Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg., de 27 avril 2007

Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg wordt vervangen als volgt :

" Artikel 1. Voor het toepassen van de procedure die in dit besluit wordt geregeld, kunnen enkel de controlebeambten belast met een mandaat van gerechtelijke politie en behorende tot de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer en de personeelsleden van het operationeel kader van de federale en lokale politie, alsook de controlebeambten van de Administratie der Douane en Accijnzen van de Federale Overheidsdienst Financiën bij de uitvoering van hun dienst, door de procureur-generaal bij het hof van beroep gemachtigd worden. ".

Art. 2. Artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 december 2001, 7 mei 2002, 14 juli 2005 en 27 maart 2006 wordt vervangen als volgt :

" Art. 2. Onder de voorwaarden vastgesteld in de artikelen 32 tot 34 van de wet van 3 mei 1999 betreffende het vervoer van zaken over de weg, in artikel 31bis van de besluitwet van 30 december 1946 betreffende het bezoldigd vervoer van personen over de weg met autobussen en met autocars, in artikel 65 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968 en in artikel 2bis van de wet van 18 februari 1969 betreffende de maatregelen ter uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer over de zee, over de weg, de spoorweg of de waterweg kunnen de in bijlage 1 bij dit besluit opgenomen inbreuken vastgesteld op een openbare plaats zoals bepaald in artikel 28 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, aanleiding geven tot de inning per inbreuk van de in dezelfde bijlage vermelde sommen. ".

Art. 3. Artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 december 2001, 7 mei 2002 en 27 maart 2006 wordt opgeheven.

Art. 4. Artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 december 2001 wordt vervangen als volgt :

" Art. 4. Het totaal van de te innen sommen, zoals vastgesteld in artikel 2, mag ten laste van een zelfde overtreder 2 500 EUR niet overschrijden. Dit totaal bedraagt 5 000 EUR voor de inbreuken vermeld in de punten a11, a12, a14, a15, a16, a17, d4, d20, d21, e11, e14, f10, f11, g6, g7, h7, h8, i4 en i5 van bijlage 1. ".

Art. 5. In artikel 6, § 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 december 2001, 27 maart 2006 en 1 september 2006 wordt het tweede lid vervangen als volgt :

" Het totaal van de ter plaatse te consigneren sommen mag ten laste van een zelfde overtreder 2 500 EUR niet overschrijden. Dit totaal bedraagt 5 000 EUR voor de inbreuken vermeld in de punten a11, a12, a14, a15, a16, a17, d4, d20, d21, e11, e14, f10, f11, g6, g7, h7, h8, i4 en i5 van bijlage 1. ".

Art. 6. Bijlage 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 december 2001 wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.

Art. 7. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2007.

Art. 8. Onze Minister van Justitie, Onze Minister van Financiën en Onze Minister bevoegd voor het vervoer over de weg zijn belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 april 2007.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Justitie,

Mevr. L. ONKELINX

De Minister van Financiën,

D. REYNDERS

De Minister van Mobiliteit,

R. LANDUYT

BIJLAGEN.

Art. N1. Bijlage bij het koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg.

" Bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg.

Lijst van de te innen sommen.

  1. Goederenvervoer over de weg - vergunningen.

    Inbreuk Reglementering Te innen

    som

    1. Er is geen vervoervergunning - Wet van 3.5.1999 (1), 900 EUR

      aanwezig in het voertuig. art. 5 # 1, 2°, 6, 15,

      21 en 26, # 2, 2°,

      a en b.

      - KB van 7.5.2002 (4),

      art. 40 en 41.

      1a. Er is geen vervoervergunning - Wet van 3.5.1999, 50 EUR

      aanwezig in het voertuig art. 5 # 1, 2°, 6 en 26

      maar het bestaan van de # 2, 2°, a en b.

      vergunning werd - KB van 7.5.2002, art. 41.

      onmiddellijk aangetoond.

    2. De voorgelegde - Wet van 3.5.1999, 900 EUR

      vervoervergunning wordt art. 5 # 1, 2° en 17, 2°.

      gebruikt voor een ander - KB van 7.5.2002,

      voertuig dan het erop art 31 # 1, 4°.

      vermelde (bij Belgische

      nationale en communautaire

      vergunning).

      2a. De voorgelegde - Wet van 3.5.1999, 50 EUR

      vervoervergunning wordt art. 5 # 1, 2°, 17, 2°

      gebruikt voor een ander en 26 # 2, 2°,

      voertuig dan het erop a en b.

      vermelde (bij Belgische - KB van 7.5.2002,

      nationale en communautaire art. 31 # 1, 4°.

      vergunning) maar het

      bestaan van een vergunning

      voor het gecontroleerde

      voertuig werd onmiddellijk

      aangetoond.

    3. De voorgelegde - Wet van 3.5.1999, 50 EUR

      vervoervergunning wordt art. 5 # 1, 2°.

      gebruikt voor een - KB van 7.5.2002, art. 34.

      vervangingsvoertuig zonder

      dat de voorgeschreven

      procedure werd

      gerespecteerd (bij

      Belgische nationale of

      communautaire vergunning).

    4. De voorgelegde - Wet van 3.5.1999, 50 EUR

      vervoervergunning wordt art. 5 # 1, 2°, 6 en

      gebruikt voor een in huur 26, # 2, 2°, b.

      of financieringshuur - KB van 7.5.2002,

      genomen voertuig zonder dat art. 31 # 1, 6°

      een huur- of

      leasingcontract kan worden

      voorgelegd.

    5. De voorgelegde - Wet van 3.5.1999, 50 EUR

      vervoervergunning art. 5 # 1, 2°.

      (Belgische nationale of - KB van 7.5.2002,

      communautaire vergunning) art. 31 # 1, 3°.

      bevat onvolledige of

      onjuiste vermeldingen.

    6. De voorgelegde - Wet van 3.5.1999, 900 EUR

      vervoervergunning bevat art. 5 # 1, 2°, 6 en

      onleesbare vermeldingen 26 # 2, 2°, a en b.

      waardoor - KB van 7.5.2002,

      identificatie/controle art. 31 # 1, 3° en

      onmogelijk is of is 46, 2°.

      oncontroleerbaar tgv

      plastificering.

      6a. De voorgelegde - Wet van 3.5.1999, 50 EUR

      vervoervergunning bevat art. 5 # 1, 2°, 6 en

      onleesbare vermeldingen 26 # 2, 2°, a en b.

      waardoor - KB van 7.5.2002,

      identificatie/controle art. 31 # 1, 3° en

      onmogelijk is of is 46, 2°.

      oncontroleerbaar

      tgv plastificering maar

      het bestaan van de

      vergunning werd

      onmiddellijk aangetoond.

    7. De voorgelegde - Wet van 3.5.1999, 900 EUR

      vervoervergunning bevindt art. 5 # 1, 2° en 6.

      zich in handen van een - Verordening (EEG)

      andere persoon dan de erop nr. 881/92 (5),

      vermelde. art. 5.4.

      - KB van 7.5.2002,

      art. 31 # 1, 1° en

      46, 1°.

    8. De voorgelegde - Wet van 3.5.1999, (2)

      vervoervergunning is art. 5 # 1, 2°, 6 en

      ongeldig wegens overlading 28 # 2.

      of overschrijding van de - KB van 7.5.2002,

      afmetingen. art. 31 # 1, 5° en

      46, 4°.

    9. De voorgelegde - Wet van 3.5.1999, 900 EUR

      vervoervergunning is het art. 5 # 1, 2°, 6 en

      origineel van de nationale 26 # 2, 2°, a en b.

      of communautaire vergunning - Verordening (EEG)

      ipv de kopie. nr. 881/92, art. 5.4.

      - KB van 7.5.2002,

      art. 31 # 1, 2°.

      9a. De voorgelegde - Wet van 3.5.1999, 50 EUR

      vervoervergunning is het art. 5 # 1, 2°, 6 en

      origineel van de nationale 26 # 2, 2°, a en b.

      of communautaire vergunning - Verordening (EEG)

      ipv de kopie, maar het nr. 881/92, art. 5.4.

      bestaan van de kopie van de - KB van 7.5.2002,

      vergunning werd art. 31 # 1, 2°.

      onmiddellijk aangetoond.

    10. De voorgelegde - Wet van 3.5.1999, 900 EUR

      extra-communautaire art 6 en 20.

      vervoervergunning en/of het - KB van 7.5.2002,

      bijgevoegde vervoerverslag art. 46, 3° en 47 # 2.

      werd niet of onvolledig

      ingevuld. (3)

    11. De voorgelegde - Wet van 3.5.1999, 1 800 EUR

      CEMT-vergunning wordt art. 6 en 20.

      gebruikt voor meer dan het

      toegelaten aantal beladen

      ritten.

    12. Het gecontroleerde voertuig - Wet van 3.5.1999, 1 800 EUR

      voert een onwettig art. 20.

      cabotagevervoer uit.

    13. De voorgelegde communautaire - Wet van 3.5.1999, 900 EUR

      vervoervergunning is art. 5 # 1, 2°, 6, 16

      ongeldig wegens afwezigheid en 19.

      van een bestuurdersattest. - Verordening (EEG)

      nr. 881/92, art. 3.1

      en 6.4.

      - Verordening (EEG)

      nr. 3118/93 (6),

      art. 1.1 en 2.

    14. De voorgelegde - Wet van 3.5.1999, 1 800 EUR

      vervoervergunning is vals art. 5 # 1, 2°, 6, 15,

      of de erop voorkomende 16, 17, 2°, 19, 20, 21

      gegevens werden vervalst. en 26, # 2, 2°, a en b.

    15. Het voorgelegde - Wet van 3.5.1999, 1 800 EUR

      bestuurdersattest is vals art. 5 # 1, 2°, 6, 16,

      of de erop voorkomende 19 en 26, # 2, 2°,

      gegevens werden vervalst. a en b.

      - Verordening (EEG)

      nr. 881/92, art. 3.1

      en 6.4.

      - Verordening (EEG)

      nr. 3118/93, art. 1.1

      en 2.

    16. De bestuurder weigert de - Wet van 3.5.1999, 1 800 EUR

      vervoervergunning voor art. 5 # 1, 2°, 6, 15,

      controle over te leggen. 16, 17, 2°, 19, 20, 21

      en 26 # 2, 2°, a en b.

    17. De bestuurder weigert het - Wet van 3.5.1999, 1 800 EUR

      bestuurdersattest voor art. 5 # 1, 2°, 6, 16,

      controle over te leggen. 19 en 26, # 2, 2°,

      a en b.

      - Verordening (EEG)

      nr. 881/92, art. 3.1

      en 6.4.

      - Verordening (EEG)

      nr. 3118/93, art. 1.1

      en 2.

      (1) Wet van 3 mei 1999 betreffende het vervoer van zaken over de weg.

      (2) De boete wordt gemoduleerd in functie van het percentage van overschrijding van de afmetingen en massa's (zie tabel in aanhangsel 1).

      (3) Voor alle extra-communautaire vervoervergunningen betekent " onvolledig " dat de naam van de vervoeronderneming niet op de vergunning of het rittenboekje vermeld staat. Voor de bilaterale vergunningen betekent dit bovendien dat de datum van binnenkomst op Belgisch grondgebied niet of niet op onuitwisbare wijze werd ingevuld. Voor de CEMT-vergunning betekent dit bovendien dat het rittenboekje ontbreekt, dat het rittenboekje niet hetzelfde nummer draagt als de CEMT-vergunning die het vergezelt of dat de rubrieken van de kolommen 1, 2, 4 en 5 op het vervoerverslag in het rittenboekje niet werden ingevuld.

      (4) Koninklijk besluit van 7 mei 2002 betreffende het vervoer van zaken over de weg.

      (5) Verordening (EEG) nr. 881/92 van 26 maart 1992 betreffende de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT