26 JANUARI 2007. - Wet betreffende het verbod op de commerciële productie van en handel in honden- en kattenbont en hiervan afgeleide producten (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2. Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder :

  1. commerciële productie : het fokken, houden, en afmaken van honden en katten met het doel op commerciële basis bont en hiervan afgeleide producten te produceren;

  2. handel : het invoeren, vervoeren voor verkoop of levering, in bezit houden met het oog op verkoop, verdelen, stijten, onder kosteloze of bezwarende titel afstaan.

    Art. 3. Het is verboden :

  3. honden (canis familiaris) en katten (felis catus) te gebruiken voor commerciële productie;

  4. bont van honden en katten alsmede hiervan afgeleide producten te verhandelen.

    Art. 4. Onverminderd de bevoegdheden van de officieren van gerechtelijke politie worden overtredingen van de bepalingen van deze wet en van haar uitvoeringsbesluiten opgespoord en vastgesteld door :

  5. de ambtenaren belast met het toezicht aan de grenzen;

  6. de statutaire en contractuele ambtenaren daartoe aangewezen door de minster bevoegd voor economie.

    Art. 5. De ambtenaren bedoeld in artikel 4, voorzien van behoorlijke ligitimatiebewijzen, mogen bij de uitoefening van hun opdracht :

  7. zich alle inlichtingen en bescheiden doen verstrekken die zij tot het volbrengen van hun taak nodige achten en overgaan tot alle nuttige vaststellingen;

  8. te allen tijde de niet voor bewoning dienende voertuigen en gronden en bedrijfslokalen betreden waar honden- of kattenbont of afgeleide producten commercieel worden geproduceerd of verhandeld in de zin van deze wet. Voor acht uur 's morgens en na achttien uur 's avonds mogen zij de niet voor het publiek toegankelijke bedrijfslokalen slechts betreden met toestemming van de rechter in de politierechtbank;

  9. overgaan tot huiszoeking in een privéwoning, met toestemming van de rechter in de politierechtbank en tussen vijf uur 's ochtends en eenentwintig uur 's avonds, of, te allen tijde, met voorafgaande schriftelijke toestemming van de persoon die het werkelijk genot heeft van de woning;

  10. bij vaststelling van een inbreuk, de honden of katten of afgeleide producten die het voorwerp vormen van de inbreuk, het materiaal dat heeft gediend of was bestemd om de inbreuk te plegen, de zaken de uit de inbreuk voortkomen of de vermogensvoordelen die rechtstreeks uit de inbreuk zijn verkregen, de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT