Wet tot wijziging van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 02-05-2003 en tekstbijwerking tot 31-08-2005), de 24 mars 2003

HOOFDSTUK I. - Inleidende bepaling.

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet.

Art. 2. In artikel 1 van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, gewijzigd bij de wetten van 6 juli 1992, 11 december 1998 en 7 januari 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° het 2° wordt vervangen door de volgende bepaling :

" 2° de kredietgever : elke natuurlijke persoon, elke rechtspersoon of elke groep van dergelijke personen, die een krediet toestaat binnen het kader van zijn handels- of beroepsactiviteiten, met uitzondering van de persoon of van elke groep van personen die een verkoop op afbetaling of een financieringshuur aanbiedt of sluit wanneer deze overeenkomst het voorwerp uitmaakt van een onmiddellijke overdracht of indeplaatsstelling ten gunste van een erkende kredietgever aangewezen in de overeenkomst; ";

2° het 3° wordt aangevuld met het volgende lid :

" Met een kredietbemiddelaar wordt gelijkgesteld, de persoon die een verkoop op afbetaling of een financieringshuur aanbiedt of toestaat wanneer deze overeenkomst of de schuldvordering uit de kredietovereenkomst het voorwerp uitmaakt van een onmiddellijke overdracht of indeplaatsstelling ten gunste van een erkende kredietgever aangewezen in de overeenkomst; ";

3° het 8° wordt vervangen door de volgende bepaling :

" 8° de debetrentevoet : de rentevoet, berekend volgens de actuariële methode, uitgedrukt in een jaarlijks of periodiek percentage, die wordt toegepast op het gedeelte van het kapitaal dat is opgenomen en die wordt berekend aan de hand van de elementen die de Koning aanduidt en op de wijze die Hij bepaalt; ";

4° in het 9° worden tussen de woorden " levering van diensten " en de woorden " en waarvan de prijs " de woorden ", verkocht door de kredietgever of de kredietbemiddelaar bedoeld in artikel 1, 3°, tweede lid, " ingevoegd;

5° het 12° wordt vervangen door de volgende bepaling :

" 12° de kredietopening : elke kredietovereenkomst, ongeacht de benaming of de vorm, waarbij koopkracht, geld of gelijk welk ander betaalmiddel ter beschikking wordt gesteld van de consument, die ervan gebruik kan maken door een of meerdere kredietopnemingen te verrichten onder meer met behulp van een betaal- of legitimatiekaart of op een andere wijze, en die zich ertoe verbindt terug te betalen volgens de overeengekomen voorwaarden; ";

6° een 12°bis wordt ingevoegd, luidend als volgt :

" 12°bis de kredietovereenkomst op afstand : elke kredietovereenkomst gesloten overeenkomstig artikel 77 van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en de bescherming van de consument, vervangen bij de wet van 25 mei 1999; ";

6°bis. - in het 18°, tweede streepje, worden de woorden " vervallen contractuele intresten " vervangen door de woorden " vervallen debetintresten en, in het geval van eenvoudige betalingsachterstand zoals bedoeld in artikel 27bis, § 2, vervallen nalatigheidsinteresten op het bedrag van de overschrijding ";

7° een 21° en een 22° worden toegevoegd, luidend als volgt :

" 21° werkdagen : het geheel van alle kalenderdagen met uitsluiting van de zondagen en wettelijke feestdagen. Als een termijn, uitgedrukt in werkdagen op een zaterdag afloopt, wordt hij verlengd tot de eerstvolgende werkdag;

22° de minister en de Minister van Economische Zaken : de Minister bevoegd voor Economische Zaken. ".

Art. 3. Artikel 2, 2°, eerste streepje, van dezelfde wet wordt aangevuld met de woorden " of dat ".

Art. 4. In artikel 3 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 4 augustus 1992 en 11 april 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° § 1, 1°, wordt vervangen als volgt :

" 1° de verzekeringsovereenkomsten;

de overeenkomsten gesloten met het oog op het continu verlenen van diensten waarbij de consument het recht heeft om de prijs van deze diensten, zolang zij geleverd worden, te regelen via gespreide betalingen, en waarvan het onmogelijk is bij het sluiten van de overeenkomst een totale prijs of een totaal tarief vast te stellen; ";

2° a) § 2, eerste lid, wordt vervangen als volgt :

" § 2. De kredietovereenkomsten die betrekking hebben op bedragen van minder dan 200 euro worden van het toepassingsgebied van deze wet uitgesloten, met uitzondering van de bepalingen van de artikelen 2, 4 tot 11, 13, 21, 27bis tot 40, 47 en 48, 54 en 55, 57, 59 en 60, 62 tot 67, 74 tot 109. ";

  1. na het eerste lid van § 2 wordt een nieuwe bepaling ingevoegd, die het tweede lid wordt en luidt als volgt :

    " De kredietovereenkomsten vastgesteld bij een authentieke akte die betrekking hebben op bedragen van meer dan 20 000 euro, zijn niet aan de bepalingen van deze wet onderworpen, met uitzondering van de bepalingen van de artikelen 2, 4 tot 11, 13, 14, § 3, 1° à 6°, 10° et 11°, en van de artikelen 15, 21, 27bis tot 40, 47 en 48, 54 en 55, 57, 59 en 60, 62 tot 109. ".

    Art. 5. In artikel 5 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 6 juli 1992, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    1° in § 1 worden de woorden " op een leesbare, goed zichtbare en ondubbelzinnige wijze vermelden " vervangen door de woorden " op een ondubbelzinnige, leesbare en goed zichtbare of, in voorkomend geval, hoorbare wijze bevatten ";

    2° § 2 wordt vervangen als volgt :

    " Geen reclame waarin een rentevoet of elk ander cijfer met betrekking tot de kredietkosten wordt genoemd kan worden gemaakt dan door middel van de vermelding, op een ondubbelzinnige, goed zichtbare, leesbare of hoorbare wijze van het jaarlijkse kostenpercentage. Indien de reclame een jaarlijks kostenpercentage aangeeft dat bij voorkeur wordt toegepast, moet zij eveneens de voorwaarden ervan aangeven en het basis jaarlijkse kostenpercentage vermelden. Indien de aanduiding van het juiste jaarlijkse kostenpercentage niet mogelijk is, moet de reclame het jaarlijkse kostenpercentage vermelden aan de hand van een representatief voorbeeld.

    De Koning bepaalt wat onder representatief voorbeeld moet worden verstaan en in welke gevallen dat voorbeeld moet aangewend worden. ";

    3° het artikel wordt aangevuld met een § 3, luidende :

    " § 3. Onverminderd de toepassing van de voorgaande paragrafen en van de artikelen 6 en 6bis moeten de kredietgever en de kredietbemiddelaar aan de consument inlichtingen ter beschikking stellen onder de vorm van een prospectus die de financiële gegevens met betrekking tot de aangeboden kredietovereenkomsten moet bevatten, waaronder het bedrag en de looptijd van het krediet, het jaarlijkse kostenpercentage, in voorkomend geval de debetrentevoet en de terugkerende en niet-terugkerende kosten, en de betalingsregeling.

    De Koning bepaalt de financiële gegevens die in de prospectus dienen vermeld te worden. ".

    Art. 6. In artikel 6 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    " 1° in § 1, eerste lid, worden de volgende drie streepjes ingevoegd na het woord " kredietovereenkomst " :

    - die de consument, die het hoofd niet kan bieden aan zijn schulden, aanzet tot het opnemen van krediet;

    - die op onrechtmatige wijze het gemak of de snelheid benadrukt waarmee het krediet kan worden verkregen;

    - die op onrechtmatige wijze aanspoort tot hergroepering of centralisatie van lopende kredieten; ";

    2° in § 1, tweede lid, worden de woorden " leesbaar, goed zichtbaar en ondubbelzinnig " vervangen door de woorden " ondubbelzinnig, leesbaar en goed zichtbaar of, in voorkomend geval, hoorbaar ".

    Art. 7. In dezelfde wet wordt een artikel 6bis ingevoegd, luidende :

    " Art. 6bis . Wanneer een reclame voor een kredietovereenkomst het gefinancierde goed of de dienst vermeldt en een jaarlijkse kostenpercentage dat gelijk is aan 0 %, dan moet die reclame de voordelen vermelden die, in voorkomend geval, worden toegekend aan de consument die contant betaalt.

    De prijs van het goed of de dienstprestatie gevraagd aan de consument die op krediet betaalt moet gelijk zijn aan de prijs gevraagd aan de consument die contant betaalt. "

    Art. 8. Artikel 10, eerste lid, van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :

    " De kredietgever en de kredietbemiddelaar moeten aan de consument die om een kredietovereenkomst verzoekt en, in voorkomend geval, de steller van een persoonlijke zekerheid, de juiste en volledige informatie vragen die zij noodzakelijk achten om hun financiële toestand en hun terugbetalingsmogelijkheden te beoordelen en, in ieder geval, hun lopende financiële verbintenissen. De consument en de steller van een persoonlijke zekerheid zijn ertoe gehouden daarop juist en volledig te antwoorden. ".

    Art. 9. Artikel 11, 2°, van dezelfde wet wordt aangevuld met de woorden : " en met het doel van het krediet ".

    Art. 10. In artikel 12 van dezelfde wet worden de woorden " houder van het bestand dat hij heeft geraadpleegd en tot wie de consument zich kan wenden overeenkomstig artikel 70 " vervangen door de woorden " verantwoordelijke voor de verwerking van de bestanden die hij heeft geraadpleegd met inbegrip van, in voorkomend geval, de identiteit en het adres van de geraadpleegde kredietverzekeraar, en tot wie de consument zich kan wenden overeenkomstig artikel 70 ".

    Art. 11. In hoofdstuk III, afdeling 1, wordt in het opschrift van onderafdeling 2, van dezelfde wet, het woord " Kredietaanbod " vervangen door het woord " Kredietovereenkomst ".

    Art. 12. In artikel 14 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 7 januari 2001 en 10 augustus 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    1° § 1 wordt vervangen als volgt :

    " § 1. Onverminderd de toepassing van artikel 45, § 2, van deze wet, komt de kredietovereenkomst tot stand door de ondertekening van een geschrift, opgesteld in zoveel exemplaren als er partijen met een onderscheiden belang bij de kredietovereenkomst zijn. Een bijkomend exemplaar moet worden overhandigd aan de kredietbemiddelaar.

    Elke vorm van handtekening door de kredietgever is geoorloofd voor zover de consument op het ogenblik van de overhandiging van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT