21 DECEMBER 2007. - Koninklijke besluiten. - Regering
Ontslagen. - Benoemingen
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 96 van de Grondwet;
Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Het ontslag aangeboden op 11 juni 2007, door de heer G. VERHOFSTADT, uit zijn ambt van Eerste Minister, wordt niet aanvaard.
Art. 2. Dit besluit treedt heden in werking.
Art. 3. Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 december 2007.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 96 en 104 van de Grondwet;
Op de voordracht van Onze Eerste Minister,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Wordt aanvaard het ontslag aangeboden, op 11 juni 2007, door :
Mevr. L. ONKELINX, uit haar ambt van Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie;
De heer D. REYNDERS, uit zijn ambt van Vice-Eerste Minister en Minister van FinanciÎn;
Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE, uit haar ambt van Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Consumentenzaken;
De heer P. DEWAEL, uit zijn ambt van Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken;
De heer K. DE GUCHT, uit zijn ambt van Minister van Buitenlandse Zaken;
De heer A. FLAHAUT, uit zijn ambt van Minister van Landsverdediging;
De heer M. VERWILGHEN, uit zijn ambt van Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid;
Mevr. S. LARUELLE, uit haar ambt van Minister van Middenstand en Landbouw, belast met Ontwikkelingssamenwerking;
De heer Ch. DUPONT, uit zijn ambt van Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen;
De heer R. LANDUYT, uit zijn ambt van Minister van Mobiliteit;
De heer B. TOBBACK, uit zijn ambt van Minister van Leefmilieu en Minister van Pensioenen;
De heer P. VANVELTHOVEN, uit zijn ambt van Minister van Werk;
De heer H. JAMAR, uit zijn ambt van Minister toegevoegd aan de Minister van FinanciÎn, belast met de Modernisering van de FinanciÎn en de Strijd tegen de fiscale fraude;
De heer D. DONFUT, uit zijn ambt van Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Europese Zaken;
De heer V. VAN QUICKENBORNE, uit zijn ambt van Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste Minister;
...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI