25 FEBRUARI 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 februari 1981 houdende uitvoering van de Richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen
VERSLAG AAN DE KONING
Sire,
Het ontwerp van koninklijk besluit waarvan ik de eer heb het U ter ondertekening voor te leggen, strekt tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 februari 1981 houdende uitvoering van de Richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen. Deze wijziging strekt tot omzetting van de Richtlijnen 2010/22/EU, 2010/52/EU en 2010/62/EU.
Aangezien Richtlijn 2003/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de typegoedkeuring van landbouw- of bosbouwtrekkers en aanhangwagens, verwisselbare getrokken machines, systemen, onderdelen en technische eenheden daarvan en tot intrekking van Richtlijn 74/150/EEG momenteel op Europees niveau het voorwerp uitmaakt van een herziening, wordt ervoor geopteerd om te wachten tot wanneer dit nieuwe juridische kader werd gecreëerd, om op een formele manier onze reglementering aan te passen aan deze verschillende deelrichtlijnen die van toepassing zijn ten aanzien van deze landbouw- en bosbouwvoertuigen
In afwachting van dit nieuwe juridische kader zullen de diverse deelrichtlijnen dan ook nog per referentie worden omgezet in het koninklijk besluit van 26 februari 1981 houdende uitvoering van de Richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen, zoals dat trouwens tot op heden steeds werd toegepast.
Richtlijn 2010/22/EU wijzigt verschillende richtlijnen :
- Richtlijn 80/720/EEG, in de zin dat wordt verduidelijkt welke ramen als nooduitgang mogen worden beschouwd;
- Richtlijn 86/415/EEG, in de zin dat ter verbetering van de veiligheid van trekkers veiligheidseisen worden voorzien voor de bedieningsorganen van de aftakas aan de buitenkant;
- Richtlijn 2000/25/EG, in de zin dat enkele aanvullende indicaties worden opgenomen in verband met de invoering van grenswaarden voor nieuwe fasen (IIIA, IIIB en IV);
- Richtlijn 2003/37/EG, in de zin dat enkele punten in de informatiedocumenten nauwkeuriger geformuleerd worden;
- Richtlijnen 2003/37/EG, 86/298/EEG en 87/402/EEG, in de zin dat de verwijzingen naar de OESO-codes worden aangepast.
Richtlijn 2010/52/EU wijzigt :
- Richtlijn 76/763/EEG, in de zin dat wordt bepaald dat zitplaatsen voor meerijders, indien aanwezig, moeten voldoen aan de door het Europees Comité voor Normalisatie opgestelde norm EN 15694 : 2009 inzake kantelbeveiliging en bescherming tegen gevaarlijke stoffen;
- Richtlijn 2009/144/EG, in de zin dat aanvullende technische specificaties worden voorzien die bescherming bieden tegen vallende voorwerpen, het binnendringen van voorwerpen in de cabine en gevaarlijke stoffen, alsook dat minimumvoorschriften worden vastgesteld voor de gebruikershandleiding.
Richtlijn 2010/62/EU wijzigt :
- Richtlijnen 80/720/EEG, 2003/37/EG, 2009/60/EG en 2009/144/EG, in de zin dat rekening moet worden gehouden met de specifieke eigenschappen van trekkers met geringe hoogte boven het wegdek (cat. T4.3);
- Richtlijn 86/297/EEG, in de zin dat voorschriften worden opgenomen inzake aftakassen aan de voorzijde, dat de voorschriften inzake de vrije zones en afmetingen van de afschermkap van de aktakas worden gewijzigd en dat wordt verwezen naar de ISO-normen 500-1 : 2004 (samen met het technische corrigendum...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI