Decreet betreffende de rechtspositie van de personeelsleden in de basiseducatie, de 7 juillet 2017

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling en citeeropschrift

Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2. Dit decreet wordt aangehaald als: decreet Rechtspositie Basiseducatie.

HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied

Art. 3. Dit decreet is van toepassing op het bestuurs-, ondersteunend en onderwijzend personeel van de centra voor basiseducatie die zich in een van de volgende gevallen bevinden:

  1. ze ontvangen een salaristoelage van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming;

  2. ze bevinden zich in een administratieve stand als vermeld in hoofdstuk 8.

    Art. 4. De Vlaamse Regering stelt de verschillende ambten vast en maakt een indeling in wervings-, selectie- en bevorderingsambten.

    HOOFDSTUK 3. - Definities

    Art. 5. In dit decreet wordt er verstaan onder:

  3. ambt: een functie die in de centra voor basiseducatie wordt uitgeoefend en die de Vlaamse Gemeenschap subsidieert;

  4. betrekking: de concrete werkgelegenheid in een bepaald ambt in een centrum voor basiseducatie, uitgedrukt in een aantal uren per week;

  5. bekwaamheidsbewijs: zoals bepaald door de Vlaamse Regering in het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 tot vaststelling van de ambten, de bekwaamheidsbewijzen en de salarisschalen in de centra voor basiseducatie;

  6. centrumbestuur: het bestuur dat ten aanzien van het centrum de bestuurshandelingen verricht overeenkomstig de door de wet, het decreet of de statuten toegewezen bevoegdheden;

  7. college van beroep: het college van beroep van het vrij gesubsidieerd onderwijs, vermeld in artikel 47septies decies van het decreet Rechtspositie Personeelsleden Gesubsidieerd Onderwijs;

  8. dienstanciënniteit: de periode die, ongeacht het volume van de opdracht, bestaat uit het aantal kalenderdagen dat een personeelslid presteert van het begin tot het einde van de ononderbroken activiteitsperiode, met inbegrip van de bezoldigde vakantiedagen en de verlofstelsels die gelijkgesteld worden met dienstactiviteit, waarbij:

    1. de maximale dienstanciënniteit die een personeelslid gedurende een schooljaar kan verwerven, twaalf maanden bedraagt, waarbij één maand dertig dagen telt;

    2. de perioden waarin het personeelslid zich in de stand van terbeschikkingstelling wegens ziekte bevindt, ook als dienstanciënniteit worden beschouwd;

  9. Federatie Centra voor Basiseducatie: de belangenorganisatie van de centra voor basiseducatie;

  10. kamer van beroep: de kamer van beroep, vermeld in artikel 69 van het decreet Rechtspositie Personeelsleden Gesubsidieerd Onderwijs;

  11. leeftijdsgrens: het einde van het schooljaar waarin het personeelslid de wettelijke pensioenleeftijd bereikt;

  12. lokaal onderhandelingscomité: het lokale overleg- of onderhandelingsorgaan dat bevoegd is op het vlak van arbeidsvoorwaarden en personeelsaangelegenheden;

  13. Medex: de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Medische Expertise, cel Pensioenen;

  14. opdracht: de prestaties, uitgedrukt in uren per week, die een personeelslid verricht in een bepaald ambt in een centrum;

  15. organieke betrekkingen: de betrekkingen die worden georganiseerd voor:

    1. de leden van het onderwijzend personeel, vermeld in artikel 85 van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs;

    2. de leden van het bestuurs- en ondersteunend personeel, vermeld in artikel 87, § 1 en § 2, van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs;

  16. raadsman: een advocaat, een personeelslid van een centrum of, voor het personeelslid, een vertegenwoordiger van een erkende vakorganisatie of, voor het centrumbestuur, een vertegenwoordiger van de Federatie Centra voor Basiseducatie;

  17. titularis: het personeelslid dat in een betrekking vastbenoemd of tijdelijk aangesteld is, met uitzondering van de vervanger;

  18. schooljaar: de periode van 1 september tot en met 31 augustus van het daaropvolgende jaar;

  19. vacante betrekking: een betrekking die niet is toegewezen aan een vastbenoemd personeelslid;

  20. vacature: elke volledige of onvolledige betrekking die vacant is of waarvan de titularis of zijn vervanger afwezig is voor een periode van ten minste tien werkdagen.

    HOOFDSTUK 4. - Aansprakelijkheid

    Art. 6. Het centrumbestuur sluit voor zijn personeelsleden een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid en rechtsbijstand af, zodat alle personeelsleden in het kader van de uitoefening van hun opdracht verzekerd zijn als hun burgerlijke aansprakelijkheid in het gedrang komt of als ze gevat worden door een juridische procedure.

    Als het centrumbestuur die verplichting niet naleeft, neemt het de kosten ten laste die het personeelslid ten gevolge van het ontbreken van de voormelde verzekering zelf moet dragen.

    De polis van de voormelde verzekering is vlot raadpleegbaar voor de personeelsleden.

    Als een personeelslid zelf, ten laste van een derde die niet het centrumbestuur of een van zijn leden is, een vordering tot schadevergoeding instelt voor fysieke of materiële schade of de daaruit voortvloeiende morele schade, opgelopen bij of ten gevolge van de uitoefening van zijn ambt, staat het centrumbestuur in voor de juridische bijstand.

    Art. 7. Als het personeelslid bij de uitvoering van zijn ambt het centrumbestuur of derden schade berokkent, is hij alleen aansprakelijk voor zijn bedrog en zijn zware schuld.

    Voor lichte schuld is hij alleen aansprakelijk als die bij hem eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt.

    Het centrumbestuur kan de vergoedingen en de schadeloosstellingen die hem krachtens dit artikel verschuldigd zijn en die na de feiten met het personeelslid zijn overeengekomen of door de rechter zijn vastgesteld, op het salaris inhouden onder de voorwaarden, vermeld in artikel 23 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers.

    HOOFDSTUK 5. - Bijstand

    Art. 8. Een personeelslid kan zich in de procedures, bepaald krachtens dit decreet, op elk moment laten bijstaan of vertegenwoordigen door een raadsman.

    HOOFDSTUK 6. - Secundaire arbeidsvoorwaarden

    Art. 9. Het centrumbestuur stelt aan zijn personeelsleden de middelen ter beschikking die ze nodig hebben om hun opdracht uit te voeren.

    Art. 10. Als een personeelslid in het kader van zijn opdracht boven op de middelen, vermeld in artikel 9, extra onkosten maakt, vergoedt het centrumbestuur die onkosten op voorwaarde dat de directeur van het centrum waar het personeelslid zijn opdracht uitoefent, aan het personeelslid vooraf toestemming heeft gegeven om die onkosten te maken.

    Art. 11. De Vlaamse Regering kan de verplaatsingsonkosten die personeelsleden maken in opdracht van het centrumbestuur regelen. Zolang de Vlaamse Regering geen uitvoering aan deze bepaling heeft verleend, blijft de bestaande regeling van kracht.

    HOOFDSTUK 7. - Auteursrechten

    Art. 12. Het personeelslid dat ter uitvoering van zijn aanstelling werken tot stand brengt die binnen het toepassingsgebied van zijn ambt of opdracht vallen, behoudt alle morele rechten op die werken en draagt zijn vermogensrechten over aan het centrumbestuur.

    Art. 13. De vermogensrechten, vermeld in artikel 12, worden zonder specifieke vergoeding overgedragen, in de meest volledige wettelijke omvang ervan, voor alle bekende exploitatievormen en voor de volledige beschermingsduur van de werken, vermeld in artikel 12. Het centrumbestuur kan de voormelde werken vrij naar eigen inzichten exploiteren en is niet verplicht om tot exploitatie over te gaan.

    Art. 14. Als het werk, vermeld in artikel 12, in de toekomst geëxploiteerd wordt volgens exploitatievormen die momenteel onbekend zijn, zal het winstaandeel van het personeelslid gelijk zijn aan het winstaandeel dat volgens de marktvoorwaarden die gelden op het ogenblik van de exploitatie, toegekend wordt aan auteurs die hun werk volgens dezelfde exploitatievormen in het gewone commerciële circuit uitgeven.

    HOOFDSTUK 8. - Administratief statuut

    Afdeling 1. - Gemeenschappelijke bepalingen

    Art. 15. Een personeelslid kan zich geheel of gedeeltelijk in de volgende administratieve standen bevinden:

  21. dienstactiviteit;

  22. non-activiteit;

  23. terbeschikkingstelling.

    Het personeelslid wordt voor de vaststelling van zijn administratieve stand altijd geacht zich in de stand dienstactiviteit te bevinden, tenzij het personeelslid van rechtswege of bij beslissing van het centrumbestuur in een andere administratieve stand wordt geplaatst.

    Afdeling 2. - Dienstactiviteit

    Art. 16. Het personeelslid in dienstactiviteit heeft recht op een salaris, een verhoging van het salaris en kan zijn aanspraak doen gelden op een selectie- en bevorderingsambt, tenzij anders wordt bepaald.

    Art. 17. De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden waaronder een personeelslid een verlof dat gelijkgesteld is met dienstactiviteit, kan opnemen.

    Art. 18. Dit artikel is van toepassing op de personeelsleden die gebruikmaken van een langdurig verlof voor verminderde prestaties wegens medische redenen.

    In afwijking van de bepalingen over de tijdelijke aanstellingen kan een personeelslid tijdens de duur van zijn langdurige verlof voor verminderde prestaties wegens medische redenen zijn tijdelijke aanstelling niet uitbreiden in vergelijking met het volume van zijn tijdelijke aanstelling aan de vooravond van het verlof.

    Met behoud van de toepassingen van de voorwaarden voor de vaste benoeming kan een personeelslid dat aan de vooravond van het langdurige verlof voor verminderde prestaties wegens medische redenen deeltijds vastbenoemd is, zijn vaste benoeming alleen uitbreiden tot het volume dat maximaal gelijk is aan het volume van werkhervatting dat in de beslissing over het verlof goedgekeurd is.

    Het deel van de vastbenoemde opdracht waarvoor het personeelslid het verlof, vermeld in het eerste lid, neemt, wordt na een periode van 24 maanden van het voormelde verlof een vacante betrekking.

    Het personeelslid van wie de betrekking conform het vierde lid als vacant wordt beschouwd, blijft na de vacantwording van die betrekking in de administratieve en geldelijke toestand die verbonden is aan zijn verlof.

    Afdeling...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT