8 MEI 2014. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de drempelniveaus voor de emissies naar het binnenmilieu van bouwproducten voor bepaalde beoogde gebruiken

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het ontwerp van koninklijk besluit strekt tot vaststelling van de drempelniveaus voor de emissies naar het binnenmilieu van bouwproducten voor bepaalde beoogde gebruiken.

In zijn advies van 9 april 2014 leverde de Raad van State bemerkingen op dit ontwerp.

De Raad van State stelt in punt 3 van het advies dat de normen waarnaar gerefereerd wordt toegankelijk moeten zijn.

Het besluit verwijst naar een rapport van de Europese Commissie en een document van het Duitse Ausschuss zur gesundheitlichen Bewertung von Bauproducten (AgBB), die beiden gratis en online verkrijgbaar zijn. Toegankelijkheid is bijgevolg gegarandeerd.

Het besluit verwijst ook naar Europese normen gepubliceerd door het CEN en Internationale normen gepubliceerd door ISO. Deze normen zijn eenvoudig toegankelijk via de norminstellingen van alle Europese lidstaten.

De Belgische norminstelling NBN voorziet de mogelijkheid om alle normen gratis ter plaatse te raadplegen. Deze normen zijn beschermd door het auteursrecht waardoor gratis ter beschikking stelling wettelijk niet mogelijk is. De normen zijn algemeen en eenvoudig verkrijgbaar en de kosten zijn niet onredelijk hoog.

Het verwijzen naar Europese en internationale normen zorgt daarenboven voor een verlaging van de lasten voor zowel de bedrijven als de overheid.

Alle andere opmerkingen van de Raad van State werden ingepast in het koninklijk besluit en waar gevraagd werd het koninklijk besluit aangepast.

Ik heb de eer te zijn,

Sire,

van Uwe Majesteit,

de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar,

De Minister van Economie,

J. VANDE LANOTTE

De Minister van Binnenlandse Zaken,

Mevr. J. MILQUET

De Minister van Volksgezondheid,

Mevr. L. ONKELINX

De Staatssecretaris voor Leefmilieu,

M. WATHELET

Raad van State, afdeling Wetgeving

advies 55.734/1 van 9 april 2014 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot vaststelling van de drempelniveaus voor de emissies naar het binnenmilieu van bouwproducten voor bepaalde beoogde gebruiken'

Op 17 maart 2014 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Staatssecretaris voor Leefmilieu verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot vaststelling van de drempelniveaus voor de emissies naar het binnenmilieu van bouwproducten voor bepaalde beoogde gebruiken'.

Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 1 april 2014. De kamer was samengesteld uit Marnix VAN DAMME, kamervoorzitter, Wilfried VAN VAERENBERGH en Wouter PAS, staatsraden, Marc RIGAUX en Michel TISON, assessoren, en Marleen VERSCHRAEGHEN, toegevoegd griffier.

Het verslag is uitgebracht door Kristine BAMS, eerste auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Marnix VAN DAMME, kamervoorzitter.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 9 april 2014.

  1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan.

    ALGEMENE OPMERKINGEN

  2. De ontworpen regeling kan worden geacht rechtsgrond te vinden in de bepalingen van de wet van 21 december 1998 `betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu, de volksgezondheid en de werknemers', die worden vermeld in het tweede lid van de aanhef van het ontwerp.

    Ook artikel 5, § 1, eerste lid, 2°, van de voornoemde wet van 21 december 1998 lijkt evenwel rechtsgrond te bieden voor sommige bepalingen van het ontwerp, zijnde meer in het bijzonder artikel 3, tweede lid (1). In die optiek dient de ontworpen bepaling overeenkomstig artikel 5, § 1, tweede lid, van dezelfde wet, in Ministerraad te worden overlegd. Dergelijk overleg heeft evenwel niet plaatsgevonden, hetgeen de adviesaanvraag onontvankelijk maakt, althans wat artikel 3, tweede lid, van het ontwerp betreft.(2)

  3. In diverse bepalingen van het ontwerp wordt gerefereerd aan internationale, Europese of buitenlandse normen die niet overeenkomstig artikel 190 van de Grondwet zijn bekendgemaakt en die derhalve in beginsel niet tegenwerpbaar zijn aan iedereen. (3) Indien de steller van het ontwerp dergelijke verwijzingen wil behouden in het ontwerp dient hij er derhalve op toe te zien dat de betrokken normen voldoende toegankelijk en kenbaar zijn, temeer daar van sommige normen slechts een Engelse samenvatting vrij te raadplegen valt en raadpleging ervan voor het overige enkel tegen betaling kan gebeuren.(4)

    ONDERZOEK VAN DE TEKST

    Aanhef

  4. Aan het einde van het tweede lid van de aanhef van het ontwerp schrijve men ", artikelen 5, § 1, eerste lid, 1° en 3°, gewijzigd bij de wet van 27 juli 2011, en 15, § 3;".(5)

  5. Zoals door de gemachtigde werd bevestigd, heeft de Nationale Arbeidsraad niet geadviseerd over de ontworpen regeling. Het lid van de aanhef waarin wordt verwezen naar "het advies van de Nationale Arbeidsraad [...] gegeven op 25 februari 2013" moet derhalve worden weggelaten.

    Artikel 12

  6. In artikel 12 van het ontwerp wordt bepaald dat de minister bevoegd voor Leefmilieu de bijlagen bij het ontworpen koninklijk besluit kan aanvullen of wijzigen. Het toekennen van verordenende bevoegdheid aan een minister kan enkel worden gebillijkt indien het om bevoegdheden van bijkomstige of detailmatige aard gaat. In artikel 1, tweede lid, van het ontwerp, wordt evenwel bepaald dat het ontworpen besluit van toepassing is op de bouwproducten "waarvan één of meer van hun beoogde gebruiken opgenomen worden in bijlage 1". Een aanvulling of wijziging van die bijlage komt bijgevolg neer op een wijziging van het toepassingsgebied van het ontworpen besluit, hetgeen niet kan worden beschouwd als betrekking hebbende op een bijkomstige of detailmatige bevoegdheid die aan de minister kan worden gedelegeerd. De in artikel 12 van het ontwerp vervatte delegatie van bevoegdheid aan de minister is derhalve problematisch, wat de aanvulling of wijziging van bijlage 1 bij het ontwerp betreft.

    Bijlage 1

  7. De Nederlandse en de Franse tekst van paragraaf 2, eerste onderdeel ("lijmen voor soepele vloerbedekkingsproducten") en tweede onderdeel ("parketlijmen") stemmen niet met elkaar overeen. Deze discordantie moet worden weggewerkt. Daartoe dient in de Franse tekst telkens een streepje met bijhorende tekst te worden toegevoegd.

    De Griffier,

    Marleen VERSCHRAEGHEN

    De Voorzitter,

    Marnix VAN DAMME

    _______

    Nota's

    (1) Artikel 5, § 1, eerste lid, 2°, van de wet van 21 december 1998 luidt:

    "Teneinde het leefmilieu, de volksgezondheid of de werknemers te beschermen en duurzame productie- en consumptiepatronen te bevorderen, kan de Koning maatregelen nemen om:

    (...)

    1. het op de markt brengen van een product afhankelijk te maken van een voorafgaande homologatie, toelating, registratie of kennisgeving, alsook de voorwaarden te bepalen waaronder toelatingen of registraties kunnen worden verleend, opgeschort en ingetrokken;

      (...)".

      (2) Het overleg in de Ministerraad valt te onderscheiden van de "verplichte raadplegingen" die de wetgever voor ogen stonden bij de redactie van artikel 84, § 3, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State (zie Parl.St. Kamer 2002-03, nr. 50K2131/1, 7).

      (3) Zie artikel 11 en de bijlagen 2, 3 en 4 bij het ontwerp waarin, al naar het geval, wordt verwezen naar onder meer ISO-normen, NBN EN-normen, CEN/TR-normen en CEN/TS-normen.

      (4) De gemachtigde wees enkel op het kosteloos karakter van de raadpleging van Europese normen "bij het NBN, de Belgische norminstelling die afhangt van FOD Economie".

      (5) Zie ook de opmerking sub 2, met betrekking tot artikel 3, tweede lid, van het ontwerp, dat - zoals het is geredigeerd - rechtsgrond vindt in artikel 5, § 1, eerste lid, 2°, van de wet van 21 december 1998.

      8 MEI 2014. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de drempelniveaus voor de emissies naar het binnenmilieu van bouwproducten voor bepaalde beoogde gebruiken

      FILIP, Koning der Belgen,

      Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

      Gelet op de Verordening (EU) Nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad;

      Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT