Decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, de 15 juillet 2016

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2. Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder :

  1. bevoegde administratie : de entiteit binnen de Vlaamse administratie die door de Vlaamse Regering wordt belast met de uitvoering van de taken vermeld in dit decreet;

  2. handelsgeheel : een geheel van kleinhandelsbedrijven, ongeacht of deze zich in afzonderlijke gebouwen bevinden en of dezelfde persoon de projectontwikkelaar, de eigenaar of de uitbater is, waarbij de kleinhandelsbedrijven voldoen aan de volgende voorwaarden :

    1. ze vormen een ruimtelijk aaneengesloten geheel;

    2. ze zijn van rechtswege of feitelijk met elkaar verbonden, in het bijzonder op financieel, commercieel of ruimtelijk vlak;

  3. kernwinkelgebied : een gebied afgebakend in een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening of een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan waar via stedenbouwkundige voorschriften een stimulerend beleid inzake kleinhandel wordt gevoerd;

  4. kleinhandelsbedrijf : een distributie-eenheid waarvan de activiteit bestaat uit het te koop aanbieden of wederverkopen van goederen aan consumenten, zonder die goederen andere behandelingen te laten ondergaan dan de behandelingen die in de handel gebruikelijk zijn;

  5. kleinhandelslint : een opeenvolging van minstens drie kleinhandelsbedrijven langs een invals- of verbindingsweg zonder gemeenschappelijke parking of gemeenschappelijke in- en uitrit;

  6. kleinhandelszone : een specifiek door een plan van aanleg of een ruimtelijk uitvoeringsplan afgebakend gebied voor de vestiging van kleinhandelsbedrijven en handelsgehelen;

  7. netto handelsoppervlakte : de oppervlakte, bestemd voor het te koop aanbieden of de verkoop die toegankelijk is voor het publiek, met inbegrip van de niet-overdekte oppervlakten. Die oppervlakte omvat eveneens de kassazones, de zones die zich achter de kassa's bevinden en de inkomruimte;

  8. winkelarm gebied : een gebied afgebakend in een provinciale of gemeentelijke stedenbouwkundige verordening of een provinciaal of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan waar via stedenbouwkundige voorschriften beperkingen aan de kleinhandel worden opgelegd.

    Art. 3. Voor de toepassing van dit decreet worden volgende categorieën als categorieën van kleinhandelsactiviteiten beschouwd :

  9. verkoop van voeding;

  10. verkoop van goederen voor persoonsuitrusting;

  11. verkoop van planten, bloemen en goederen voor land- en tuinbouw;

  12. verkoop van andere producten.

    Art. 4. Het Vlaamse Gewest voert in samenwerking met de gemeenten en provincies een integraal handelsvestigingsbeleid dat gericht is op :

  13. het creëren van duurzame vestigingsmogelijkheden voor kleinhandel, met inbegrip van het vermijden van ongewenste kleinhandelslinten;

  14. het waarborgen van een toegankelijk aanbod voor consumenten;

  15. het waarborgen en versterken van de leefbaarheid in het stedelijk milieu, met inbegrip van het versterken van kernwinkelgebieden;

  16. het bewerkstelligen van een duurzame mobiliteit.

    HOOFDSTUK 2. - Visievorming

    Art. 5. De Vlaamse Regering kan in uitvoering van de doelstellingen, vermeld in artikel 4, een Vlaams beleidskader integraal handelsvestigingsbeleid vaststellen. Zij maakt dit beleidskader bekend.

    Zij wint hierbij het advies in van het Comité voor Kleinhandel, vermeld in artikel 8.

    Art. 6. Provincies en gemeenten kunnen in uitvoering van de doelstellingen, vermeld in artikel 4, een lokale visie op het vlak van het integraal handelsvestigingsbeleid ontwikkelen. Zij maken deze lokale visie bekend.

    Provincies en gemeenten kunnen hierbij het advies inwinnen van het Comité voor Kleinhandel, vermeld in artikel 8.

    De provinciale visie richt zich naar het Vlaams beleidskader integraal handelsvestigingsbeleid, als dit bestaat. De gemeentelijke visie richt zich naar het Vlaams beleidskader en naar de provinciale visie, als deze bestaan.

    Provincies en gemeenten passen zo nodig hun lokale visie aan aan het Vlaams beleidskader integraal handelsvestigingsbeleid na de bekendmaking ervan.

    Gemeenten passen zo nodig hun lokale visie aan aan het Vlaams beleidskader integraal handelsvestigingsbeleid of de lokale visie van de provincie na de bekendmaking ervan.

    Art. 7. Overheden kunnen de visie op het vlak van het integraal handelsvestigingsbeleid integreren in ruimtelijke structuurplannen.

    Art. 8. Het Comité voor Kleinhandel bestaat uit :

  17. vier vertegenwoordigers van de Vlaamse administratie, waaronder een vertegenwoordiger van de bevoegde administratie die de vergaderingen voorzit;

  18. een vertegenwoordiger van representatieve verbruikersorganisaties;

  19. vier vertegenwoordigers van representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties.

    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regelen omtrent de samenstelling en de werking van het Comité voor Kleinhandel.

    Art. 9. Het Comité voor Kleinhandel kan advies geven, opmerkingen maken of voorstellen doen over alle aangelegenheden met betrekking tot een integraal handelsvestigingsbeleid, op eigen initiatief of op verzoek van de Vlaamse Regering.

    Provincies of gemeenten kunnen aan het Comité voor Kleinhandel advies vragen over de aangelegenheden, vermeld in artikel 6.

    HOOFDSTUK 3. - Planning

    Art. 10. § 1. Met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen, vermeld in artikel 4, kunnen gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen en gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen :

  20. kernwinkelgebieden en winkelarme gebieden afbakenen;

  21. normen bevatten betreffende de oppervlakte van de categorieën van kleinhandelsactiviteiten, vermeld in artikel 3;

  22. deze normen differentiëren al naargelang het bestaande, dan wel nieuwe kleinhandelsbedrijven en handelsgehelen betreft;

  23. de termijnen vanaf wanneer de omgevingsvergunningsplicht voor kleinhandelsactiviteiten geldt, vastgesteld bij artikel 11, eerste lid, 2°, verkorten tot :

    1. 1, 30, 60, 90, 120 of 150 dagen per jaar in geval de handelsactiviteiten verenigbaar zijn met de geldende stedenbouwkundige voorschriften;

    2. 1, 30 of 60 dagen per jaar in alle andere gevallen.

    Met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen, vermeld in artikel 4, kunnen provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen en provinciale stedenbouwkundige verordeningen :

  24. winkelarme gebieden afbakenen met een gemeentegrensoverschrijdende impact, in overleg met de betrokken gemeenten, en op vraag van minstens een betrokken gemeente;

  25. normen bevatten betreffende de oppervlakte van de categorieën van kleinhandelsactiviteiten, vermeld in artikel 3;

  26. deze normen differentiëren al naargelang het bestaande, dan wel nieuwe kleinhandelsbedrijven en handelsgehelen betreft.

    De normen, vermeld in het eerste en tweede lid, kunnen :

  27. geen beperkingen stellen aan geldende socio-economische vergunningen en geldende omgevingsvergunningen voor kleinhandelsactiviteiten;

  28. geen niet aan de vergunningsplicht onderworpen uitbreidingen van bestaande en vergunde handelsvestigingen verbieden.

    § 2. Met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen, vermeld in artikel 4, kunnen ruimtelijke uitvoeringsplannen kleinhandelszones afbakenen.

    HOOFDSTUK 4. - Omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten

    Art. 11. Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten :

  29. kleinhandelsactiviteiten uitvoeren in een kleinhandelsbedrijf of handelsgeheel met een netto handelsoppervlakte van meer dan 400 m|F2 in een nieuw op te richten, niet van vergunning vrijgestelde constructie;

  30. kleinhandelsactiviteiten uitvoeren in een kleinhandelsbedrijf of handelsgeheel met een netto handelsoppervlakte van meer dan 400 m|F2 in een bestaand, vergund of hoofdzakelijk vergund gebouw of in tijdelijke vergunde of van vergunning vrijgestelde constructies als de handelsactiviteiten uitgevoerd worden :

    1. gedurende meer dan honderdtachtig dagen per jaar in geval de handelsactiviteiten verenigbaar zijn met de geldende stedenbouwkundige voorschriften;

    2. gedurende meer dan negentig dagen per jaar in alle andere gevallen;

    op voorwaarde dat de kleinhandelsactiviteiten in overeenstemming zijn met de uitdrukkelijke voorwaarden van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen;

  31. een kleinhandelsbedrijf of een handelsgeheel uitbreiden als hierdoor de totale netto handelsoppervlakte :

    1. meer dan 300 m|F2 groter is dan de vergunde netto handelsoppervlakte, of;

    2. meer dan 20 percent groter is dan de vergunde netto handelsoppervlakte;

  32. kleinhandelsbedrijven of handelsgehelen samenvoegen waarbij de netto handelsoppervlakte na samenvoeging meer dan 400 m|F2 bedraagt;

  33. een belangrijke wijziging van de categorieën van kleinhandelsactiviteiten, vermeld in artikel 3, doorvoeren in een kleinhandelsbedrijf of een handelsgeheel met een netto handelsoppervlakte van meer dan 400 m|F2.

    Onder belangrijke wijziging van de categorieën van kleinhandelsactiviteiten, vermeld in het eerste lid, 5°, wordt begrepen een wijziging waarbij een categorie van kleinhandelsactiviteiten het vergunde aantal vierkante meter netto handels|Upoppervlakte overschrijdt met minstens een van volgende oppervlakten :

  34. met 10 procent van de totale vergunde netto handelsoppervlakte;

  35. met 300 vierkante meter.

    De vergunning legt het aantal vierkante meter van de totale netto handelsoppervlakte per categorie van kleinhandelsactiviteiten vast.

    Art. 12. De vergunning wordt verleend overeenkomstig de gewone en vereenvoudigde procedure, vermeld in het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

    Art. 13. Een omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten wordt geweigerd als het aangevraagde onverenigbaar is met stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften, voor zover daarvan niet op geldige wijze is afgeweken.

    Een omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten kan worden geweigerd als het aangevraagde onverenigbaar is met de doelstellingen van het integraal handelsvestigingsbeleid, vermeld in artikel 4.

    De overheid die belast is met het afleveren van de omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten houdt...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT