17 AUGUSTUS 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de arbeidsrechtbank te Dendermonde

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 81, gewijzigd bij de wetten van 30 juni 1971, 26 juli 1990 en 7 mei 1999, op de artikelen 82, 83 en 86, op artikel 86bis, ingevoegd bij de wet van 10 februari 1998, op artikel 87, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, op artikel 88, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, op artikel 89, gewijzigd bij de wet van 17 februari 1997, op artikel 90, gewijzigd bij de wet van 22 december 1998, en op de artikelen 93, 95 en 96;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 oktober 1970 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de arbeidsrechtbank te Dendermonde, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 mei 1972, 21 juni 1974 en 20 augustus 1985;

Gelet op de adviezen van de eerste voorzitter van het hof van beroep te Gent, van de eerste voorzitter van het arbeidshof te Gent, van de procureur-generaal te Gent, van de voorzitter van de arbeidsrechtbank te Dendermonde, van de arbeidsauditeur te Dendermonde, van de hoofdgriffier van de arbeidsrechtbank te Dendermonde en van de stafhouder van de Orde van advocaten te Dendermonde;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. De arbeidsrechtbank te Dendermonde bestaat uit zeven kamers, één kamer voor kort geding en één bureau voor rechtsbijstand, die elk zitting houden in de afdelingen Aalst, Dendermonde en Sint-Niklaas.

Art. 2. De eerste kamer neemt kennis van de geschillen bedoeld in artikelen 578 (uitgezonderd artikel 578, 14°), 582, 5°, en artikel 1724 van het Gerechtelijk Wetboek, wat de bedienden betreft.

- De tweede kamer neemt kennis van de geschillen bedoeld in artikelen 578 (uitgezonderd artikel 578, 14°), 582, 5°, en artikel 1724 van het Gerechtelijk Wetboek, wat de arbeiders en de bedienden betreft en van de geschillen bedoeld in artikel 582, 3°, 4°, 6° en 8°, van het Gerechtelijk Wetboek.

- De derde kamer neemt kennis van de geschillen bedoeld in artikelen 578 (uitgezonderd artikel 578, 14°), 582, 5°, en artikel 1724 van het Gerechtelijk Wetboek, wat de bedienden betreft en van de geschillen bedoeld in artikel 579 van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 580, 8° c), d) en f) van het Gerechtelijk Wetboek.

- De vierde kamer neemt kennis van de geschillen bedoeld in artikelen 578 (uitgezonderd artikel 578, 14°), 582, 5°, en artikel 1724 van het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT