1 MAART 2002. - Besluit betreffende het budgettair, financieel, en boekhoudkundig beheer van het Mediacentrum, dienst met autonoom beheer

De Regering van de Duitstalige Gemeenschap,

Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 140;

Gelet op het programmadecreet van 7 januari 2002, inzonderheid op de artikelen 24 en 25;

Gelet op het akkoord van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 januari 2002;

Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 28 februari 2002;

Gelet op de gecoördineerde wetten op de Raad van State, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de werkwijze van de dienst met autonoom beheer onverwijld moet worden geregeld ten einde het programmadecreet van 7 januari 2002, dat op 1 januari 2002 uitwerking heeft, te kunnen omzetten en dat het decreet van 3 december 2001 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002 in de budgettaire scheiding voorziet;

Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake Administratieve Organisatie, Begroting, Media, Bibliotheken en Verhuring van materieel;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. Voorliggend besluit regelt het budgettair, financieel en boekhoudkundig bestuur van het Mediacentrum, dienst met autonoom beheer, hierna « Centrum » genoemd.

Behoudens afwijkende bepalingen van voorliggend besluit zijn de bepalingen van titel II van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, van toepassing op het Centrum.

Art. 2. Het Centrum maakt jaarlijks een activiteitenverslag en een begroting met alle ontvangsten en uitgaven op overeenkomstig de aanwijzingen van de Minister die voor het Centrum bevoegd is.

Art. 3. De begroting omvat 3 afdelingen :

- de lopende verrichtingen;

- de kapitaalverrichtingen;

- de verrichtingen voor derden.

Het Centrum maakt de Minister bevoegd inzake Financiën de begrotingstabel en elke wijziging ter goedkeuring over.

Art. 4. De ontvangsten omvatten de tijdens het betrokken begrotingsjaar ontstaande rechten van allerhande aard en de eventuele subsidies en dotaties.

Art. 5. Wordt de begroting van de Duitstalige Gemeenschap niet vóór het begin van het bedoelde begrotingsjaar goedgekeurd, dan mogen vanaf 1 januari dezelfde verrichtingen uitgevoerd worden als die die in de voorafgaande begrotingen goedgekeurd waren.

Art. 6. Op het einde van elk jaar maakt het Centrum een rekening over de kasverrichtingen, een rekening...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT