een feit dat een schending of overtreding van het artikel 2.2.3-2 zou kunnen zijn, onderzoeken de Regeringsdiensten de zaak en kunnen zij elke persoon horen die een nuttige bijdrage kan leveren tot hun informatie. In voorkomend geval stelt de inrichtende macht aan de regeringsdiensten de informatie ter beschikking over de praktische organisatie van de lestijden voor persoonlijke begeleiding in de school.

    Als ze het nodig achten, kunnen de regeringsdiensten een beroep doen op de algemene inspectiedienst om een onderzoeksopdracht uit te voeren conform artikel 7/1 van het decreet van 10 januari 2019 betreffende de algemene inspectiedienst.

    Wanneer zij voldoende informatie hebben dat een schending werd begaan of als de onderzoeksopdracht en de specifieke controle van de algemene Dienst inspectiedienst de wezenlijke toekortkoming of inbreuk bevestigt, stellen de regeringsdiensten de bevoegde inrichtende macht in kennis van hun klachten. . Deze heeft 30 dagen tijd om het dossier te raadplegen en schriftelijke opmerkingen te maken

    De regering neemt een beslissing binnen de zestig dagen na het verstrijken van de reactietermijn die aan de betrokken inrichtende macht is gelaten."

    HOOFDSTUK II. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 13 juli 1998 betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving

    Art. 7. In artikel 2 van het decreet van 13 juli 1998 betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    1. 11. wordt opgeheven;

    2. in 25. worden de woorden "of van een aanpassingsleraar en en leraar pedagogische steun" opgeheven.

    Art. 8. In artikel 11, § 1, van hetzelfde decreet worden de woorden "aan een aanpassingsleraar en leraar pedagogische steun" opgeheven.

    Art. 9. In artikel 19 van hetzelfde decreet worden de woorden "en de taakleraars en pedagogische steun leraars" en de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT