3 MAART 2008. - Ministerieel besluit tot vaststelling van bijzondere bepalingen met betrekking tot de administratieve boetes voor inbreuken op de exploitatievoorwaarden van het openbaar vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De Minister van Mobiliteit,

Gelet op de ordonnantie van 22 november 1990 betreffende de organisatie van het openbaar vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 december 2007 tot vaststelling van sommige exploitatievoorwaarden van het openbaar vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in het bijzonder artikel 19;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 31 januari 2008 tot aanduiding van de ambtenaren gemachtigd tot het opleggen van een administratieve boete voor inbreuken op de exploitatievoorwaarden van het openbaar vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk gewest;

Gelet op het advies van de MIVB,

Besluit :

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt begrepen :

  1. de Maatschappij : de Maatschappij voor Intercommunaal Vervoer te Brussel opgericht bij ordonnantie van 22 november 1990.

  2. de ambtenaar : de gemachtigde ambtenaar of ambtenaren aangeduid bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 31 januari 2008 tot aanduiding van de ambtenaren gemachtigd tot het opleggen van een administratieve boete voor inbreuken op de exploitatievoorwaarden van het openbaar vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk gewest.

  3. het Besluit : het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 december 2007 tot vaststelling van sommige exploitatievoorwaarden van het openbaar vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 2. De Maatschappij maakt het proces-verbaal waarvan sprake in artikel 16, lid 3 van het Besluit, over aan de ambtenaar per e-mail met ontvangstmelding op het adres stibmivb@mrbc.irisnet.be, uiterlijk 15 dagen na de vaststelling.

Art. 3. De ambtenaar betekent dit procesverbaal met een begeleidende brief per aangetekende post aan de overtreder, uiterlijk 30 dagen na de vaststelling.

Art. 4. De ambtenaar nodigt de overtreder uit tot een gehoor, indien hij daarom heeft verzocht conform artikel 17 van het Besluit, per aangetekende brief.

Het tijdstip voor dit gehoor wordt bepaald door de ambtenaar. Dit tijdstip ligt in ieder geval binnen de maand na ontvangst van het verzoek. Van een eventueel gehoor van de overtreder wordt door de ambtenaar een verslag opgesteld dat aan het dossier wordt toegevoegd. De overtreder wordt verzocht dit verslag te ondertekenen; hij kan er onmiddellijk een afschrift van bekomen.

Art. 5. Indien de ambtenaar in toepassing van artikel 17 in fine van het Besluit geen beslissing neemt, deelt...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT