Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten., de 10 juin 2001

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2. Artikel 1 van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten, gewijzigd bij de wetten van 18 juli 1997 en 9 juni 1999, wordt aangevuld met een § 5, luidende :

" § 5. In de zin van deze wet wordt als exploitatiezetel beschouwd elke permanente infrastructuur van waaruit de natuurlijke en rechtspersonen, bedoeld in de §§ 1 tot 3 van dit artikel, bewakings- of beveiligingsactiviteiten organiseren. ".

Art. 3. In artikel 2 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 18 juli 1997 en 9 juni 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. in § 1, eerste lid, worden de woorden "Niemand mag een bewakingsonderneming exploiteren of een interne bewakingsdienst organiseren" vervangen door de woorden "Niemand mag de diensten van een bewakingsonderneming aanbieden of deze van een interne bewakingsdienst organiseren";

  2. in § 1, tweede lid, worden de woorden "de technische uitrusting" vervangen door de woorden "het minimum aantal personen, zoals bedoeld in artikel 6 en de organisatorische, technische en infrastructurele middelen";

  3. in § 1 wordt tussen het tweede en het derde lid het volgende lid ingevoegd :

    " Indien de aanvrager geen exploitatiezetel heeft in België, houdt de Minister van Binnenlandse Zaken bij de beoordeling van de vergunningsaanvraag rekening met de waarborgen verstrekt in het kader van de wettelijke en gereglementeerde uitoefening van de beoogde bewakingsactiviteiten in een andere lidstaat van de Europese Unie. ";

  4. in § 1, zesde lid, worden de woorden "sporadisch en" ingevoegd tussen de woorden "die deze activiteiten" en de woorden "op een onbezoldigde wijze uitoefenen", vervallen de woorden "en van de door de Minister van Binnenlandse Zaken aangewezen ambtenaar" en worden de woorden "artikelen 2, § 2, 3, 8, § 3, 13, 14 en 20" vervangen door de woorden "de artikelen 2, § 2, 3, 8, § 3, 11, eerste lid, b), 13, 14 en 20";

  5. in § 1 wordt het laatste lid opgeheven;

  6. in § 3 wordt het laatste lid opgeheven;

  7. in § 4 wordt het woord "goederen" vervangen door het woord "waarden".

    Art. 4. In artikel 4 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 18 juli 1997 en 9 juni 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  8. in het eerste lid worden de woorden "Niemand mag een beveiligingsonderneming exploiteren" vervangen door de woorden "Niemand mag de diensten van een beveiligingsonderneming aanbieden";

  9. in het tweede lid vervallen de woorden "de financiële middelen en";

  10. tussen het tweede en het derde lid wordt het volgende lid ingevoegd :

    " Indien de aanvrager geen exploitatiezetel heeft in België houdt de Minister van Binnenlandse Zaken bij de beoordeling van de erkenningsaanvraag rekening met de waarborgen verstrekt in het kader van de wettelijke en gereglementeerde uitoefening van beveiligingsactiviteiten in een andere lidstaat van de Europese Unie. ";

    Art. 5. In dezelfde wet wordt een artikel 4bis ingevoegd, luidende als volgt :

    " Art. 4bis. In afwijking van de artikelen 2, § 1, eerste lid, en § 4, eerste lid, kan de Koning in geval van fusie, splitsing, inbreng van een algemeenheid of van een bedrijfstak of wijziging van de rechtspersoonlijkheid, bepalen dat de nieuwe juridische entiteit, mits zij de door Hem bepaalde voorwaarden in acht neemt, gedurende de periode voorafgaand aan de notificatie van de beslissing betreffende de vergunning- of erkenningsaanvraag, de activiteiten van de initieel vergunde of erkende onderneming kan voortzetten. ".

    Art. 6. In artikel 5, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 18 juli 1997 en 9 juni 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  11. De inleidende zin van het eerste lid wordt vervangen als volgt :

    " De personen die de werkelijke leiding hebben van een bewakingsonderneming, een interne bewakingsdienst of een beveiligingsonderneming en de personen die in de raad van bestuur van een bewakingsonderneming, een beveiligingsonderneming of van een onderneming die een interne bewakingsdienst organiseert, die activiteiten beoogt, zoals bedoeld in artikel 1, § 1, eerste lid, 5°, van deze wet, zitting hebben, moeten voldoen aan de volgende voorwaarden :";

  12. in 1° worden de woorden "of tot een gevangenisstraf van ten minste drie maanden wegens opzettelijke slagen of verwondingen" ingevoegd tussen de woorden "wegens enig misdrijf" en de woorden "of tot een lagere gevangenisstraf" en wordt het woord "heling," ingevoegd tussen het woord "diefstal," en het woord "afpersing" en worden de woorden "of bij de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme en xenofobie ingegeven daden" ingevoegd na de woorden "bij de wet van 8 december 1992 betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens";

  13. in 3° worden de woorden "woonplaats, of bij gebreke ervan, hun normale verblijfplaats", vervangen door het woord "hoofdverblijfplaats";

  14. in 4° worden de woorden "bewaking verricht" vervangen door de woorden "een leidinggevende functie uitoefent".

    Art. 7. In artikel 6 van dezelfde wet...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT