27 MAART 2014. - Ordonnantie houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 8 oktober 2010 tussen de Federale Staat en de Gewesten betreffende de uitvoering van de verordeningen van de Europese Gemeenschappen betreffende het beleid ten aanzien van de capaciteit van de communautaire binnenvaartvloot met het oog op de bevordering van het vervoer over de binnenwateren

Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt :

Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2. Instemming wordt verleend met het Samenwerkingsakkoord van 8 oktober 2010 tussen de Federale Staat en de Gewesten met betrekking tot de uitvoering van de verordeningen van de Europese Gemeenschappen betreffende het beleid ten aanzien van de capaciteit van de communautaire binnenvaartvloot met het oog op de bevordering van het vervoer over de binnenwateren.

Bijlage

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Gewesten met betrekking tot de uitvoering van de Verordeningen van de Europese Gemeenschappen betreffende het beleid ten aanzien van de capaciteit van de communautaire binnenvaartvloot met het oog op de bevordering van het vervoer over de binnenwateren

Gelet op de artikelen 35, 39 en 167 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 92bis, § 1, ingevoegd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, inzonderheid op de artikelen 4 en 42;

Overwegende dat de Verordening (EG) nr. 718/1999 de continuïteit beoogt van bepaalde maatregelen getroffen bij toepassing van Verordening (EEG) nr. 1101/89 van de Raad van 27 april 1989 betreflende de structurele sanering van de binnenvaart, de handhaving nastreeft van het bij die verordening gecreëerde instrumentarium voor een capaciteitsbeleid in de binnenvaart en het voortbestaan vergt van het onder die Verordening opgerichte Belgisch sloopfonds onder een nieuwe naam;

Overwegende dat bij koninklijk besluit van 15 december 1999 tot ontbinding van de Dienst voor Regeling der Binnenvaart het resterende takenpakket met inbegrip van de verrichtingen als sloopfonds, werd overgenomen door het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, nadien omgevormd tot de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer;

Overwegende dat het in het kader van de sanering van de binnenvaart en het aanpassen van de sector aan de toekomstige behoeften, noodzakelijk is een bijzondere aandacht te schenken aan de mogelijkheden tot ondersteuning van acties overeenkomstig de bepalingen van artikel 8 van Verordening 718/1999;

Overwegende dat er bij de ontbinding van de Dienst voor Regeling der Binnenvaart middelen zijn overgebleven, waarvan de bestemming door middel van een samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Gewesten dient te worden bepaald, die benut kunnen worden om een bijzondere ondersteuning te bieden van de sector;

De Federale Staat, vertegenwoordigd door de Eerste Minister en de Staatssecretaris voor Mobiliteit;

Het Vlaams Gewest, vertegenwoordigd door de Minister van Mobiliteit en Openbare Werken;

Het Waals Gewest, vertegenwoordigd door de Minister-President en de Minister van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT