Decreet betreffende de erkenning en ondersteuning van ondernemingen inzake sociale economie, de 29 janvier 2024

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voorwerp

Dit decreet legt het kader vast voor de erkenning van sociale ondernemingen, ondernemingen voor sociale inschakeling en voorbereidings- en integratiecentra inzake sociale economie.

Voor de toepassing van dit decreet wordt onder "sociale economie" verstaan: economische activiteiten waarbij goederen worden geproduceerd of diensten worden verleend door vennootschappen en verenigingen in het Duitse taalgebied die ethisch worden gekenmerkt door al de volgende beginselen:

  1. hun maatschappelijk doel is de verwezenlijking van een sociaal doel en/of de uitoefening van activiteiten die voorzien in een maatschappelijke behoefte of een behoefte van een specifieke groep van personen;

  2. ze gebruiken hun inkomsten om het sociale doel te bereiken, het verder te ontwikkelen of te investeren in andere sociale initiatieven;

  3. ze beschikken over beheersautonomie;

  4. ze passen participatieve besluitvorming toe;

  5. hun activiteiten kaderen in een milieuvriendelijke, lokale en duurzame ontwikkeling.

    De Regering kan de beginselen vermeld in het tweede lid preciseren.

    Art. 2. Verwijzingen naar personen

    De verwijzingen naar personen in dit decreet gelden voor alle geslachten.

    Art. 3. Definities

    Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder:

  6. benadeelde personen: de volgende personen met een grote tot zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt:

    1. AktiF- en AktiF PLUS-gerechtigden: de niet-werkende werkzoekenden beschreven in hoofdstuk 2 van het decreet van 28 mei 2018 betreffende de AktiF- en AktiF PLUS-maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid, die voldoen aan de daarin vermelde voorwaarden die op hen van toepassing zijn;

    2. de personen bedoeld in artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

    3. personen die overeenkomstig de door de Regering vastgelegde criteria en vaststellingsregels op grond van meervoudige belemmeringen bij het vinden van werk gedurende een langere periode niet in staat zijn arbeidsprestaties te volbrengen in het kader van een arbeidsovereenkomst noch in staat zijn om een hoger kwalificerende opleiding te volgen;

    4. begeleide vrijwilligers: personen wier persoonlijke en professionele ontwikkeling volgens een bemiddelingsdienst in de zin van het decreet van 22 mei 2023 betreffende de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling of een instelling die actief is in de psychiatrische sector, baat zouden hebben bij begeleid vrijwilligerswerk;

  7. sociale onderneming: de rechtspersonen vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°, a) en b), of projectinitiatieven uitgevoerd door lokale besturen of verenigingen zonder winstoogmerk die bij de realisatie van het maatschappelijk doel respectievelijk de projectinhoud de beginselen vermeld in artikel 1, tweede lid, naleven of verwezenlijken;

  8. onderneming voor sociale inschakeling: de rechtspersonen vermeld in artikel 5, eerste lid, 1°, a) en b), of projectinitiatieven uitgevoerd door lokale besturen of verenigingen zonder winstoogmerk, waarbij het beginsel vermeld in artikel 1, tweede lid, 1°, hoofdzakelijk wordt nageleefd door te streven naar de socioprofessionele inschakeling van benadeelde personen;

  9. voorbereidings- en integratiecentrum: overeenkomstig dit decreet erkende onderneming voor sociale inschakeling die als hoofdactiviteit heeft de personen bedoeld in 1°, c), een of meer door de Regering vastgelegde voorbereidings- en integratiemaatregelen aan te bieden met het doel deze personen te voorzien van ofwel een of meer op hun behoeften afgestemde maatregelen ter psychosociale stabilisering of ter verbetering van hun sociale en socioprofessionele gedrag, ofwel theoretische en praktische opleidingen of deelkwalificaties;

  10. sociaalpedagogische begeleiding: dienst van algemeen economisch belang, zoals gedefinieerd in de artikelen 14 en 106, tweede lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het daarbij gevoegde protocol nr. 26, en die bestaat uit de individueel afgestemde begeleiding, opleiding en/of instruering van benadeelde personen door een of meer begeleiders en die tot doel heeft de sociale en/of professionele kwalificaties te verbeteren met het oog op:

    1. de langdurige, kwalitatief waardevolle inschakeling van deze personen op de arbeidsmarkt;

    2. de voltooiing van een hoger kwalificerende opleiding;

    3. de verwezenlijking van andere persoonlijke ontwikkelingsdoelstellingen, wanneer de verwezenlijking van de in a) en b) vermelde doelstellingen onmogelijk of voorbarig lijkt;

  11. begeleider: persoon met een arbeidsovereenkomst binnen het erkende onderneming voor sociale inschakeling of het erkend voorbereidings- en integratiecentrum en tot wiens activiteiten in die hoedanigheid de verstrekking van sociaalpedagogische begeleiding behoort;

  12. socioprofessionele inschakeling: alle activiteiten die de tewerkstelling en begeleiding en de (her)instap op de arbeidsmarkt van benadeelde personen bevorderen en nastreven door het bijbrengen van sociale en professionele competenties;

  13. lokale besturen: de volgende besturen die actief zijn in het Duitse taalgebied:

    1. de gemeenten;

    2. de verenigingen van gemeenten;

    3. de openbare centra voor maatschappelijk welzijn die in het Duitse taalgebied actief zijn;

    4. de verenigingen van openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

    5. de intercommunales;

    6. de autonome gemeentebedrijven;

    7. de provincies;

    8. de verenigingen van provincies;

    9. de autonome provinciebedrijven;

  14. Algemene Verordening Gegevensbescherming: Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG.

    De Regering preciseert de nadere regels en voorwaarden voor de erkenning als begeleid vrijwilliger in de zin van het eerste lid, 1°, d).

    HOOFDSTUK 2. - Erkenning

    Art. 4. Erkenning als sociale onderneming

    De Regering kan een aanvrager die voldoet aan de volgende voorwaarden, erkennen als sociale onderneming:

  15. hij heeft een van de volgende vormen:

    1. vereniging zonder winstoogmerk;

    2. overeenkomstig artikel 8: 5 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen als sociale onderneming erkende coöperatieve vennootschap;

    3. projectinitiatief met een sociaal doel van een of meer lokale besturen of een of meer verenigingen zonder winstoogmerk dat minstens één vestigingseenheid in het Duitse taalgebied heeft;

  16. hij oefent een economische activiteit uit waarbij goederen worden geproduceerd of diensten worden verleend;

  17. zijn maatschappelijk doel of projectinhoud wordt gekenmerkt door het naleven of verwezenlijken van de beginselen vermeld in artikel 1, tweede lid;

  18. hij heeft een vestigingseenheid in het Duitse taalgebied en/of zijn hoofdactiviteiten worden daar uitgeoefend;

  19. hij begaat geen schendingen van de wettelijke of reglementaire bepalingen met betrekking tot de uitoefening van zijn activiteit, met name wat betreft non-discriminatie, boekhouding en fiscaal, sociaal en arbeidsrecht;

  20. hij heeft geen uitstaande fiscale of andere schulden bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;

  21. zijn bedrijfsleiding beschikt over voldoende kennis bedrijfsbeheer.

    De Regering kan de kennis bedrijfsbeheer bedoeld in het eerste lid, 7°, preciseren.

    Art. 5. Erkenning als onderneming voor sociale inschakeling

    De Regering kan een aanvrager die voldoet aan de volgende voorwaarden, erkennen als onderneming voor sociale inschakeling:

  22. hij heeft een van de volgende vormen:

    1. vereniging zonder winstoogmerk;

    2. overeenkomstig artikel 8: 5 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen als sociale onderneming erkende coöperatieve vennootschap;

    3. projectinitiatief met een sociaal doel van een of meer lokale besturen of een of meer verenigingen zonder winstoogmerk dat minstens één vestigingseenheid in het Duitse taalgebied heeft;

  23. hij oefent een economische activiteit uit waarbij goederen worden geproduceerd of diensten worden verleend;

  24. zijn maatschappelijk doel of projectinhoud wordt gekenmerkt door het naleven of verwezenlijken van de beginselen vermeld in artikel 1, tweede lid;

  25. hij heeft een vestigingseenheid in het Duitse taalgebied en/of zijn hoofdactiviteiten worden daar uitgeoefend;

  26. de verwezenlijking van het maatschappelijk doel of de projectinhoud dient hoofdzakelijk de socioprofessionele inschakeling;

  27. zijn personeel bestaat minstens voor de helft uit benadeelde personen;

  28. hij doet aan sociaalpedagogische begeleiding en kan dat bewijzen door een sociaalpedagogisch concept voor te leggen;

  29. hij beschikt over minstens één begeleider per tien benadeelde personen;

  30. hij begaat geen schendingen van de wettelijke of reglementaire bepalingen met betrekking tot de uitoefening van zijn activiteit, met name wat betreft non-discriminatie, boekhouding en fiscaal, sociaal en arbeidsrecht;

  31. hij heeft geen uitstaande fiscale of andere schulden bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;

  32. zijn bedrijfsleiding beschikt over voldoende kennis bedrijfsbeheer.

    De voorwaarde vastgelegd in het eerste lid, 6°, geldt niet voor aanvragers die hun activiteit nog geen drie jaar uitoefenen.

    De Regering kan:

  33. vastleggen welke personen worden toegewezen aan het personeel van de aanvrager in de zin van het eerste lid, 6°, en op welk tijdstip de stand van het personeel wordt bepaald;

  34. minimumcriteria vastleggen waaraan het sociaalpedagogische concept bedoeld in het eerste lid, 7°, moet voldoen;

  35. vastleggen aan welke voorwaarden met betrekking tot het begeleide personeel de ondernemingen die zijn vrijgesteld op grond van het tweede lid, moeten voldoen tijdens de overgangsperiode;

  36. nadere regels en voorwaarden voor de erkenning vastleggen;

  37. de kennis bedrijfsbeheer bedoeld in het eerste lid, 11°, preciseren.

    Art. 6. Erkenning als voorbereidings- en integratiecentrum

    De Regering kan een aanvrager die voldoet aan de volgende voorwaarden, erkennen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT