28 MAART 2014. - Decreet betreffende de landinrichting (1)

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt:

Decreet betreffende de landinrichting

Deel 1. - Algemene bepalingen

TITEL 1. - Definities en doelstelling

Artikel 1.1.1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 1.1.2. In dit decreet wordt verstaan onder:

  1. administratieve overheid: het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de diensten en agentschappen die afhangen van het Vlaamse Gewest of de Vlaamse Gemeenschap, de besturen die onderworpen zijn aan het administratieve toezicht van het Vlaamse Gewest of de Vlaamse Gemeenschap, alsook de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen die belast zijn met taken van openbaar nut;

  2. agentschap: de Vlaamse Landmaatschappij opgericht bij het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij;

  3. basiskwaliteit voor milieu en natuur: de bestaande kwaliteit die bereikt wordt door naleving van de eisen, vermeld in artikel 4, 5 en 6 van verordening nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1782/2003 en door naleving van de voorschriften in de regelgeving rond milieu en natuur;

  4. bedrijf: het geheel van productie-eenheden die bestaan uit grond en een of meer bedrijfsgebouwen, al dan niet van een landbouwbedrijf, met inbegrip van de bedrijfswoning;

  5. gebruiker: de persoon die als eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter, opstalhouder of houder van een recht van gebruik of bewoning het onroerend goed exploiteert of die het onroerend goed huurt overeenkomstig boek III, titel VIII, hoofdstuk II, van het Burgerlijk Wetboek;

  6. landbouwbedrijf: het geheel van productie-eenheden van een bedrijf die bestaan uit grond en een of meer bedrijfsgebouwen, met inbegrip van de bedrijfswoning, die deel uitmaken van dat bedrijf vanwege de aanwezige commerciële landbouwproductie;

  7. landcommissie: een landcommissie als vermeld in artikel 2.2.1;

  8. project, plan of programma: een ander project, plan of programma dan een landinrichtingsproject met betrekking tot de planning, de inrichting of het beheer van een gebied dat is goedgekeurd door de Vlaamse Regering, het provinciebestuur, het gemeentebestuur;

  9. Vlaamse Grondenbank: de Vlaamse Grondenbank opgericht bij het decreet van 16 juni 2006 houdende oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen;

  10. werkingsmiddelen: de administratieve kosten en personeelskosten die verbonden zijn met taken ingevolge de uitvoering van het decreet.

    Art. 1.1.3. Dit decreet heeft tot doel de afstemming en de toepassing op geïntegreerde wijze van instrumenten en de uitvoering van maatregelen die gericht zijn op het behoud, het herstel en de ontwikkeling van functies en kwaliteiten van de ruimte.

    Art. 1.1.4. § 1. Om het doel van de landinrichting te realiseren kunnen een of meerdere instrumenten als vermeld in deel 2 toegepast worden.

    Deze instrumenten kunnen meer bepaald worden toegepast:

  11. ter uitvoering van een landinrichtingsplan voor de realisatie van een landinrichtingsproject, volgens de bepalingen van deel 3;

  12. ter uitvoering van een inrichtingsnota voor de realisatie van een project, plan of programma, volgens de bepalingen van deel 4;

  13. ter uitvoering van een beheervisie volgens de bepalingen van deel 5, voor de instrumenten beheerovereenkomsten en dienstenvergoedingen.

    § 2. De instrumenten, vermeld in deel 2, kunnen worden gebruikt los van of in combinatie met andere instrumenten voor inrichting, verwerving of beheer. De Vlaamse Regering stelt nadere regels vast voor de inzet en de combinatie van de instrumenten, vermeld in deel 2, en andere instrumenten voor inrichting, verwerving of beheer vastgelegd in de Vlaamse regelgeving.

    § 3. In geval van toepassing van de instrumenten, vermeld in deel 2, al dan niet in combinatie met andere instrumenten, gebeurt dat op zodanige wijze dat een optimale mix wordt bereikt met het oog op het zo doelmatig, billijk en efficiënt mogelijk inzetten van de beschikbare middelen.

    TITEL 2. - Financiering

    Art. 1.2.1. De Vlaamse Regering stelt nadere regels vast voor de betaling van werkingsmiddelen aan het agentschap voor wat haar taken ingevolge de uitvoering van dit decreet betreft.

    Het agentschap kan de voorbereiding of de uitvoering van een landinrichtingsproject of een inrichting voor een project, plan of programma prefinancieren.

    Deel 2. - Bepalingen met betrekking tot de instrumenten en de organisatie

    TITEL 1. - De instrumenten

    Hoofdstuk 1. - Inrichting

    Afdeling 1. - Inrichtingswerken

    Art. 2.1.1. Om het doel van een landinrichtingsproject of een project, plan of programma te realiseren, kunnen de instanties en de personen, vermeld in artikel 3.3.7 tot en met 3.3.9, inrichtingswerken uitvoeren.

    Inrichtingswerken die uitgevoerd kunnen worden zonder instemming van degene die persoonlijke of zakelijke rechten heeft op het terrein en die gedoogd moeten worden, worden inrichtingswerken uit kracht van wet genoemd. Inrichtingswerken die verband houden met landschapszorg, natuurontwikkeling, recreatie, natuureducatie, waterhuishouding, milieuverbeteringen, natuurtechnische milieubouw, het verbeteren van de landbouwstructuur, conservering van archeologische en cultuurhistorische overblijfselen, alsook werken aan waterlopen, wegen en wegenpatroon en grondwerken kunnen uitgevoerd worden uit kracht van wet voor zover zij het openbaar nut dienen.

    In voorkomend geval is een vergoeding verschuldigd wegens schade tijdens de uitvoering van de werken of als de werken hinderlijk zijn voor het genot van de gronden. Het agentschap stelt die vergoeding vast en keert ze dadelijk uit. Bij betwisting stelt de rechter de vergoeding vast.

    Art. 2.1.2. De Vlaamse Regering kan nadere regels vaststellen voor de inrichtingswerken die kunnen worden uitgevoerd met toepassing van dit decreet.

    Afdeling 2. - Vestigen van erfdienstbaarheden tot openbaar nut

    Art. 2.1.3. Om het doel van een landinrichtingsproject of een project, plan of programma te realiseren, kunnen volgende erfdienstbaarheden tot openbaar nut worden gevestigd:

  14. erfdienstbaarheden tot openbaar nut gekoppeld aan inrichtingswerken uit kracht van wet als vermeld in artikel 2.1.1, tweede lid;

  15. andere erfdienstbaarheden tot openbaar nut als vermeld in het derde lid.

    Erfdienstbaarheden tot openbaar nut gekoppeld aan inrichtingswerken uit kracht van wet zijn gericht op de instandhouding van inrichtingswerken uit kracht van wet als vermeld in artikel 2.1.1, tweede lid. Diegene die het betrokken landinrichtingsplan of inrichtingsnota heeft vastgesteld, stelt na uitvoering van de betrokken inrichtingswerken uit kracht van wet vast welke erfdienstbaarheden tot openbaar nut gevestigd worden en op welke kadastrale percelen deze erfdienstbaarheden gevestigd worden. Het besluit tot vestiging van de erfdienstbaarheden tot openbaar nut bevat ten minste de kadastrale gegevens van de percelen waarop erfdienstbaarheden tot openbaar nut worden gevestigd met de beschrijving van de erfdienstbaarheid die wordt gevestigd.

    Andere erfdienstbaarheden tot openbaar nut zijn gericht op landschapszorg, natuurontwikkeling, recreatie, mobiliteit, natuureducatie, waterhuishouding, milieuverbeteringen, verbeteren van de landbouwstructuur of conservering van archeologische en cultuurhistorische overblijfselen. Deze erfdienstbaarheden worden gevestigd door de opname van de erfdienstbaarheid tot openbaar nut in het landinrichtingsplan of de inrichtingsnota.

    De Vlaamse Regering stelt nadere regels vast voor de procedure voor het vestigen en de beschrijving van erfdienstbaarheden tot openbaar nut, alsook voor de tegenstelbaarheid aan derden en voor vergoedingen ter schadeloosstelling.

    Afdeling 3. - Vergoeding voor waardeverlies van gronden

    Art. 2.1.4. § 1. Om het doel van een landinrichtingsproject of een project, plan of programma te realiseren, kent de landcommissie in de volgende gevallen een vergoeding voor waardeverlies van gronden toe:

  16. als de uitvoering van een inrichtingswerk uit kracht van wet als vermeld in artikel 2.1.1, tweede lid, een daling veroorzaakt van de venale waarde of de gebruikswaarde van de onroerende goederen;

  17. als de vestiging van een erfdienstbaarheid tot openbaar nut als vermeld in artikel 2.1.3 een daling veroorzaakt van de venale waarde of de gebruikswaarde van de onroerende goederen.

    § 2. De vergoeding voor waardeverlies van gronden is verschuldigd aan de eigenaar, vruchtgebruiker of gebruiker van de betrokken grond. De vergoeding voor waardeverlies van gronden die toekomt aan de eigenaar of vruchtgebruiker wordt bepaald op basis van de daling van de venale waarde van het onroerend goed. De vergoeding voor waardeverlies van gronden die toekomt aan de gebruiker wordt bepaald op basis van de reële daling van de gebruikswaarde van het onroerend goed.

    § 3. In het landinrichtingsplan of de inrichtingsnota wordt bepaald welke instantie of persoon de vergoeding voor waardeverlies van gronden verschuldigd is.

    Als de landcommissie een vergoeding vaststelt voor een waterpeilaanpassing, vraagt de landcommissie het advies van de betrokken waterbeheerder van de geklasseerde waterloop. Als de landcommissie binnen een maand na de verzending van het verzoek om advies geen antwoord heeft ontvangen van de betrokken waterbeheerder, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan.

    Als de vergoeding voor waardeverlies van gronden bepaalde milieu- of natuurdoelstellingen beoogt, kan alleen vergoed worden als een hogere kwaliteit voor milieu en natuur wordt bereikt dan de basiskwaliteit voor milieu en natuur.

    Art. 2.1.5. De Vlaamse Regering kan nadere regels vaststellen voor de wijze waarop het waardeverlies wordt bepaald...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT