13 NOVEMBER 2000. - Koninklijk besluit houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 6 oktober 2000 houdende wijziging van de beslissing van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, inzonderheid artikel 42;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 april 1999 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen bindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen beslissing van 6 oktober 2000 tot wijziging van de beslissing van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten.

Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3. Art. 3. Onze Minister van Justitite is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 november 2000.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Justitie,

M. VERWILGHEN

Bijlage

Overeenkomst houdende wijziging van de overeenkomst van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten

Artikel 1. Een artikel 7bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd in de overeenkomst van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten :

Art. 7bis.

Ten aanzien van de uitbaters die nalaten om overeenkomstig artikel 10bis aangifte te doen van de activiteit van een seizoensgebonden verkooppunt of handelsgalerij of van de tijdelijke uitzending van muziek in het kader van een verkooppunt of van een handelsgalerij, wordt het bedrag van de billijke vergoeding dat zij krachtens de artikelen 5 en 6 verschuldigd zijn, met 15 % verhoogd met een minimum van 4 000 BEF.

In dat geval nemen de beheersvennootschappen of hun mandataris voor de berekening van de billijke vergoeding, de gekende oppervlakte en periode in...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT