Circulaire met betrekking tot de verplichting voor energieopslaginstallaties tot het bekomen van een vergunning in het kader van artikel 4 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en het Koninklijk besluit van 11 oktober 2000 betreffende de toekenning van individuele vergunningen voor de bouw van installaties voor de productie van elektriciteit, de 12 juillet 2021

Artikel M.

De Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie alsook de Minister van Energie hebben vastgesteld dat er een potentiële onduidelijkheid bestaat met betrekking tot het toepassingsgebied van de verplichting tot het bekomen van een individuele vergunning voor de bouw van nieuwe installaties voor elektriciteitsproductie of de verbouwingen of andere aanpassingen van bestaande productie-installaties overeenkomstig artikel 4, § 1 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt (hierna kortweg "Elektriciteitswet") en artikel 2 van het Koninklijk besluit van 11 oktober 2000 betreffende de toekenning van individuele vergunningen voor de bouw van installaties voor de productie van elektriciteit (hierna kortweg "koninklijk besluit van 11 oktober 2000"). Zo stelt zich de vraag of voornoemde verplichting eveneens geldt voor energieopslaginstallaties, en dit moet worden behandeld in het licht van de Elektriciteitswet en de Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU (hierna kortweg "Richtlijn 2019/944"). Aangezien er ook wordt verwezen naar de vergunningsplicht overeenkomstig artikel 4 van de Elektriciteitswet in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme overeenkomstig artikel 7undecies van de Elektriciteitswet, wordt in deze circulaire eveneens verduidelijkt hoe de betrokken bepalingen van artikel 7undecies van de Elektriciteitswet dienen geïnterpreteerd te worden.

In licht van bovenstaande bevat deze circulaire een aantal richtsnoeren voor de toepassing van de betreffende wet- en regelgeving.

  1. WETTELIJKE BASIS

    Artikel 4 van de Elektriciteitswet heeft een vergunningstelsel voor de bouw van nieuwe productie-installaties ingevoerd. Overeenkomstig artikel 4, § 1, eerste lid van de Elektriciteitswet worden de bouw van nieuwe installaties voor elektriciteitsproductie, de herziening, de vernieuwing, de verzaking, de overdracht en elke andere wijziging van een individuele vergunning afgeleverd op basis van de Elektriciteitswet onderworpen aan de voorafgaande toekenning van een individuele vergunning afgeleverd door de federale minister bevoegd voor Energie, na advies van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (hierna "CREG").

    Artikel 4, § 1, tweede lid Elektriciteitswet bevat onder meer een machtiging aan de Koning om het toepassingsgebied van de vergunningplicht besloten in artikel 4, § 1, eerste lid, van de Elektriciteitswet uit te breiden tot verbouwingen of andere aanpassingen van bestaande installaties en om de bouw van installaties met een laag vermogen vrij te stellen van vergunning en te onderwerpen aan een procedure van voorafgaande melding aan de CREG.

    Overeenkomstig deze machtiging, is het toepassingsgebied van de vergunningsplicht uitgebreid naar verbouwingen of andere aanpassingen van bestaande installaties waarvoor geen door de Elektriciteitswet bedoelde individuele vergunning...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT