Circulaire 2017/C/70 betreffende het geregistreerde kassasysteem. - Commentaar op de toepassingsvoorwaarden van de verplichting, voor btw-belastingplichtigen die restaurant- en cateringdiensten verrichten, om te beschikken over een geregistreerd kassasysteem zoals voorzien in artikel 21bis van het koninklijk besluit nr. 1, de 21 novembre 2017

Artikel M.

  1. Inleiding

    Naar aanleiding van de tariefverlaging van 21 % naar 12 % voor restaurant- en cateringdiensten (het verschaffen van dranken daaronder niet begrepen) met ingang van 01.01.2010, werd aan de sector een extra inspanning gevraagd voor de juiste rapportering van de verrichte handelingen.

    Bovengenoemd uitgangspunt heeft op het stuk van de btw-verplichtingen geleid tot de regelgeving met betrekking tot het geregistreerde kassasysteem in de horecasector.

    Artikel 21bis, § 1, eerste lid (versie 16.06.2016) van het koninklijk besluit nr. 1 van 29.12.1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, bepaalt dat de exploitant van een inrichting waar maaltijden worden verbruikt, alsmede de traiteur die cateringdiensten verricht, gehouden zijn aan de belastingplichtige of niet-belastingplichtige klant het kasticket uit te reiken bedoeld in het koninklijk besluit van 30.12.2009, voor alle handelingen die zij in de uitoefening van de economische activiteit verrichten en die verband houden met het verstrekken van maaltijden en dranken, al dan niet verschaft bij de maaltijd, met inbegrip van alle verkopen van spijzen en dranken in voormelde inrichting, wanneer de jaaromzet, exclusief belasting over de toegevoegde waarde, met betrekking tot de restaurant- en cateringdiensten, met uitsluiting van het verschaffen van dranken, meer bedraagt dan 25.000 euro.

    Het koninklijk besluit van 30.12.2009 bepaalt de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen.

  2. Verplichtingen in de horecasector

    Alle belastingplichtigen die restaurant- of cateringdiensten verschaffen zijn gehouden een controledocument uit te reiken. Het gaat hetzij om rekeningen of ontvangstbewijzen (btw-bonnetjes), hetzij om kastickets van een geregistreerd kassasysteem (zie evenwel punten 2.2., 2.3., 2.4. en 2.7.).

    2.1. Drempel van 25.000 euro, exclusief btw

    De exploitant van een inrichting waar maaltijden worden verbruikt en de traiteur die cateringdiensten verricht, moeten kastickets uitreiken met behulp van een geregistreerd kassasysteem wanneer de jaaromzet, exclusief btw, met betrekking tot de restaurant- en cateringdiensten, met uitsluiting van het verschaffen van dranken, meer bedraagt dan 25.000 euro. (artikel 21bis, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 1).

    De drempel wordt berekend met bedragen exclusief btw en omvat de omzet uit restaurant- en cateringdiensten. Worden niet meegenomen in de berekening van de drempel, de omzet uit:

    - het verschaffen van dranken bij een maaltijd;

    - het verschaffen van dranken buiten een maaltijd;

    - de leveringen van meeneemmaaltijden;

    - de verkopen van voeding in het algemeen;

    - andere (horeca-)activiteiten.

    Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de belastingplichtige die zelf de restaurant- of cateringdiensten verstrekt en de belastingplichtige die hiervoor een beroep doet op een onderaannemer (commissionairsprincipe). Iedere belastingplichtige, hoofd- of onderaannemer, moet berekenen of hij de drempel overschrijdt of niet (zie echter punt 2.2.).

    De verhuur van tafels, stoelen, borden, glazen, personeel voor bediening en dergelijke meer waarvoor een afzonderlijke prijs wordt aangerekend (niet begrepen in de prijs van de maaltijd), wordt niet meegenomen in de berekening van de drempel. Indien de drempel van 25.000 euro wordt overschreden, moeten er voor dergelijke verhuur enkel kastickets van een geregistreerd kassasysteem worden uitgereikt indien de verhuur verband houdt met een evenement waar de betrokken belastingplichtige ook restaurant- of cateringdiensten verricht (zie ook punt 3.2.).

    Bijkomende activiteiten, zoals de verkoop van meubels, toegang tot wellness, casino, bowling, binnenspeeltuin, optredens of animatie, inkomgeld dancing,... zijn geen restaurant- of cateringdiensten en worden dus niet in de berekening van de drempel opgenomen. Indien de drempel van 25.000 euro wordt overschreden, hoeven er ook geen kastickets van een geregistreerd kassasysteem uitgereikt te worden voor deze activiteiten (zie ook punt 3.2.).

    De omzet uit restaurant- en cateringdiensten die in het buitenland worden verricht, moet niet opgenomen worden in de berekening van de drempel. Er moeten geen kastickets van een geregistreerd kassasysteem worden uitgereikt voor in het buitenland verrichte handelingen (gezien de Belgische wetgeving niet van toepassing is op dergelijke handelingen). De in het buitenland verrichte handelingen mogen wel, op vrijwillige basis, worden opgenomen in het geregistreerde kassasysteem (ermee rekening houdend dat in de Belgische btw-aangifte, deze handelingen verricht in het buitenland duidelijk te onderscheiden moeten zijn van de handelingen verricht in België) (zie ook punt 3.2.).

    2.1.1. Voorbeeld bakker met verbruikssalon

    Een bakker verricht restaurantdiensten doordat hij een verbruikssalon uitbaat.

    Hij berekent op de vermelde wijze de omzet uit de verrichte restaurant- en cateringdiensten, zoals bijvoorbeeld de koffiekoeken, gebakjes en broodjes verschaft in het verbruikssalon. Vervolgens bekijkt hij of deze omzet al dan niet meer bedraagt dan 25.000 euro. De verkopen van brood in de bakkerij zijn leveringen en tellen niet mee voor de berekening van de drempel.

    2.1.2. Voorbeeld feestzaal

    Bij de uitbating van een feestzaal wordt de drempel als volgt berekend.

    Wanneer de feestzaaluitbater maaltijden verschaft aan de huurder van de feestzaal (al dan niet via een cateraar), worden er restaurant- of cateringdiensten verricht die meetellen voor de berekening van de drempel. Wanneer in deze prijs het gebruik van de zaal is meegerekend, telt dit gedeelte mee voor de berekening van de drempel. Indien de feestzaaluitbater niet tussenkomt bij de maaltijden en de cateraar dus rechtstreeks afrekent met de klant, worden er geen restaurant- of cateringdiensten verricht door de feestzaaluitbater. Het bedrag van de huur waarvoor een aparte prijs wordt aangerekend, telt niet mee voor de berekening van de drempel.

    2.1.3. Voorbeeld meubelzaak

    Binnen een meubelzaak wordt een cafetaria uitgebaat. Voor de berekening van de drempel mag enkel de omzet uit de restaurant- en cateringdiensten, berekend op de vermelde wijze en gerealiseerd in de cafetaria, worden opgenomen. De verkoop van meubels wordt daarentegen niet meegeteld.

    Indien de belastingplichtige voor maximum 25.000 euro omzet, exclusief btw, restaurant- en cateringdiensten, met uitsluiting van het verschaffen van dranken, verricht, is hij er niet toe gehouden kastickets met behulp van een geregistreerd kassasysteem uit te reiken. Hij moet echter wel rekeningen of ontvangstbewijzen uitreiken voor de verschafte maaltijden en bijhorende dranken. Hij kan er echter steeds voor opteren vrijwillig een geregistreerd kassasysteem te gebruiken. Alle verplichtingen en gevolgen die gelden voor de belastingplichtige die de drempel overschrijdt, zijn ook van toepassing op diegene die vrijwillig een geregistreerd kassasysteem gebruikt.

    2.2. Onderaanneming

    Er wordt voorzien in een ontheffing van de verplichting een kasticket met behulp van een geregistreerd kassasysteem uit te reiken voor de belastingplichtige die aan een eindconsument restaurant- en cateringdiensten verstrekt en hiervoor voor de totaliteit van zijn activiteit van verrichter van restaurant- en cateringdiensten een beroep doet op een onderaannemer die gehouden is het kasticket uit te reiken, op voorwaarde dat de belastingplichtige op geen enkele manier tussenkomt bij de voorbereiding van de maaltijden noch bij de aankoop van niet bereide voedingsmiddelen (artikel 21bis, § 1, 5de lid, 1°, van het koninklijk besluit nr. 1).

    Deze ontheffing wordt toegepast per inrichting. Alle restaurant- en cateringdiensten die worden verricht vanuit deze inrichting moeten voldoen aan de onderstaande voorwaarden van onderaanneming om de ontheffing te kunnen toepassen. Een combinatie waarbij enerzijds een geregistreerd kassasysteem wordt gebruikt voor diensten verricht met eigen middelen en anderzijds deze ontheffing wordt toegepast voor de handelingen in onderaanneming, is dus niet mogelijk.

    De belastingplichtige (A) die aan de eindconsument restaurant- of cateringdiensten verstrekt, maar dit niet doet met eigen middelen en hiervoor integraal een beroep doet op een onderaannemer (bv. een cateraar) (B), wordt ontheven van de verplichting tot het gebruik van het geregistreerde kassasysteem.

    De input van (A) ligt immers in principe volledig vast door het feit dat er voor de totaliteit van de handeling een beroep gedaan wordt op een onderaannemer die de restaurant- en cateringdiensten moet factureren en die bovendien voor deze handelingen een kasticket van een geregistreerd kassasysteem moet uitreiken.

    Bij wijze van tolerantie is de belastingplichtige die op grond van deze ontheffing niet gehouden is een geregistreerd kassasysteem te gebruiken, eveneens ontheven van het uitreiken van rekeningen of ontvangstbewijzen voor de verschafte maaltijden en bijhorende dranken.

    Alle handelingen die hij verricht liggen namelijk reeds volledig vast in de ontvangen kastickets van het geregistreerde kassasysteem van de onderaannemer.

    De onderneming dient een dagboek van ontvangsten te houden en de inschrijvingen te verrichten op basis van gedateerde verantwoordingsstukken, volgens de normale regels van artikelen 14 en 15 van het koninklijk besluit nr. 1.Deze verantwoordingsstukken kunnen bijvoorbeeld zijn: tickets van een gewone kassa, bewijzen van elektronische betalingen, ed.

    Opgemerkt wordt dat de regeling die van toepassing is op de bedrijfsrestaurants uiteengezet is in punt 2.4.

    2.2.1. Draagwijdte van de onderaanneming

    Het vormt geen probleem dat de belastingplichtige (A) die de restaurant- of cateringdiensten aan de eindconsument verstrekt, zijn eigen infrastructuur ter beschikking stelt (de consumptieruimte, tafels, stoelen, borden, bestekken, glazen,....) en zelf met eigen personeel of vrijwilligers voor de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT