Decreet betreffende het zorgbudget voor ouderen, de 27 juin 2022

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voorwerp

Het zorgbudget is een niet-doelgebonden, financiële ondersteuning voor ouderen met ondersteuningsbehoefte die periodiek wordt uitbetaald en tot doel heeft de zelfredzaamheid van die ouderen te versterken en hen te helpen om een zelfbeschikkend leven te leiden.

Art. 2. Hoedanigheden

De verwijzingen naar personen in dit decreet gelden voor alle geslachten.

Art. 3.Definities

Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder:

  1. aanvrager : de natuurlijke persoon die recht heeft op een zorgbudget, aanspraak maakt of kan maken op een zorgbudget, zijn wettelijke vertegenwoordigers en gevolmachtigden, alsook de werkelijke of mogelijke ontvanger van het zorgbudget;

  2. BelRAI-Screener : wetenschappelijk gefundeerd, globaal evaluatie-instrument dat op het internationale Resident Assessment Instrument steunt. Het gaat om een gevalideerd elektronisch instrument dat gestandaardiseerde inlichtingen over de oudere met ondersteuningsbehoefte of over een persoon met ondersteuningsbehoefte genereert, om de begeleiding te verbeteren;

  3. Algemene Verordening Gegevensbescherming: de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;

  4. Dienst voor zelfbeschikkend leven: de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven;

  5. zorgbudget: het basiszorgbudget vermeld in hoofdstuk 2 en de sociale bijslag;

  6. oudere: elke persoon die de pensioenleeftijd overschreden heeft en recht op het zorgbudget heeft;

  7. deelentiteiten: de Vlaamse Gemeenschap, het Waals Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie of de Franse Gemeenschapscommissie;

  8. Verordening (EG) nr. 883/2004: de verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels.

    Art. 4. Toepassingsgebied

    § 1 - Dit decreet is van toepassing op personen die :

  9. hun woonplaats hebben in het Duitse taalgebied;

  10. voldoen aan de toekenningsvoorwaarden vermeld in de artikelen 7 of 9.

    In afwijking van het eerste lid is dit decreet niet van toepassing op personen die hun woonplaats hebben in het Duitse taalgebied en :

  11. op basis van de bepalingen van de Verordening (EG) nr. 883/2004 onder het socialezekerheidsstelsel vallen van een andere lidstaat van de Europese Unie, of

  12. onder het socialezekerheidsstelsel vallen van een ander land dat partij is bij de Europese Economische Ruimte, van Zwitserland of van het Verenigd Koninkrijk, of

  13. op basis van de Europese rechtsvoorschriften of een internationaal verdrag of protocol niet onder de Belgische sociale zekerheid vallen.

    § 2 - Onder voorbehoud van de toepassing van het desbetreffende samenwerkingsakkoord is dit decreet ook van toepassing op personen die hun woonplaats hebben in het Franse taalgebied, in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en :

  14. gebruik hebben gemaakt van het door de Europese Unie gewaarborgde recht op het vrije verkeer van werknemers of de vrijheid van vestiging en die om de volgende redenen op basis van de Verordening (EG) nr. 883/04 onder het Belgische socialezekerheidsstelsel vallen:

    1. ze zijn tewerkgesteld bij een werkgever met exploitatiezetel op het grondgebied van het Duitse taalgebied of, naargelang van het geval, ze oefenen een zelfstandige activiteit uit in het Duitse taalgebied en hebben op basis van de Verordening (EG) nr. 883/2004 recht op tegemoetkomingen in het kader van dit decreet, of;

    2. ze ontvangen een Belgisch pensioen en waren laatst tewerkgesteld bij een werkgever met exploitatiezetel in het Duitse taalgebied of, naargelang van het geval, oefenden laatst een zelfstandige activiteit uit in het Duitse taalgebied en hebben op basis van de Verordening (EG) nr. 883/2004 recht op tegemoetkomingen in het kader van dit decreet;

  15. voldoen aan de toekenningsvoorwaarden vermeld in de artikelen 7 of 9.

    § 3 - Dit decreet is ook van toepassing op personen die hun woonplaats hebben in een andere lidstaat van de Europese Unie, in een ander land dat partij is bij de Europese Economische Ruimte, in Zwitserland of in het Verenigd Koninkrijk en die:

  16. zich in één van de twee volgende situaties bevinden :

    1. ze zijn tewerkgesteld bij een werkgever met exploitatiezetel op het grondgebied van het Duitse taalgebied of, naargelang van het geval, ze oefenen een zelfstandige activiteit uit in het Duitse taalgebied en hebben op basis van de Verordening (EG) nr. 883/2004 recht op tegemoetkomingen in het kader van dit decreet, of

    2. ze ontvangen een Belgisch pensioen en waren laatst tewerkgesteld bij een werkgever met exploitatiezetel in het Duitse taalgebied of, naargelang van het geval, oefenden laatst een zelfstandige activiteit uit in het Duitse taalgebied en hebben op basis van de Verordening (EG) nr. 883/2004 recht op tegemoetkomingen in het kader van dit decreet;

  17. voldoen aan de toekenningsvoorwaarden vermeld in de artikelen 7 of 9.

    § 4 - Met behoud van de toepassing van de § § 1 tot 3 geldt dit decreet onder voorbehoud van het recht van de Europese Unie en de internationale verdragen en protocollen.

    De Regering wordt ertoe gemachtigd het toepassingsgebied van dit decreet zo nodig in overeenstemming te brengen met het internationaal en Europees recht.

    Art. 5. Bepaling van de woonplaats

    Voor de toepassing van dit decreet wordt de woonplaats van een persoon als volgt bepaald :

  18. in België geldt als woonplaats de plaats waar een persoon zijn hoofdverblijfplaats heeft overeenkomstig de bevolkingsregisters bepaald in artikel 1, § 1, eerste lid, 1°, van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten of zijn referentieadres heeft overeenkomstig artikel 1, § 2, van die wet;

  19. in het buitenland geldt als woonplaats de plaats die als zodanig wordt vermeld in de documenten van de buitenlandse bevolkingsdienst of van de buitenlandse autoriteit of instantie bevoegd voor de burgerlijke stand.

    HOOFDSTUK 2. - Zorgbudget voor ouderen

    Afdeling 1. - Basiszorgbudget

    Art. 6. Basiszorgbudget

    De Regering kent een maandelijks basiszorgbudget toe, waarvan het bedrag afhangt van de zorgbudgetcategorie van de oudere.

    Het bedrag van het basiszorgbudget per zorgbudgetcategorie die in artikel 15 van dit decreet wordt gedefinieerd, wordt als volgt bepaald :

  20. ouderen voor wie de ondersteuningsbehoefte overeenstemt met zorgbudgetcategorie 1 ontvangen een maandelijks zorgbudget ten belope van 45 euro;

  21. ouderen voor wie de ondersteuningsbehoefte overeenstemt met zorgbudgetcategorie 2 ontvangen een maandelijks zorgbudget ten belope van 152 euro;

  22. ouderen voor wie de ondersteuningsbehoefte overeenstemt met zorgbudgetcategorie 3 ontvangen een maandelijks zorgbudget ten belope van 190 euro;

  23. ouderen voor wie de ondersteuningsbehoefte overeenstemt met zorgbudgetcategorie 4 ontvangen een maandelijks zorgbudget ten belope van 268 euro.

    Art. 7. Toekenningsvoorwaarden

    Het basiszorgbudget wordt toegekend aan elke oudere die de pensioenleeftijd overschreden heeft en in een zorgbudgetcategorie werd ingeschaald.

    Afdeling 2. - Sociale bijslag

    Art. 8. Sociale bijslag

    De Regering kent een maandelijkse sociale bijslag toe, waarvan het bedrag afhangt van de zorgbudgetcategorie van de oudere.

    Het bedrag van de sociale bijslag per zorgbudgetcategorie die in artikel 15 van dit decreet wordt gedefinieerd, wordt als volgt bepaald :

    1. ouderen voor wie de ondersteuningsbehoefte overeenstemt met zorgbudgetcategorie 1 ontvangen een maandelijkse sociale bijslag ten belope van 30 euro;

    2. ouderen voor wie de ondersteuningsbehoefte overeenstemt met zorgbudgetcategorie 2 ontvangen een maandelijkse sociale bijslag ten belope van 102 euro;

    3. ouderen voor wie de ondersteuningsbehoefte overeenstemt met zorgbudgetcategorie 3 ontvangen een maandelijkse sociale bijslag ten belope van 127 euro;

    4. ouderen voor wie de ondersteuningsbehoefte overeenstemt met zorgbudgetcategorie 4 ontvangen een maandelijkse sociale bijslag ten belope van 179 euro.

    Art. 9. Toekenningsvoorwaarden

    De sociale bijslag wordt toegekend aan elke oudere die recht heeft op het basiszorgbudget en op een verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in de zin van artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.

    Afdeling 3. - Gemeenschappelijke bepalingen

    Art. 10. Onverenigbaarheden met het zorgbudget

    Het recht op het zorgbudget wordt geschorst gedurende de periode waarin de oudere een inkomensvervangende tegemoetkoming of een integratietegemoetkoming ontvangt in de zin van artikel 2, § 1 en § 2, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap, voor zover die tegemoetkoming hoger is dan het bedrag van het zorgbudget.

    Voor zover de oudere een tegemoetkoming als gevolg van een invaliditeit, een arbeidsongeval of een erkende beroepsziekte ontvangt, wordt het recht op het zorgbudget verminderd met het bedrag van die tegemoetkoming gedurende de periode waarin de oudere die tegemoetkoming ontvangt.

    De Regering bepaalt hoe het zorgbudget geschorst of verlaagd wordt.

    Art. 11. Herziening van het recht

    Het recht op het zorgbudget kan op verzoek van de aanvrager of ambtshalve worden herzien.

    De Regering bepaalt :

  24. in welke gevallen, door wie en hoe een aanvraag om herziening kan worden ingediend, alsook vanaf wanneer de desbetreffende beslissing uitwerking heeft;

  25. in welke gevallen, door wie en hoe een herziening van ambtswege geschiedt, alsook vanaf wanneer de desbetreffende beslissing uitwerking heeft.

    Art. 12. Indexering

    De Regering bepaalt de nadere regels voor de indexering van de verschillende uitkeringen.

    Art. 13. Tijdstip van de opening en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT