26 DECEMBER 2013. - Programmawet (I) (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

TITEL 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

TITEL 2. - Energie

ENIG HOOFDSTUK. - Wijzigingen van de wet

van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt

Art. 2. In artikel 7, § 1, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, laatst gewijzigd bij de wet van 28 juni 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. tussen het achtste en het negende lid worden twee leden ingevoegd, luidende :

    "Voor de verbruiken vanaf 1 januari 2014 wordt de toeslag, toepasbaar door elektriciteitsbedrijven op hun eindafnemers, per verbruikslocatie, verminderd, op basis van de voortschrijdende jaarlijkse som van de afnamen, als volgt :

  2. voor de verbruiksschijf vanaf 20 MWh/jaar tot 50 MWh/jaar : met 15 procent;

  3. voor de verbruiksschijf vanaf 50 MWh/jaar tot 1 000 MWh/jaar : met 20 procent;

  4. voor de verbruiksschijf vanaf 1 000 MWh/jaar tot 25 000 MWh/jaar : met 25 procent;

  5. voor de verbruiksschijf hoger dan 25 000 MWh/jaar : met 45 procent.

    Per verbruikslocatie en per jaar, bedraagt de toeslag gefactureerd door de elektriciteitsbedrijven voor die verbruikslocatie maximaal 250.000 euro.";

  6. in het vroegere negende lid, dat het elfde lid wordt, worden de woorden "het zevende en achtste lid" vervangen door de woorden "het zevende, achtste, negende en tiende lid".

    Art. 3. Artikel 21bis, § 4, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2005, wordt opgeheven.

    TITEL 3. - Binnenlandse Zaken

    ENIG HOOFDSTUK. - Opheffing van het begrotingsfonds tot uitvoering van het correctiemechanisme ingesteld bij de overdracht van ex-rijkswachtgebouwen aan de gemeenten en de meergemeentepolitiezones

    Art. 4. In de tabel opgenomen in bijlage van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen wordt de rubriek 13-12 opgeheven.

    Art. 5. In artikel 135 van de programmawet van 2 augustus 2002, gewijzigd bij de wet van 29 maart 2012 worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  7. paragrafen 1 en 2 worden opgeheven;

  8. in paragraaf 3 worden de woorden "op een som die door het fonds" vervangen door de woorden "op het correctiemechanisme dat".

    Art. 6. Artikel 79, § 1, van de programmawet van 27 december 2005 wordt opgeheven.

    Art. 7. De beschikbare middelen op het begrotingsfonds tot uitvoering van het correctiemechanisme ingesteld bij de overdracht van ex-rijkswachtgebouwen aan de gemeenten en de meergemeentepolitiezones op 1 januari 2013, evenals de middelen ontvangen na die datum en bestemd voor hetzelfde begrotingsfonds overeenkomstig de bepalingen van de rubriek 13-12 van de tabel opgenomen in bijlage van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen worden van bestemming veranderd en gevoegd bij de algemene middelen van de Schatkist.

    Art. 8. Deze titel heeft uitwerking met ingang van 31 december 2012.

    TITEL 4. - Economie en Noordzee

    HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het Wetboek van economisch recht

    Art. 9. In artikel V.14 van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij de wet van 3 april 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  9. in paragraaf 1 worden de woorden "terugbetaalbare implantaten bedoeld in artikel 35, § 1, van de bijlage van het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 24 augustus 1994" vervangen door de woorden "gelijkgestelde voorwerpen, apparaten en substanties bedoeld in artikel V.9, 2°, die in uitvoering van hetzelfde artikel V.9, 2°, door de minister zijn aangewezen en terugbetaalbaar zijn in het kader van de verplichte verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen";

  10. in paragraaf 2 worden de woorden "is verplicht" vervangen door de woorden "alsook de onderneming die, gelijkgestelde voorwerpen, apparaten en substanties bedoeld in artikel V.9, 2°, die in uitvoering van hetzelfde artikel V.9, 2°, door de minister zijn aangewezen en die niet terugbetaalbaar zijn in het kader van de verplichte verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen in de handel brengt, zijn verplicht".

    Art. 10. De Koning bepaalt de datum van inwerkingtreding van artikel 9.

    HOOFDSTUK 2 - Fonds voor de financiering

    van onderzoek en ontwikkeling op het vlak van metrologie

    Art. 11. § 1. Bij toepassing van artikel 62 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, wordt een begrotingsfonds voor de financiering van onderzoek op het vlak van metrologie opgericht.

    § 2. In de tabel gevoegd bij de organieke wet van 27 december 1990 tot oprichting van begrotingsfondsen, gewijzigd bij de wet van 24 december 1993, wordt de rubriek 32 - Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, aangevuld als volgt :

    "Benaming van het organiek begrotingsfonds :

    32-16 Fonds voor de financiering van onderzoek en ontwikkeling op het vlak van metrologie

    Aard van de toegewezen ontvangsten :

    1. ontvangsten voortvloeiend uit de deelname aan Europese metrologische onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten, meer bepaald subsidies of ontvangsten afkomstig uit de organisatie van seminaries, internationale vergaderingen en opleidingen;

    2. schenkingen en legaten.

      Aard van de toegestane uitgaven :

      Kosten verbonden aan de deelname aan Europese metrologische onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten, meer bepaald :

    3. personeelskosten;

    4. investeringen in materiaal;

    5. onkosten voor verplaatsingen en opleidingen;

    6. deelname in de beheerskosten;

    7. kosten verbonden aan de organisatie van seminaries, vergaderingen en opleidingen;

    8. technische verbruiksgoederen.".

      HOOFDSTUK 3 - Fonds Leefmilieu

      Art. 12. De tabel gevoegd bij de organieke wet van 27 december 1990 tot oprichting van begrotingsfondsen, laatst gewijzigd bij de wet van 17 augustus 2013, de tweede kolom, "Aard van de toegewezen ontvangsten", van de rubriek "25-4 Fonds Leefmilieu", wordt aangevuld met twee leden, luidende :

      "De heffingen die bedoeld worden in artikel 11, § 3, tweede lid, 2°, van de wet van 17 augustus 2013 betreffende de prospectie, de exploratie en de exploitatie van de rijkdommen van de zee- en oceaanbodem en de ondergrond ervan voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht.

      De compensatie in milieuvoordelen die bedoeld worden in de ministeriële besluiten houdende verlening van een vergunning of een machtiging in uitvoering van hoofdstuk VI van de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België.".

      TITEL 5. - Werk

      ENIG HOOFDSTUK. - Risicogroepen

      Art. 13. Artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), gewijzigd bij de wet van 30 december 2009, wordt aangevuld met de volgende zin :

      "De Koning kan daarbij voor een of meerdere van de risicogroepen die Hij bepaalt, de wijze van uitvoering van de in het eerste lid bedoelde inspanningen bepalen.".

      Art. 14. Artikel 191, § 3, derde lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 27 december 2012, wordt vervangen als volgt :

      "De projecten bedoeld in het eerste lid zijn bestemd voor de risicogroepen die de Koning aanwijst onder deze bedoeld in artikel 189, vierde lid.".

      Art. 15. Dit hoofdstuk treedt in werking op 1 januari 2014, met uitzondering van artikel 14, dat uitwerking heeft met ingang van 1 november 2013.

      TITEL 6. - Maatschappelijke Integratie

      ENIG HOOFDSTUK. - Wijziging van de wet van 26 mei 2002

      betreffende het recht op maatschappelijke integratie

      Art. 16. In titel II, hoofdstuk VI, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, wordt een afdeling 4/1 ingevoegd die een artikel 43/1 bevat, luidende :

      "Afdeling 4/1. Bijzondere toelagen.

      Art. 43/1. Wat het jaar 2014 betreft wordt aan het centrum een bijzondere toelage van 49,12 EUR toegekend per dossier dat in aanmerking werd genomen in 2012 voor de terugbetalingen door de Staat.

      De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, het bedrag van deze toelage voor de volgende jaren evenals het referentiejaar dat in aanmerking wordt genomen.".

      TITEL 7. - Sociale Zaken

      HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van de afdelingen 2 en 3

      van hoofdstuk 7 van titel IV van de programmawet (I) van 24 december 2002

      Art. 17. In artikel 331 van de programmawet (I) van 24 december 2002 worden in de laatste zin van het laatste lid de woorden "voor de categorie 3" opgeheven.

      Art. 18. In artikel 342 van dezelfde wet wordt het woord "drie" vervangen door het woord "vijf".

      Art. 19. In artikel 343 van dezelfde wet worden twee nieuwe paragrafen ingevoegd tussen de paragrafen 3 en 4, luidend als volgt :

      " § 3/1. Als nieuwe werkgever van een vierde werknemer wordt beschouwd een werkgever die sedert ten minste vier opeenvolgende kwartalen die het kwartaal van indienstneming van een vierde werknemer voorafgaan, niet onderworpen is geweest aan de voornoemde wet van 27 juni 1969, voor de tewerkstelling van meer dan drie werknemers andere dan leerlingen, dienstboden, deeltijds leerplichtigen, gelegenheidsarbeiders bedoeld in het artikel 8bis van het voornoemde besluit van 28 november 1969 en gelegenheidswerknemers bedoeld in artikel 8ter van het voornoemd koninklijk besluit van 28 november 1969.

      § 3/2. Als nieuwe werkgever van een vijfde werknemer wordt beschouwd een werkgever die sedert ten minste vier opeenvolgende kwartalen die het kwartaal van indienstneming van een vijfde werknemer voorafgaan, niet onderworpen is geweest aan de voornoemde wet van 27 juni 1969 voor de tewerkstelling van meer dan vier werknemers andere dan leerlingen, dienstboden, deeltijds leerplichtigen, gelegenheidsarbeiders bedoeld in artikel 8bis van voornoemd...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT