Bijzonderemachtenbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering nr. 2020/053 met betrekking tot de belasting op de automatische ontspanningstoestellen verschuldigd voor het belastingjaar 2021 op grond van de gezondheidscrisis van de COVID-19, de 7 janvier 2021

Artikel 1. § 1. Voor het belastingjaar 2021 is de belasting bedoeld in artikel 76 van het Wetboek van de met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, in afwijking van artikel 82 van hetzelfde wetboek, slechts verschuldigd vanaf het derde kwartaal voor de in artikel 76 van hetzelfde wetboek bedoelde toestellen die reeds in de loop van het belastingjaar 2020 werden opgesteld en waarvoor de verschuldigde belastingen voor het belastingjaar 2020 werden voldaan.

§ 2. In afwijking van artikel 83 van hetzelfde wetboek geschiedt voor de in paragraaf 1 bedoelde toestellen, de betaling voor het belastingjaar 2021, ofwel vóór 1 juli 2021, zo het voormelde toestel op die datum opgesteld is, ofwel vóór de opstelling van het toestel, zo het voormelde toestel na 1 juli 2021 zou worden opgesteld.

§ 3. Indien voor de in paragraaf 1 bedoelde toestellen de in artikel 76 van het hetzelfde wetboek bedoelde belasting volledig werd betaald voor het belastingjaar 2021 zal de helft van het betaalde bedrag worden teruggestort.

Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021.

Art. 3. De minister bevoegd voor Financiën en Begroting is belast met de uitvoering van dit besluit.

Handtekening

Brussel, 7 januari 2021.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :

De Minister-president,

R. VERVOORT

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid,

E. VAN DEN BRANDT

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie,

A. MARON

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid,

S. GATZ

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, de Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn,

B. CLERFAYT

Aanhef

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Gelet op het Wetboek van de met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, de artikelen 76-93;

Gelet op de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijkekansentest, artikel 2, § 3, 5° ;

Gelet op de ordonnantie van 23 november 2020 tot toekenning van bijzondere machten aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering naar aanleiding van de gezondheidscrisis ten gevolge van COVID-19, artikel 2;

Gelet op het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, artikel 1, opgeheven bij het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

Gelet op het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, de artikelen 5, 8 en 8bis, opgeheven bij het ministerieel besluit van 18 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

Gelet op het ministerieel besluit van 18 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, de artikelen 6, 11 en 13, opgeheven bij het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

Gelet op het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken zoals dit gold op 29 oktober 2020, de artikelen 6 en 8;

Gelet op besluit van de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 6 augustus 2020 houdende bepaalde verplichtingen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, artikel 2.1, opgeheven bij het besluit van de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 7 oktober 2020 houdende sluiting van de bars en tot vaststelling van noodmaatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

Gelet op het besluit van de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 7 oktober 2020 houdende sluiting van de bars en tot vaststelling van noodmaatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, artikel 2, opgeheven bij het besluit van de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 26 oktober 2020 tot bepaling van bijkomende maatregelen naast degene die bepaald zijn door de minister van Binnenlandse Zaken om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

Gelet op het besluit van de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 26 oktober 2020 tot bepaling van bijkomende maatregelen naast degene die bepaald zijn door de minister van Binnenlandse Zaken om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken zoals dit gold op 26 oktober 2020, de artikelen 10 en 11;

Gelet op het besluit van de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 3 november 2020 tot wijziging van het besluit van 26 oktober...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT