[Decreet over het Centrum voor bevorderingspedagogiek, ter verbetering van de gespecialiseerde pedagogische ondersteuning in de gewone en gespecialiseerde scholen, evenals ter aanmoediging van de ondersteuning van leerlingen met een beperking of met aanpassings- of leermoeilijkheden in de gewone en gespecialiseerde scholen] (Opschrift vervangen door ERRATUM, zie B.St. 18-11-2011, Ed. 2, p. 68758) (Tekst vervangen door Erratum, B.St. 18-11-2011, Ed. 2, p. 68758-68795) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 04-08-2009 en tekstbijwerking tot, de 11 mai 2009

http://www.juridat.be"/cgi_loi/arch_a.pl?N=&=&sql=(text+contains+(''))&rech=1&language=nl&tri=dd+AS+RANK&numero=1&table_name=wet&cn=2009051115&caller=archive&fromtab=wet&la=N&ver_arch=002"

TITEL I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Toepassingsgebied

Dit decreet is van toepassing op het gewoon onderwijs en het gespecialiseerd onderwijs dat door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd wordt.

Art. 2. Persoonsnamen

De persoonsnamen in dit decreet gelden voor beide geslachten.

Art. 3. Meerderjarigheid

Vanaf de dag waarop een leerling meerderjarig wordt, gelden de in dit decreet vastgelegde rechten en plichten van de personen belast met de opvoeding ten aanzien van de leerling. Elke minderjarige leerling heeft het recht overeenkomstig zijn beoordelingsvermogen zijn mening te uiten over zaken die hem aanbelangen.

Art. 4. Definities

Voor de toepassing van dit decreet verstaat men onder :

  1. gewone school : inrichting voor vorming en opvoeding van het gewoon onderwijs die door een inrichtingshoofd wordt geleid en waar de leerlingen onderwezen worden volgens een studieprogramma dat door de Regering is vastgelegd of goedgekeurd, waarbij de onderwijsdoelstellingen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften kunnen worden aangepast;

  2. gespecialiseerde school : inrichting voor vorming en opvoeding van het gespecialiseerd onderwijs die door een inrichtingshoofd wordt geleid en waar de leerlingen geheel of gedeeltelijk worden onderwezen volgens een studieprogramma dat door de Regering is vastgelegd of goedgekeurd;

  3. centrum voor bevorderingspedagogiek : samenvoeging van de door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde scholen voor gespecialiseerd onderwijs tot een organisatorische en pedagogische eenheid van het gemeenschapsonderwijs;

  4. plaats waar de ondersteuning wordt aangeboden : gewone school of gespecialiseerde school waar de leerling gespecialiseerde pedagogische ondersteuning krijgt;

  5. inrichtende macht : rechts- of natuurlijke persoon die de rechtelijke verantwoordelijkheid voor de oprichting, de organisatie en het bestuur van één of meerdere scholen op zich neemt en die prestaties verleent die eigen zijn aan het beheer van een school;

  6. personen belast met de opvoeding : personen die krachtens de wet of een gerechtelijke beslissing het ouderlijke gezag over het kind of de jongere uitoefenen;

  7. integratieproject : scolarisatie van een leerling met specifieke onderwijsbehoeften in het gewoon onderwijs waarbij middelen op maat worden ingezet, ongeacht of het gaat om personeelsmiddelen, materiële middelen of didactische middelen voor gespecialiseerde pedagogische ondersteuning;

  8. betrekkingenpakket : aantal betrekkingen waarover een school beschikt;

  9. pedagogische ondersteuning : gedifferentieerde onderwijs- en opvoedingsmaatregelen op maat die aan de ondersteuningsbehoefte van een bepaalde leerling beantwoorden;

  10. gespecialiseerde pedagogische ondersteuning : stimulering van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften op basis van een individueel ondersteuningsplan in gespecialiseerde of gewone scholen. Deze ondersteuning heeft tot doel leerlingen met een beperking of met aanpassings- of leermoeilijkheden bij het leren van schoolse, sociale en maatschappelijke vaardigheden te ondersteunen en te stimuleren. Ze biedt de leerlingen hulp en oriëntering bij het overnemen van waarden, instellingen en houdingen.

    TITEL II. - Het Centrum voor bevorderingspedagogiek

    HOOFDSTUK I. - Oprichting en taken

    Art. 5. Oprichting

    Onder de naam Centrum voor bevorderingspedagogiek wordt een dienst met afzonderlijk beheer opgericht. Daartoe fuseren in het gemeenschapsonderwijs de Basisschool voor Gedifferentieerd Onderwijs van Elsenborn-Sankt Vith en het Instituut voor Buitengewoon Onderwijs van de Duitstalige Gemeenschap in Eupen.

    Het Centrum voor bevorderingspedagogiek bestaat uit een afdeling basisonderwijs, een afdeling secundair onderwijs en een internaat.

    Art. 6..

    Het Centrum voor bevorderingspedagogiek zorgt, samen met de gespecialiseerde scholen van het door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde onderwijs, voor de basisvoorzieningen inzake gespecialiseerde pedagogische ondersteuning in de Duitstalige Gemeenschap. Het heeft in het bijzonder de volgende taken :

  11. gespecialiseerd basisonderwijs en gespecialiseerd secundair onderwijs verstrekken;

  12. de maatregelen inzake gespecialiseerde pedagogische ondersteuning in de integratieprojecten coördineren;

  13. hulp en advies verlenen bij het opstellen van individuele ondersteuningsplannen;

  14. personeel dat onderlegd is in het verlenen van gespecialiseerde pedagogische ondersteuning ter beschikking stellen van de gewone scholen;

  15. de gewone scholen en de centra voor opleiding en voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's adviseren en begeleiden bij vragen omtrent pedagogische ondersteuning;

  16. hulp verlenen bij de uitbreiding van de methodisch-didactische, pedagogische en psychologische competenties van de gewone scholen en van de centra voor opleiding en voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's inzake gespecialiseerde pedagogische ondersteuning;

  17. hulp verlenen bij de integratie van leerlingen in het arbeidsproces en integratieve stages in ondernemingen organiseren.

    Voor het vervullen van die taken werkt het Centrum voor bevorderingspedagogiek samen met alle partners die actief zijn op het gebied van de gespecialiseerde pedagogische ondersteuning, in het bijzonder met de Dienst voor Personen met een Handicap.

    HOOFDSTUK II. - Adviescomité

    Art. 7.Oprichting van het adviescomité

    § 1. Er wordt een adviescomité opgericht dat als volgt samengesteld is :

  18. een vertegenwoordiger van het gemeenschapsonderwijs;

  19. een vertegenwoordiger van het gesubsidieerd vrij onderwijs;

  20. een vertegenwoordiger van het gesubsidieerd officieel onderwijs;

  21. een vertegenwoordiger van het Bestuur voor Onderwijs en een vertegenwoordiger van de afdeling van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap die bevoegd is voor sociale aangelegenheden;

  22. een vertegenwoordiger van een erkende inrichting die actief is op het vlak van onderzoek rond onderwijs en voortgezette opleidingen inzake gespecialiseerde pedagogie;

  23. een vertegenwoordiger van het psycho-medisch-sociaal centrum van het gemeenschapsonderwijs, een vertegenwoordiger van het psycho-medisch-sociaal centrum van het gesubsidieerd vrij onderwijs en een vertegenwoordiger van het psycho-medisch-sociaal centrum van het gesubsidieerd officieel onderwijs;

  24. een vertegenwoordiger van de Dienst voor Personen met een Handicap;

  25. een vertegenwoordiger van een instelling van openbaar nut die in de gespecialiseerde pedagogie in de Duitstalige Gemeenschap actief is en die de belangen van de personen belast met de opvoeding behartigt;

  26. een vertegenwoordiger van de werkgeversorganisaties in de Duitstalige Gemeenschap;

  27. een vertegenwoordiger van de werknemersorganisaties in de Duitstalige Gemeenschap;

  28. een vertegenwoordiger van de Autonome Hogeschool in de Duitstalige Gemeenschap;

  29. een vertegenwoordiger van het Instituut voor opleiding en voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's;

  30. een vertegenwoordiger van het technisch en beroepsonderwijs;

  31. een vertegenwoordiger van de Dienst voor Arbeidsbemiddeling van de Duitstalige Gemeenschap;

    [1 15° een vertegenwoordiger van een inrichting van openbare nut die in de Duitstalige Gemeenschap werkzaam is op het gebied van de gezondheidsvoorlichting en -preventie.]1

    Het adviescomité wordt voorgezeten door de directeur van het Centrum voor bevorderingspedagogiek. De departementshoofden van het Centrum voor bevorderingspedagogiek nemen met adviserende stem aan de vergaderingen deel.

    § 2. Voor elk in § 1, eerste lid, vermeld werkend lid wordt een plaatsvervangend lid aangewezen.

    De Regering wijst de werkende en de plaatsvervangende leden van het adviescomité aan voor een termijn van vijf jaar.

    § 3. Het adviescomité kan andere personen met adviserende stem voor zijn vergaderingen uitnodigen.

    ----------

    (1)

    Art. 8. Taken van het adviescomité

    Het adviescomité heeft de volgende taken :

  32. de Regering en de directie van het Centrum voor bevorderingspedagogiek adviseren rond alle algemene vragen omtrent ondersteuning en in het bijzonder omtrent gespecialiseerde pedagogische ondersteuning in de Duitstalige Gemeenschap;

  33. op verzoek van de Regering of op eigen initiatief adviezen opstellen over vragen omtrent gespecialiseerde pedagogische ondersteuning;

  34. een breed opgevatte maatschappelijke dialoog op gang brengen over alle aspecten van de pedagogische ondersteuning in de Duitstalige Gemeenschap.

    Art. 9. Werkwijze van het adviescomité

    § 1. De directeur van het Centrum voor bevorderingspedagogiek belegt de vergaderingen op eigen initiatief of op schriftelijk verzoek van een lid van het adviescomité. Hij stelt de agenda op.

    § 2. Het adviescomité werkt zijn eigen huishoudelijk reglement uit en legt dit ter goedkeuring aan de Regering voor.

    § 3. De bij toepassing van artikel 8, 2°, opgestelde adviezen van het Adviescomité worden bij gewone meerderheid goedgekeurd.

    Alle leden van het Adviescomité - met uitzondering van de directeur en het departementshoofd van het Centrum voor bevorderingspedagogiek - zijn stemgerechtigd.

    Met onthoudingen wordt geen rekening gehouden.

    Indien de minderheid daarom verzoekt, wordt haar standpunt als bijlage bij het advies gevoegd.

    § 4. Het Adviescomité komt minstens twee keer per schooljaar bijeen.

    § 5. Bij toepassing van het besluit van de Regering van 12 juli 2001 tot harmonisatie van het presentiegeld en van de reisvergoedingen in instellingen en raden van beheer van de Duitstalige Gemeenschap ontvangen de werkende leden en de plaatsvervangende leden van het Adviescomité presentiegeld en reiskostenvergoedingen ten laste van de begroting van het Centrum voor bevorderingspedagogiek.

    HOOFDSTUK III. - Pedagogische Raad

    Art. 10. Samenwerking met het adviescomité

    Onverminderd artikel 51 van het decreet van 31 augustus 1998 betreffende de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT