Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 28 oktober 1999, onder het nummer 52838/CO/124)., de 27 mai 1999

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en op de arbeiders die zij tewerkstellen.

Onder "arbeiders" verstaat men, de werklieden en werksters verbonden door een arbeidsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Art. 2. Onverminderd de bevoegdheid van de andere paritaire comités, zijn de arbeidsvoorwaarden bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst ook van toepassing op de arbeidskrachten in dienst van gedeelten van ondernemingen, als bedoeld in artikel 1, die werken uitvoeren die niet gerekend worden tot het bouwbedrijf, maar die in wezen bijdragen tot de verwezenlijking van de hoofdbedrijvigheid van die ondernemingen.

Art. 3. Een aanvullende overeenkomst regelt bepaalde arbeidsvoorwaarden van de aan boord van het baggermaterieel tewerkgestelde arbeiders, alsmede van de arbeiders die na het aanleggen van de dijken op het stort zijn tewerkgesteld, met uitzondering van diegenen die tewerkgesteld zijn aan de voorbereiding van het stort en aan het ophogen van de dijken.

Een andere aanvullende overeenkomst regelt bepaalde arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de betoncentrales die stortklaar beton produceren en leveren aan derden.

Voor de bij deze aanvullende overeenkomsten niet beoogde gevallen, geldt de huidige collectieve arbeidsovereenkomst.

HOOFDSTUK II. - Lonen, basisschalen.

Art. 4. De minimumlonen van de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen bedoeld in artikel 1, zijn per 1 januari 1999 als volgt vastgesteld :

Ongeschoolden : 374,10 BEF

Geoefenden : 399,40 BEF

Geschoolden eerste graad : 424,80 BEF

Geschoolden tweede graad : 450,90 BEF

De lonen bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst worden in de loop van de periode 1999-2000 verhoogd met 5,9 pct. indexeringen inbegrepen. De reële lonen worden verhoogd met de bedragen en volgens de modaliteiten vermeld in onderstaande tabel :

Categorie 1 juli 1 oktober 1 april 1 oktober

1999 1999 2000 2000

Ongeschoolden 8,00 BEF 2,00 BEF 2,00 BEF Saldo

Geoefenden 8,00 BEF 2,00 BEF 2,00 BEF Saldo

Geschoolde 1e graad 8,00 BEF 2,00 BEF 2,00 BEF Saldo

Geschoolde 2e graad 8,00 BEF 2,00 BEF 2,00 BEF Saldo

* De loonsverhoging voorzien op 1 oktober 2000 wordt toegekend na een evaluatie op het gebied van de indexevolutie en de eventuele weerslag van de resultaten van de werkgroep mobiliteit teneinde het juiste saldo van 5,9 pct. te bepalen dat verrekend wordt per categorie. Op 1 april 2000 wordt een tussentijdse correctieberekening uitgevoerd.

HOOFDSTUK III. - Categorieën van arbeiders : definities.

Ongeschoolde arbeiders.

Art. 5. Onder de ongeschoolden worden verstaan : de arbeiders die instaan voor de uitvoering van zeer eenvoudige werken, zoals de opruiming van de bouwplaats, het reinigen van de gebouwen en van de keet, alsmede de uitvoering van werken waarvoor geen enkele specialisatie vereist is, zoals voor het verplaatsen van materieel en materialen.

Geoefende arbeiders.

Art. 6. Onder geoefenden worden verstaan : de arbeiders die niet volledig vertrouwd zijn met één der in de artikelen 7 en 8 opgesomde beroepen.

Onder de geoefenden worden verder nog verstaan : de arbeiders die bij de uitvoering van hun gewoon werk enige vaardigheid aan de dag leggen.

Onder meer worden volgende taken door de geoefende arbeiders uitgeoefend :

- Algemene bouwwerken : aanstampers van kasseiwerken; bestuurders van betonmengmachines; dekapeerders met zandstraal; gasfitters; gewone betonwerkers; gewone polijsters van beton; grondwerkers; helpers-metselaars; helpers-mijnleggers; helpers-ovenmetsers; helpers-plafonneerders; marmer-polijsters; nivelleerders-voorbereiders der bekisting (wegenwerken); slopers; spoorleggers; teerders; voegleggers bij stampmachines (wegenwerken); voorbereiders van gegoten asfalt.

- Werken in samengeperste lucht : boutenklinkers; cementspuiters; loodmateerders.

- Afbraak en/of verwijdering van asbest of van asbesthoudende materialen : arbeiders die specifieke beschermingsmiddelen gebruiken en die blootgesteld zijn aan het asbestrisico.

- Allerlei : bedieners van eenvoudige hijstoestellen; stokers van vaste of beweegbare stoommachines; voerlui.

Geschoolde arbeiders van de eerste graad.

Art. 7. Onder geschoolden van de eerste graad worden verstaan de arbeiders die hun vak grondig kennen, welke kennis slechts verworven wordt dankzij een ernstige leertijd in de werkplaats, op de bouwplaats of in een vakschool, en dit vak sedert ten minste drie jaar met een normale vaardigheid en een normaal rendement uitoefenen.

Dit driejarig tijdvak kan naar het oordeel van de werkgever worden verminderd :

- voor de arbeiders die in het bezit zijn van een einddiploma, uitgereikt door een vakschool;

- voor de afbrekers en verwijderaars van asbest of van asbesthoudende materialen.

Voor zover aan bovenvermelde eisen is voldaan, worden onder meer volgende taken en beroepen door geschoolden van de eerste graad uitgeoefend :

- Algemene bouwwerken : asfaltwerkers; asfalthakkers en asfaltprofielmeters van koolwaterstofbeton; bestuurders van mixerwagen; bestuurders van een voertuig met grindzuiger; betonpolijsters-specialisten; betonwerkers-specialisten; bevloerders; bouwslopersspecialisten; bestuurders van stamp- en trilmachines voor wegenwerken; bouwbeeldhouwers; behangers; cementeerders; gidsen van de bedienaar van grondwerkmachines; gipsvormers en kartonneerders; glazenmakers voor gewoon of kunstglas en spiegelplaatsers; heiers; ijzervlechters; kasseiers; lei- of pannendekkers; leggers-nivelleerders van waterleidingen; loodgieters-zinkbewerkers; marmerhouwers, marmermoeleerders en -plaatsers; metselaars; mijnleggers; mijnontstekers; monteerders van verluchtingsinstallaties; monteerders van thermische isolatie; mozaïekbewerkers; nivelleerdersspoorleggers; nivelleerders en leggers van kantstenen voor wegenwerken; paklaagzetters; parketleggers; plafonneerders; putgravers-beschoeiers; rioolkolkleggers-nivelleerders; rioolleggers-nivelleerders; rolluikmakers; smeden; schrijnwerkers; steigermakers; schilders; steenhouwers van witte of blauwe steen; tegelleggers; timmerlieden; timmerlieden-bekisters; timmerlieden voor galerijen; trapmakers; voegers; wittesteenzagers; zelfstandig werkende zager-bereider van stenen volgens plan.

- Werken in samengeperste lucht : sasmeester (voor het versassen van personeel); aangestelden voor de erektor; ringplaatsers; duikers.

- Allerlei : boorders (putten); kraanmannen; machinisten van mechanische werktuigen; machinisten van locomotieven; mecaniciens voor het onderhoud; monteerders van pylonen; peilers; plaatsers van bliksemafleiders.

De bestuurders van motorvoertuigen met een nuttig draagvermogen van 18 ton en meer worden gelijkgesteld met geschoolde arbeiders van de eerste graad. De bestuurders van de andere vrachtwagens worden eveneens gelijkgesteld met geschoolde arbeiders van de eerste graad als zij ten minste drie jaren ervaring hebben.

Geschoolde arbeiders van de tweede graad.

Art. 8. Onder geschoolden van de tweede graad worden verstaan de arbeiders waarvan de beroepsbekwaamheid kennelijk hoger ligt dan die van de geschoolde arbeiders van de eerste graad.

Hun aantal ten opzichte van het totaal der arbeiders kan variëren naar gelang van de beschouwde beroepen, onder meer :

  1. in de ruwbouwondernemingen kan het aantal "geschoolde arbeiders van de tweede graad" de verhouding van één op vijf tewerkgestelde arbeiders overtreffen, ongeacht de beroepsbekwaamheid van deze laatsten;

    De arbeiders die de onderstaande machines besturen, dienen evenwel, wanneer deze machines een vermogen ontwikkelen van minstens 50 PK, het loon van een geschoolde arbeider tweede graad te krijgen, als zij minstens twee jaar praktijk hebben (de praktijkperiode wordt tot één jaar teruggebracht voor arbeiders die in centra voor bestuurders van machines van burgerlijke bouwkunde erkend door het Fonds voor Vakopleiding voor het Bouwbedrijf, met succes vakcursussen of cursussen voor versnelde beroepsopleiding hebben gevolgd) :

    - asfaltgietmachines met doseerinrichting en silo's;

    - drukwalsen op ballast banden, motorisch aangedreven of gesleept;

    - dieseldumpers;

    - emmergraafmachines op rupsbanden, diesel of elektrisch;

    - portaalkranen;

    - torenkranen met een minimumcapaciteit van 50 ton/meter;

    - wegenschaafmachines voor koolwaterstofverhardingen;

    - dieselmotorscrapers met 2 of 3 assen, zelfladers, diesel of elektrisch;

    - nivelleermachines met dieselmotor;

    - lepelexcavatoren, grijpers of draglines, op rupsbanden, elektrisch, diesel of dieselelektrisch;

    - lepelexcavatoren, grijpers of draglines op vrachtwagen gemonteerd;

    - hydraulische bediende lepelexcavatoren en graafmachines, op rupsbanden of op vrachtwagen gemonteerd;

    - grondverplaatsers en dieselladers, op rupsbanden of luchtbanden;

    - duwtraktoren op luchtbanden;

    - dieselwalsrollen (type "driewieler" of "tandem") met gladde loopvlakken, motorisch aangedreven trilwalsen met gladde loopvlakken;

    - trekkers op rupsbanden uitgerust met hydraulisch bediende angledozer of bulldozer, diesel, met handbediende of automatische overbrenging;

    - trilafwerkmachines met effenaar voor betonwegen;

    - trilafwerkmachines voor koolwaterstofverhardingen, met of zonder toevoerband, met of zonder laadtrechter;

    - trilafwerkmachines voor cementbetonwegen.

    Worden eveneens beschouwd als geschoolde van de tweede graad :

    - polyvalente arbeiders;

    - ovenmetsers;

    - de bestuurders van kranen op luchtbanden waarvan de luchtbanden noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de werken op de bouwplaats;

    - de werkhuismecaniciens werkzaam in het werkhuis of die herstellingen uitvoeren op de bouwplaats;

    - de mecaniciens die voertuigen kunnen onderhouden en herstellen, de lassers, de elektriciens die tewerkgesteld zijn in de reparatie- en onderhoudswerkplaatsen van de ondernemingen evenals de elektriciens-installateurs die...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT