Koninklijk besluit nr. 62 ter bevordering van de omloop van de [financiële instrumenten].

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, en onverminderd artikel 23 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, wordt verstaan onder :

  1. "vereffeningsinstelling" : de instelling of instellingen die door de Koning erkend zijn als centrale depositaris voor financiële instrumenten, zoals gedefinieerd in artikel 1bis , en de NBB;

  2. "aangesloten leden" : de instellingen die krachtens de regels die van toepassing zijn op het vereffeningssysteem van de vereffeningsinstelling, gemachtigd zijn effectenrekeningen bij deze laatste aan te houden.

    Art. 1bis. (Opgeheven)

    Art. 1bis. (oude 1ter) De NBB, de centrale depositaris en zijn aangesloten leden mogen onder het voordeel van de bepalingen van huidig besluit alle financiële instrumenten bedoeld in artikel 2, 1°, van voornoemde wet van 2 augustus 2002 in deposito ontvangen, ongeacht of het gaat over gematerialiseerde of gedematerialiseerde effecten, effecten aan toonder, aan order of op naam, welke ook de vorm weze waaronder deze effecten volgens de op hen toepasbare wet worden uitgegeven.

    De bepalingen van dit besluit, uitgezonderd artikel 9bis , tweede tot vierde lid, zijn echter niet van toepassing op :

  3. de gedematerialiseerde effecten bedoeld in de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium;

  4. de thesauriebewijzen en de depositobewijzen uitgegeven in de vorm van gedematerialiseerde effecten bedoeld in de wet van 22 juli 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen;

  5. de gedematerialiseerde effecten bedoeld in het Wetboek van vennootschappen.

    In de volgende bepalingen van dit besluit, moet men onder de term "financiële instrumenten" de effecten begrijpen, zoals bepaald in het eerste en tweede lid, die op een vervangbare basis overeenkomstig dit besluit bij de vereffeningsinstelling of de aangesloten leden ervan worden gedeponeerd, met inbegrip van het recht van mede-eigendom, van onlichamelijke aard, dat door zulk deposito in vervangbaarheid in hoofde van de gezamenlijke deponenten wordt gevestigd op de universaliteit van effecten van dezelfde aard die bij de vereffeningsinstelling of de aangesloten leden ervan zijn gedeponeerd.

    Art. 2. De (vereffeningsinstelling) is depositaris, uitsluitend voor rekening van de aangesloten leden, van effecten die bij hem door deze laatsten in het stelsel der rekeningen-courant werden gestort.

    (Lid 2 opgeheven)

    (Lid 3 opgeheven)

    Art. 2bis. De vereffeningsinstelling en haar aangesloten leden kunnen, onder de voorwaarden die in hun transactiereglementen zijn gesteld, de financiële instrumenten, die bij hen gestort werden in het stelsel van de rekeningen-courant, in bewaring geven bij andere depositarissen in België of in het buitenland door middel van storting op rekening of op een andere wijze. Deze bewaargeving doet niets af aan de toepassing van dit besluit.

    Art. 3. Onder voorbehoud van de hiernavolgende bepalingen hebben de aangesloten leden en hun deponenten dezelfde rechten als wanneer de effecten neergelegd in het stelsel der rekeningen-courant bij de (vereffeningsinstelling) in de kassen van de aangesloten leden gebleven waren.

    Art. 4. De bij de (vereffeningsinstelling) in het stelsel der rekeningen-courant gestorte effecten zijn vervangbaar.

    De (vereffeningsinstelling) heeft het recht aan zijn aangesloten leden gelijke maar anders genummerde effecten aan toonder terug te geven. Dit geldt eveneens voor leden ten opzichte van hun deponenten van vervangbare effecten.

    De overschrijving van rekening naar rekening van vervangbare effecten geeft geen aanleiding tot opgave van de nummers noch door de (vereffeningsinstelling) noch door de leden.

    De wisselagenten en bankiers zijn ervan ontslagen de nummers van de vervangbare effecten, met de verhandeling waarvan ze belast zijn, in te schrijven in hun boeken.

    Art. 5. § 1. Voor het vestigen van een burgerlijk of handelspand van vervangbare effecten, geschiedt de inbezitstelling op geldige wijze door de inboeking van deze effecten op een speciale rekening geopend (bij de vereffeningsinstelling of) bij een aangesloten...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT