22 DECEMBER 2010. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 394, § 4, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 394, § 4, ingevoegd bij de wet van 4 mei 1999 en gewijzigd bij de wet van 10 augustus 2001;

Gelet op het KB/WIB 92;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 oktober 2010;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 9 november 2010;

Gelet op het advies 48.950/1 van de Raad van State, gegeven op 16 december 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Financiën,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. In hoofdstuk III, van het KB/WIB 92 wordt een afdeling IIIbis ingevoegd die de artikelen 144/1 tot 144/7 bevat, luidende :

Afdeling IIIbis. - Aandeel van iedere belastingplichtige in de gemeenschappelijke aanslag

Art. 144/1. Het aandeel van iedere belastingplichtige in de gemeenschappelijke aanslag wordt bepaald overeenkomstig de artikelen 144/2 tot 144/7.

Art. 144/2. Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder :

1° het aandeel van een belastingplichtige in de ingekohierde aanslag : de personenbelasting op het belastbaar inkomen van de belastingplichtige zoals dit inkomen is bepaald in de ingekohierde aanslag :

- vastgesteld na toepassing van de in de artikelen 157 tot 168 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vermelde vermeerderingen en van de in de artikelen 175 tot 177 van hetzelfde Wetboek vermelde bonificatie;

- vastgesteld na verrekening van de in de artikelen 157 tot 168 en 175 tot 177 van hetzelfde Wetboek vermelde en op zijn naam gedane voorafbetalingen, de voorheffingen, het forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting, de belastingkredieten bedoeld in de artikelen 134, § 3, 156bis, 289bis en 289ter van hetzelfde Wetboek en in de bijzondere wetten en de belastingverminderingen bedoeld in de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten waarop hij recht heeft;

- verhoogd met zijn aandeel in de belastingverhogingen vermeld in artikel 444 van hetzelfde Wetboek;

- verhoogd met de aanvullende belastingen vastgesteld overeenkomstig de artikelen 466 en 466bis van hetzelfde Wetboek;

- en verhoogd met zijn aandeel in de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid berekend overeenkomstig de bepaling onder 3° en verminderd met de inhoudingen verricht overeenkomstig artikel 109 van de wet...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT