Boek I van het Milieuwetboek. Algemene en gemeenschappelijke bepalingen. Decretale gedeelte. (Vertaling). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 09-07-2004 en tekstbijwerking tot 24-11-2006)., de 27 mai 2004

DEEL I. - BEGINSELEN VAN HET MILIEURECHT EN ALGEMENE BEPALINGEN.

TITEL I. - Beginselen.

Artikel D1. Het leefmilieu, met name de open ruimtes, de landschappen, de natuurlijke hulpbronnen en milieus, de lucht, de grond, het water, de biologische diversiteit en evenwichten maken deel uit van het gemeenschappelijke patrimonium van de bewoners van het Waalse Gewest en vormen de basis van zijn bestaan, toekomst en ontwikkeling.

Het milieubeleid van het Gewest berust op het beginsel van de preventieve actie, waarbij schade eerder voorkomen dan hersteld moet worden.

Art. D2. Het Gewest en de andere overheden, elk in het kader van haar bevoegdheden en in samenwerking met het Gewest, beheren het milieu en staan in voor het behoud en desnoods voor het herstel ervan.

Eenieder zorgt voor de instandhouding van het milieu en draagt bij tot de bescherming ervan.

De vereisten bedoeld in het tweede lid worden in acht genomen bij de bepaling en de tenuitvoerlegging van de andere beleidslijnen van het Gewest.

Art. D3. Het milieubeleid van het Gewest berust ook op de drie volgende beginselen :

  1. het voorzorgsbeginsel, waarbij het gebrek aan wetenschappelijke zekerheid geen rem mag zetten op het nemen van effectieve en evenredige maatregelen tot voorkoming van ernstige en onomkeerbare milieuschaderisico's tegen een sociaal en economisch aanvaardbare prijs;

  2. het beginsel " de vervuiler betaalt ", waarbij de vervuiler opdraait voor de kosten gebonden aan het treffen van maatregelen tot voorkoming, vermindering en bestrijding van vervuiling;

  3. het beginsel waarbij milieubeschadigingen gecorrigeerd worden, bij voorrang aan de bron.

    Art. D4. (Opgeheven)

    Art. D5. Milieueducatie en -opleiding dragen bij tot een vlottere uitoefening van de rechten en plichten bedoeld in deze titel.

    Het Gewest stippelt zijn milieubeleid uit met inachtneming van de beschikbare technische en wetenschappelijke gegevens. Wetenschappelijk onderzoek en kennisontwikkeling moeten bijdragen tot de bescherming en de opwaardering van het leefmilieu.

    TITEL II. - Begripsomschrijving.

    Art. D6. In de zin van deze Code wordt verstaan onder :

  4. " CWATUP " : het Waalse wetboek van ruimtelijke ordening, stedenbouw en patrimonium;

  5. " aangifte " : handeling bedoeld in artikel 1, 2°, van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning;

  6. " CWEDD " : de Waalse milieuraad voor de duurzame ontwikkeling, zoals bedoeld in deel II van dit boek;

  7. " Waals Parlement " : de Waalse Gewestraad;

  8. " milieuvergunning " : beslissing bedoeld in artikel 1, 1°, van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning.

    DEEL II. - ADVIESINSTANTIE.

    Art. D7. Er wordt een Waalse milieuraad voor de duurzame ontwikkeling opgericht.

    Art. D8. Die Raad heeft als opdracht de taken te vervullen die hem toevertrouwd worden bij de artikelen 30 tot 48, bij de artikelen 49 tot 81, alsmede alle andere taken die de Regering hem kan opdragen.

    Art. D9. De Regering bepaalt de regels voor de samenstelling en de werking van de Raad.

    Zij kan de Raad in gespecialiseerde secties indelen en de regels bepalen op grond waarvan die secties rechtsgeldig beraadslagen namens de Raad.

    DEEL III. - INFORMATIE EN SENSIBILISERING INZAKE MILIEU.

    TITEL I. - Toegang tot milieu-informatie.

    HOOFDSTUK I. - Doelstellingen en toepassingsgebied

    Art. D10. Eenieder heeft recht op de milieu-informatie waarover de overheidsinstanties beschikken zonder daarbij een belang te moeten laten gelden.

    De overheidsinstanties verspreiden de milieugegevens waarover ze beschikken en leggen ze ter inzage van het publiek.

    Onverminderd de toepassing van de bepalingen betreffende de procedures inzake informatie, raadpleging en participatie van de bevolking en het nabuurschap heeft deze titel ten doel :

  9. recht van toegang te garanderen tot milieu-informatie waarover overheidsinstanties beschikken of die voor hen wordt beheerd, en de voorwaarden, grondregels en praktische regelingen voor de uitoefening van dat recht vast te leggen, en;

  10. te waarborgen dat, als regel, milieu-informatie geleidelijk aan het publiek beschikbaar wordt gesteld en onder het publiek wordt verspreid, om aldus te bereiken dat deze informatie op de breedst mogelijke basis systematisch aan het publiek beschikbaar wordt gesteld en onder het publiek wordt verspreid. Te dien einde wordt het gebruik van met name computertelecommunicatie en/of elektronische technologie, voorzover beschikbaar, bevorderd.

    Art. D11. In de zin van deze titel wordt verstaan onder :

  11. "overheidsinstantie" : één van de volgende personen of instellingen die ressorteren onder het Waalse Gewest :

    1. elke publiekrechtelijke persoon, elke administratieve overheid, elke administratieve dienst of elk openbaar adviesorgaan;

    2. 1° elke particulier of elke privaatrechtelijke rechtspersoon die een openbare dienst beheert in verband met het milieu.

    De bovengenoemde personen of instellingen zijn geen overheidsinstanties in de zin van deze titel wanneer zij een rechterlijke functie uitoefenen of meewerken aan de rechtspraak;

  12. "aanvrager" : elk lid van het publiek;

  13. "informatie die door een overheidsinstantie wordt beheerd" : milieu-informatie in het bezit van een overheidsinstantie die zij heeft opgesteld of ontvangen;

  14. "informatie die voor een overheidsinstantie wordt beheerd" : milieu-informatie die in feite in opdracht van een overheidsinstantie door een natuurlijke of rechtspersoon wordt beheerd.

    Wat betreft de informatie die door de overheidsinstanties wordt beheerd, of die voor hen wordt beheerd, slaat deze titel enkel op de documenten uitgewerkt of ingezameld met het oog op de toepassing van een regelgeving uitgevaardigd door het Waalse Gewest, of vóór de wetten tot hervorming der instellingen, door de Staat, in één van de in 5° van dit artikel bedoeld materies die onder de gewestelijke bevoegdheid vallen.

  15. "milieu-informatie" : alle informatie die door een overheidsinstantie wordt beheerd, of die voor haar wordt beheerd in geschreven, visuele, auditieve, elektronische of enige andere materiële vorm over :

    1. de toestand van elementen van het milieu, zoals lucht en atmosfeer, water, bodem, land, landschap en natuurgebieden met inbegrip van vochtige biotopen, kust- en zeegebieden, biologische diversiteit en haar componenten, met inbegrip van genetisch gemodificeerde organismen, en de interactie tussen deze elementen;

    2. factoren, zoals stoffen, energie, geluid, straling of afval, emissies, lozingen en ander vrijkomen van stoffen in het milieu die de onder a. bedoelde elementen van het milieu aantasten of waarschijnlijk aantasten;

    3. maatregelen (met inbegrip van bestuurlijke maatregelen), zoals beleidsmaatregelen, wetgeving, plannen, programma's, milieuakkoorden en activiteiten die op de onder a. en b. bedoelde elementen en factoren van het milieu een uitwerking hebben of kunnen hebben, alsmede maatregelen of activiteiten ter bescherming van die elementen;

    4. verslagen over de toepassing van de milieuwetgeving;

    5. kosten-baten- en andere economische analyses en veronderstellingen die worden gebruikt in het kader van de onder c. bedoelde maatregelen en activiteiten;

    6. de toestand van de gezondheid en veiligheid van de mens, met inbegrip van de verontreiniging van de voedselketen, indien van toepassing, de levensomstandigheden, het patrimonium, voorzover zij worden of kunnen worden aangetast door de onder a. bedoelde toestand van elementen van het milieu of, via deze elementen, door het genoemde onder b. of c.;

  16. "publiek" : één of meer natuurlijke of rechtspersonen alsmede hun verenigingen, organisaties of groepen.

    HOOFDSTUK II. - Passieve informatie of op verzoek

    Afdeling 1. - Beginsel

    Art. D12. Onder voorbehoud van de uitzonderingen bepaald bij de artikelen D.18, § 1, en D.19, § 1, wordt het recht bedoeld in artikel D.10, eerste lid, gewaarborgd overeenkomstig dit hoofdstuk.

    Art. D13. Milieu-informatie kan met name :

    - ter plaatse ingekeken worden, of

    - d.m.v. een afschrift van het document waarin ze is opgenomen of per e-mail verstrekt worden.

    De aangevraagde informatie kan gratis ter plaatse ingekeken worden.

    De prijs die eventueel gevraagd wordt voor het verstrekken van de informatie mag niet hoger zijn dan de kost van de informatiedrager en van de kennisgeving ervan en wordt aan de aanvrager meegedeeld op het ogenblik van zijn aanvraag.

    Art. D14. § 1. Bij elke schriftelijke aanvraag om milieu-informatie wordt op gepaste wijze melding gemaakt van het voorwerp van de aanvraag. Elke mondelinge aanvraag gedaan ter plaatse wordt door de overheidsinstantie opgenomen in een speciaal daartoe bijgehouden register. Als de aanvraag ter plaatse gedaan wordt, vermeldt de aanvrager naam en adres en moet hij de inschrijving in het register medeondertekenen.

    § 2. De overheidsinstantie bericht ontvangst van de informatieaanvraag binnen tien werkdagen na ontvangst ervan.

    De beroepsmogelijkheden waarover de aanvrager beschikt en de desbetreffende modaliteiten worden duidelijk in het bericht van ontvangst aangegeven, alsook de termijn waarbinnen de milieu-informatie hem overeenkomstig artikel D.16, § 1, verstrekt kan worden.

    Art. D15. § 1. De overheidsinstantie legt de gevraagde milieu-informatie ter inzage van de aanvrager :

    1. zodra het mogelijk is en, uiterlijk, binnen een maand na ontvangst van de aanvraag, hetzij;

    2. binnen twee maanden na ontvangst van de aanvraag indien de informatie zo omvangrijk en complex is dat de onder a. bedoelde termijn van één maand niet haalbaar is.

      In dit geval geeft de overheidsinstantie zo spoedig mogelijk, hoe dan ook voordat de termijn van één maand afloopt, kennis van elke termijnverlenging en van de redenen daarvoor.

      § 2. Indien een informatieaanvraag te algemeen geformuleerd is, verzoekt de overheidsinstantie de aanvrager zo spoedig mogelijk, uiterlijk vóór het verstrijken van de termijn bedoeld in § 1, punt a., zijn aanvraag te preciseren en helpt zij hem daarbij op gepaste wijze.

      § 3. Als een aanvraag om milieu-informatie op artikel D.11, 5°, b...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT