5 FEBRUARI 2008. - Ministerieel besluit betreffende de toepassing van de artikelen 48 en 48ter van het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering Site « Nijverheidszone Begijnenmeers te Liedekerke »

De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,

Gelet op het Decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering (verder genoemd « Bodemsaneringsdecreet »), inzonderheid de artikelen 47ter tot 47septies en 48ter, zoals ingevoegd bij het Decreet van 18 mei 2001;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, zoals gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004, 23 december 2005, 19 mei 2006, 30 juni 2006, 1 september 2006, 15 juni 2007 en 28 juni 2007;

Gelet op de beleidsverklaring van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, « Beleidsnota Leefmilieu en Natuur 2004 - 2009 » van december 2004, waarin de integratie van bodemsanering in een ruimer maatschappelijk kader als operationele doelstelling wordt gesteld;

Overwegende het sitebesluit dd. 5 februari 2008 « Nijverheidszone Begijnenmeers te Liedekerke », waar de percelen gelegen op een voormalig huishoudelijke stortplaats, als site wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 47ter van het Bodemsaneringsdecreet;

Overwegende dat de OVAM, met het oog op het realiseren van de geïntegreerde aanpak, een concept van aanpak heeft uitgewerkt waarin wordt voorgesteld om percelen die voorkomen op een (potentieel) verontreinigde grond waar de verontreiniging het gevolg is van een gemeenschappelijke voorgeschiedenis op te nemen in een site overeenkomstig artikel 47ter van het Bodemsaneringsdecreet teneinde een integrale aanpak van deze verontreinigde of potentieel verontreinigde percelen te kunnen realiseren; dat in voormeld concept de gemeente Liedekerke op de zitting van 20 september 2007 van de gemeenteraad heeft beslist om het siteonderzoek van de site « Nijverheidszone Begijnenmeers te Liedekerke » gedeeltelijk op zich te nemen; dat de ondernemingen aanwezig op de percelen betrokken in de site, en die vanaf de bekendmaking van de vaststelling van deze site in het Belgisch Staatsblad niet beschikken over een conform verklaard oriënterend bodemonderzoek, elk op zich hebben verklaard een percentueel deel van het siteonderzoek voor de site « Nijverheidszone Begijnenmeers te Liedekerke » op zich te nemen; dat deze laatste ondernemingen én de gemeente Liedekerke instaan voor de financiering van het bodemonderzoek; dat beide partijen elk 50 % van de onderzoekskosten dragen; dat deze overeenkomst wordt uitgewerkt in een samenwerkingsovereenkomst die toegevoegd is als bijlage aan dit besluit; dat het derhalve aangewezen is, met toepassing van artikelen 48 en 48ter, een afwijking van het Bodemsaneringsdecreet te voorzien;

Overwegende dat het siteonderzoek de (potentiële) historische bodemverontreiniging afkomstig van de voormalige stortplaats volledig in kaart zal brengen en de ernst ervan zal vaststellen; dat het siteonderzoek zodoende zal voldoen aan de doelstellingen van een oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek voor de voormalige stortplaats;

Overwegende dat het siteonderzoek zich enkel toespitst op de (potentiële) historische verontreiniging afkomstig van de voormalige stortplaats zoals beschreven in het « inventarisatieonderzoek voormalige stortplaats te Liedekerke », opgemaakt door Tauw NV op 28.08.2002; en dit op de percelen zoals opgenomen in het vermelde sitebesluit dd. 5 februari 2008; dat dit ministerieel besluit dus geen betrekking heeft op eventuele andere risicoinrichtingen of -activiteiten overeenkomstig artikel 3, § 1 van het Bodemsaneringsdecreet en/of andere activiteiten of inrichtingen die de bodem kunnen verontreinigen; dat voor die bepaalde risicoinrichtingen of -activiteiten van artikel 3, § 1, bij overdracht van gronden, de bepalingen van artikel 37 tot en met 40 van het Bodemsaneringsdecreet onverkort gelden;

Overwegende dat volgens artikel 47quinquies de vaststelling van een site van rechtswege tot gevolg heeft dat een oriënterend bodemonderzoek dient uitgevoerd te worden op de overeenkomstige site; dat indien de OVAM binnen de zes maanden na de dag van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad geen verslag van siteonderzoek op de gehele site heeft ontvangen, de OVAM de ondernemingen, exploitant of feitelijke gebruiker kan aanmanen alsnog een oriënterend bodemonderzoek uit te voeren en ambtshalve in hun plaats kan optreden indien aan de aanmaning geen gevolg wordt gegeven;

Overwegende dat de gemeente Liedekerke samen met de betrokken ondernemingen aanwezig op de percelen voor de gehele site « Nijverheidszone Begijnenmeers te Liedekerke » een siteonderzoek zal uitvoeren; dat er dan ook wordt afgeweken van de bepalingen van artikel 47quinquies ; dat de OVAM met betrekking tot de opstart van het siteonderzoek op de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT