9 NOVEMBER 2001. - Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de criteria, de voorwaarden en de nadere regelen volgens welke subsidies worden verleend met betrekking tot het VESOC-actieplan 2001 ter bevordering van de werkgelegenheid van ouderen

De Vlaamse regering,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en de bijzondere wetten van 12 januari 1989, 16 januari 1989, 5 mei 1993, 16 juli 1993, 28 december 1994, 5 april 1995, 25 maart 1996, het bijzondere decreet van 24 juli 1996, de bijzondere wet van 4 december 1996 en de bijzondere decreten van 15 juli 1997 en 14 juli 1998, de bijzondere wetten van 8 februari 1999 en 19 maart 1999 en het bijzonder decreet van 18 mei 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 juli 1991 houdende coördinatie van de wetten op de rijkscomptabiliteit, inzonderheid op de artikelen 12, 55 tot en met 58 en 94;

Gelet op het decreet van 22 december 2000 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2001 en het decreet van 6 juli 2001 houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2001;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 19 januari 2001 houdende de begrotingscontrole en -opmaak;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor Begroting, gegeven op 24 oktober 2001;

Overwegende het VESOC-actieplan 2001 van 11 juni 2001 ter bevordering van de werkgelegenheid van ouderen;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme;

Na beraadslaging,

Besluit :

Afdeling 1. - Begrippen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. de minister : de Vlaamse minister bevoegd voor Werkgelegenheid;

  2. de administratie : de administratie Werkgelegenheid van het departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;

  3. de werkgroep : de werkgroep die in uitvoering van het VESOC-actieplan 2001 ter bevordering van de werkgelegenheid van ouderen instaat voor de beoordeling en opvolging van de projectaanvragen;

  4. ouderen : ouder wordende werknemers en werkzoekenden tussen 45 en 64 jaar;

  5. kansengroepen : categorieën van personen waarbij de werkzaamheidsgraad, zijnde het procentueel aandeel van de personen uit de betrokken categorie op beroepsactieve leeftijd (15-64 jaar) die effectief werken, lager ligt dan het gemiddelde bij de totale Vlaamse beroepsbevolking.

Afdeling 2. - Organisatie

Art. 2. De administratie stelt die diensten, uitrusting, installaties en personeelsleden ter beschikking, die noodzakelijk zijn om een efficiënte uitvoering van dit besluit te verzekeren.

Art. 3. De minister stelt een werkgroep samen, bestaande uit :

- 1 vertegenwoordiger van de administratie Werkgelegenheid, die vanwege de regisseursfunctie de werkgroep voorzit;

- 1 vertegenwoordiger van de Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme;

- 1 vertegenwoordiger van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB);

- 1 vertegenwoordiger van de administratie Werkgelegenheid;

- 6 vertegenwoordigers van de Vlaamse sociale partners, voorgedragen door de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV);

- 1 vertegenwoordiger van de SERV.

De voordragende instanties dragen gelijktijdig een plaatsvervangend lid voor die dezelfde rechten uitoefent als het lid dat hij/zij vervangt.

De werkgroep heeft volgende taken :

- adviezen formuleren over de aanvragen die ingediend worden in het kader van dit besluit;

- het opvolgen en evalueren van de toepassing van dit besluit en hierover rapporteren aan het VESOC.

Het secretariaat van de werkgroep wordt verzorgd door de administratie. Zij voert tevens alle beslissingen van de werkgroep uit.

De werkgroep vergadert rechtsgeldig indien minimaal de helft plus één van de afgevaardigden aanwezig zijn. Indien de vergadering niet in aantal is, kan zij, ongeacht het aantal aanwezigen, over dezelfde agenda rechtsgeldig beslissen na een tweede oproep.

De werkgroep streeft bij het formuleren van haar adviezen unanimiteit tussen de aanwezige leden na. Indien echter uit de besprekingen blijkt dat er geen unanimiteit mogelijk is, dan biedt de voorzitter zijn goede diensten aan en werkt een compromisvoorstel uit. Dit compromisvoorstel is aanvaard indien het met een drie vierden meerderheid van de aanwezige leden wordt goedgekeurd.

Afdeling 3. - In aanmerking komende projecten

Art. 4. Binnen de perken...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT