4 JULI 2014. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het statuut van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid van de Krijgsmacht

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, de artikelen 37 en 107, tweede lid;

Gelet op de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, artikel 11, gewijzigd bij de wet van 4 februari 2010;

Gelet op de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen, artikel 8, § 1, gewijzigd bij de wet van 3 mei 2005, en artikel 12, gewijzigd bij de wetten van 7 juli 2002 en 30 maart 2011;

Gelet op de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken, artikel 1, 2° ;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 maart 1975 tot de vaststelling van het bedrag van de forfaitaire vergoedingen welke aan de burgerlijke ambtenaren van de Dienst militaire veiligheid worden toegekend, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 november 1981, 19 december 1991, 6 april 1999 en 4 december 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 juli 2003 houdende het statuut van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 juli 2003 tot vaststelling van de weddenschalen voor de graden van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid;

Gelet op het ministerieel besluit van 25 november 1981 houdende regeling van de toekenning van een toelage voor onregelmatige prestaties en van een toelage voor overwerk aan sommige burgerlijke ambtenaren van de Dienst militaire veiligheid, gewijzigd bij de ministeriele besluiten van 9 december 1991, 21 maart 1994, 10 maart 1999 en 4 december 2001;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 31 januari 2014;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken, d.d. 12 maart 2014;

Gelet op het protocol van onderhandelingen van het Sectorcomité XIV, gesloten op 28 maart 2014;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Pensioenen, d.d. 31 maart 2014;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 1 april 2014;

Gelet op het besluit van de Ministerraad van 4 april 2014;

Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, die op 9 april 2014 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende de aard van de opdrachten die bij wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten worden toegewezen aan de Algemene Dienst inlichting en veiligheid van de Krijgsmacht zijnde het inwinnen, analyseren en verwerken van inlichtingen die betrekking hebben op elke activiteit die de onschendbaarheid van het nationaal grondgebied, de militaire defensieplannen, de vervulling van de opdrachten van de strijdkrachten, of de veiligheid van de Belgische onderdanen in het buitenland of elk ander fundamenteel belang van het land, zoals gedefinieerd door de Koning op voorstel van het Ministerieel Comité, bedreigt of zou kunnen bedreigen, en er de bevoegde ministers onverwijld over inlichten alsook de regering op haar verzoek, advies te verlenen bij de omschrijving van haar buitenlands defensiebeleid;

Overwegende dat hieruit volgt dat de uitoefening van deze opdrachten bijzondere voorwaarden noodzaakt die deze ambtenaren onderscheiden van de andere rijksambtenaren;

Overwegende dat de internationalisatie van de veiligheidsproblemen hoe langer hoe meer actueel is;

Overwegende dat bijgevolg de functies van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid onbetwistbaar specifieke kenmerken vertonen en kwaliteiten vereisen die beantwoorden aan de eigen noodwendigheden van de operationele werking en expertise van een inlichtingen- en veiligheidsdienst;

Overwegende dat het aangewezen is bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid een aangepast statuut toe te kennen, rekening houdende met de veelvuldige afwijkingen die voor dit personeel zouden moeten worden voorzien ten aanzien van het statuut van de rijksambtenaren;

Overwegende dat het derhalve raadzaam is aan deze ambtenaren bijzondere graden toe te kennen, dat de uitoefening van de functies, een vermindering van de rechten, en versterkte plichten en onverenigbaarheden impliceert, in vergelijking met deze van de andere rijksambtenaren, dat de selectie en de opvolging van nieuwe ambtenaren een bijzonder nauwlettende procedure en omkadering vereisen;

Op de voordracht van de Minister van Landsverdediging en van de Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

TITEL 1. - Administratief en geldelijk statuut

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit ervan wordt verstaan onder :

  1. "de minister" : de minister van Landsverdediging;

  2. "ACOS IS" : het stafdepartement inlichtingen en veiligheid;

  3. "chef van ACOS IS" : de onderstafchef van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid;

  4. "ambtenaar" : ambtenaar van ACOS IS op wie dit besluit van toepassing is;

  5. "SELOR" : het Selectiebureau van de Federale Overheid;

  6. "HRB-Civ" : de personeelsdienst bevoegd voor het burgerpersoneel onder de leiding van een rijksambtenaar, bedoeld in artikel 3 van het koninklijk besluit van 18 juli 2013 houdende aanwijzing van de burgerlijke autoriteit die bevoegd is voor de toepassing van bepaalde reglementaire bepalingen betreffende het burgerpersoneel bij het ministerie van Landsverdediging, of alle benamingen die hij zou nemen;

  7. "de directieraad" : de directieraad van het ministerie van Landsverdediging;

  8. "de voorzitter van de directieraad" : de rijksambtenaar die de directieraad van het ministerie van Landsverdediging voorzit.

    Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder het "stafdepartement inlichtingen en veiligheid", de "Algemene Dienst inlichting en veiligheid" bedoeld in artikel 3, 4° van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.

    Art. 3. § 1. Dit besluit is van toepassing op de hierna volgende ambtenaren :

  9. de inspecteurs, afdelingsinspecteurs, commissarissen en afdelingscommissarissen;

  10. de commissarissen-analisten en afdelingscommissarissen-analisten;

  11. de hoofdcommissaris en de adjunct-hoofdcommissaris.

    Het gebruik van de mannelijke vorm in dit koninklijk besluit is gemeenslachtig.

    § 2. De ambtenaren bedoeld in paragraaf 1, 1°, hebben tot opdracht nasporingen te verrichten en onderzoeken uit te voeren in het kader van de opdrachten van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid, zoals bepaald in artikel 11, § 1, van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.

    § 3. De ambtenaren bedoeld in paragraaf 1, 2°, hebben tot opdracht het analyseren van de inlichtingen zoals bepaald in artikel 11, § 1, van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en de veiligheidsdiensten.

    § 4. Op gunstig advies van de hoofdcommissaris of zijn afgevaardigde, kunnen de ambtenaren bedoeld in paragraaf 2, echter eveneens de opdrachten hernomen in paragraaf 3 uitvoeren en de ambtenaren bedoeld in paragraaf 3, kunnen echter eveneens de opdrachten hernomen in paragraaf 2 uitvoeren.

    § 5. In het kader van de uitoefening van hun opdrachten kunnen de ambtenaren ertoe gebracht worden om :

  12. hun activiteiten buiten de gewone plaats van het werk, in Belgïe of in het buitenland, buiten de normale werkuren, tijdens weekends of tijdens wettelijke en reglementaire feestdagen uit te oefenen. Deze activiteiten kunnen eveneens dienstverplaatsingen van verschillende dagen vergen;

  13. aan oefeningen en operaties bij de militairen, in België of in het buitenland, deel te nemen.

    § 6. De hoofdcommissaris is de adjunct van de chef van ACOS IS.

    In deze hoedanigheid, hij :

  14. staat de chef van ACOS IS bij in de organisatie van de steun inlichtingen en veiligheid aan operaties, als chef van een divisie in het domein inlichtingen of veiligheid;

  15. bepaalt de te bereiken objectieven, de opdrachten, de structuren en de bijhorende middelen inzake personeel en materieel, met inbegrip van hun verdeling per te bereiken objectief;

  16. verzekert de statutaire bevoegdheden ten opzichte van de ambtenaren;

  17. verzekert en controleert de opdrachten die toevertrouwd werden aan het burgerpersoneel in dienst bij ACOS IS;

  18. wordt in zijn taak door de adjunct-hoofdcommissaris bijgestaan.

    Bij afwezigheid of ontstentenis van de hoofdcommissaris worden zijn verantwoordelijkheden waargenomen door de adjunct-hoofdcommissaris.

    De hoofdcommissaris en de adjunct-hoofdcommissaris moeten van een verschillend taalstelsel zijn.

    Art. 4. Alle wettelijke en reglementaire bepalingen die van toepassing zijn op de Rijksambtenaren, bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, zijn van toepassing op de ambtenaren, bedoeld in artikel 3, § 1 van dit besluit, voor zover deze bepalingen niet onverenigbaar zijn met de bepalingen van dit besluit en de bepalingen genomen in uitvoering van deze.

    Art. 5. § 1. De ambtenaren zijn ingedeeld in twee niveaus : het niveau A, dat het hogere niveau is en het niveau B.

    Het niveau wordt bepaald door de kwalificatie van de vorming en de bekwaamheden die bewezen dienen te worden om een betrekking te kunnen bekleden.

    Elk niveau wordt onderverdeeld in graden. De graad is de titel die de ambtenaar machtigt tot het bekleden van één van de betrekkingen die met die graad overeenstemmen.

    § 2. Aan elke graad worden er één of meerdere weddeschalen verbonden.

    De weddeschalen bevatten, naar gelang het geval, van 22 tot 31 trappen.

    In zijn...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT