1 MAART 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 februari 2012, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het « Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf » - fbz-fse Constructiv (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 februari 2012, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het « Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf » - fbz-fse Constructiv.

Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 maart 2013.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

Mevr. M. DE CONINCK

_______

Nota

(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958.

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Comité voor het bouwbedrijf

Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 februari 2012

Vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het « Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf » - fbz-fse Constructiv (Overeenkomst geregistreerd op 20 maart 2012 onder het nummer 108938/CO/124)

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren en op de arbeiders die zij tewerkstellen.

Onder « arbeiders » wordt verstaan : de arbeiders en de arbeidsters.

Art. 2. § 1. In uitvoering van artikel 14, § 1 van de statuten van het « Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf » - fbz-fse Constructiv (hierna genoemd : fbz-fse Constructiv) worden de werkgevers, die overeenkomstig het koninklijk besluit van 4 maart 1975 onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren, met het oog op de vaststelling van het bedrag der algemene bijdrage, verschuldigd aan het voornoemde fonds, in vier categorieën gerangschikt, naargelang de aard van hun activiteit.

§ 2. In uitvoering van artikel 14, § 2 van de statuten van fbz-fse Constructiv en overeenkomstig de bepaling van artikel 12 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, wordt de bijdrage door de uitzendkantoren verschuldigd aan fbz-fse Constructiv bepaald door de categorie die vastgelegd is voor de gebruiker van de uitzendkrachten.

Art. 3. De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid die, overeenkomstig artikel 17 van de statuten van fbz-fse Constructiv, belast is met de inning en de invordering van de in artikel 1 bedoelde bijdrage, kent daartoe een kencijfer-bouwbedrijf toe, dat overeenstemt met de categorie, waarin de onderneming gerangschikt wordt, krachtens artikel 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

De activiteit, die in aanmerking genomen wordt, is deze beschreven overeenkomstig de wet tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen en vermeld in de aanvraag tot inschrijving of tot wederinschrijving bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, of vastgesteld door de sociaal inspecteurs bedoeld in artikel 16 van het Sociaal Strafwetboek.

Art. 4. Op grond van het principe dat de bijkomstige activiteit, de hoofdactiviteit volgt, wordt slechts één kencijfer aan een onderneming toegekend.

Twee of meer kencijfers kunnen nochtans toegekend worden, in geval een onderneming verschillende activiteiten uitoefent, die onder verschillende categorieën ressorteren met werklieden die uitsluitend aan ieder ervan toegewezen zijn.

Art. 5. Wanneer de overeenkomstig artikel 3 beschreven of vastgestelde activiteit, niet kan gerangschikt worden onder de opsomming van artikel 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, zal de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid het dossier voor administratieve beslissing overmaken aan het Paritair Comité voor het bouwbedrijf. In afwachting kent de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voorlopig het meest geschikte kencijfer toe.

Art. 6. De ondernemingen worden in categorieën gerangschikt, overeenkomstig de hiernavolgende lijsten, die werden opgemaakt op grond van de in het koninklijk besluit van 4 maart 1975 opgesomde activiteiten, vergeleken, in zoverre als nodig met de overeenkomstige lijst der activiteiten die in de Kruispuntbank van Ondernemingen moeten opgegeven worden op basis...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT